Laat ons bij de recente commotie rond adoptie even stilstaan bij de mens of het mensje waarover dit allemaal gaat, namelijk het kind zelf dat in een situatie terechtkomt die het zelf niet heeft gewild, en dat zelf geen inspraak heeft in de mogelijke oplossingen.

Over welke situaties spreken we? Het ongeboren kind bij een niet-geplande zwangerschap, het ongeboren kind bij een zwangere vrouw met een verslavingsproblematiek, kinderen verwekt door geweldpleging of verkrachting, kinderen in een zwaar problematische opvoedingssituatie, weeskinderen in oorlogsgebied,...

Een niet-voorziene zwangerschap kan een zware belasting betekenen voor de vrouw in kwestie en haar verdere levensloop compromitteren. De betrokken zwangere vrouw moet op de best mogelijke manier geholpen worden.

Om latere schuldgevoelens en psychisch lijden te voorkomen wordt deze vrouw best begeleid door een onafhankelijke dienst (v.b. FARA, CAW), die met de betrokkene in alle rust over alle alternatieve mogelijkheden nadenkt. Dus niet zomaar rechtstreekse toegang tot een abortuskliniek en zeker geen inkorting van de bedenktijd tot 48 uur.

In deze zorgvuldige benadering kunnen ook de belangen van het ongeboren kind verdedigd worden: een leven dat weliswaar nog in ontwikkeling is, maar met veel potentieel. Een kind dat recht heeft op leven, maar zelf geen enkel verweer heeft over wat beslist wordt.

In dit opzicht zou een abortusprocedure, waarbij beslist wordt over het leven van een ander, minstens aan even secure voorwaarden moeten voldoen als de procedure bij euthanasie. Daarbij beslist een mondig iemand over zijn eigen leven.

Voor relationele, financiële of sociale problemen moet onze maatschappij toch andere oplossingen kunnen bieden dan zomaar 'snel weg met dat kind'

Voor relationele, financiële of sociale problemen moet onze maatschappij toch andere oplossingen kunnen bieden dan zomaar 'snel weg met dat kind'. Als zelf opvoeden met ondersteuning of opvoeden in eigen kring echt niet haalbaar is, dan hoeft het kind in wording nog niet verwijderd te worden.

De moeder kan het kind bij de geboorte afstaan voor adoptie of toevertrouwen aan pleegzorg, of desgevallend een formule tussenin. Er zijn zeker voldoende wensouders om dit kind op te vangen.

Bij het afstaan van het kind voor adoptie of pleegzorg dienen daadwerkelijk de nodige faciliteiten aangeboden te worden om de zwangerschap zorgvuldig uit te dragen. Daartoe zou het statuut van draagmoederschap duidelijk moeten worden gesteld, en desgevallend toegepast en individueel aangepast. Een open debat hieromtrent is zeker gewenst.

Voor langdurige opvang van een kind dat door omstandigheden niet verder kan opgroeien bij de biologische ouders, is bewezen dat, zowel voor de gezondheid als voor de ontwikkeling, opvang in een gezinscontext te verkiezen valt boven de opvang in een instelling.

Voor langdurige opvang van een kind dat door omstandigheden niet verder kan opgroeien bij de biologische ouders, is bewezen dat, zowel voor de gezondheid als voor de ontwikkeling, opvang in een gezinscontext te verkiezen valt boven de opvang in een instelling

Tussenvormen tussen pleegzorg en adoptie waarbij de opvoedingsrelatie met de opvangouders gegarandeerd blijft zonder de band met de biologische ouders te doorbreken, zouden een oplossing kunnen bieden voor de vele kinderen in de wachtrij voor pleegzorg en de vele, langwachtende kandidaat-adoptieouders.

Zwangerschap en een kind opvoeden bij een ouder die drugs gebruikt of wanneer kinderen reeds geplaatst zijn omwille van een problematische opvoedingssituatie, vergt een aparte aanpak.

Vrijblijvendheid is niet altijd mogelijk. Wie deze ouder begeleidt, draagt ook verantwoordelijkheid ten aanzien van de fysieke en mentale integriteit van het kind. In deze kan een verplichte vorm van anticonceptie, een verplichte medische begeleide ontwenning of methadonvervanging en een meer verplichte opvang van het kind noodzakelijk zijn.

Het samenbrengen van alle expertise in een nazorgnetwerk 'opvang niet-biologische kinderen' zou de toegankelijkheid en efficiëntie van specifieke nazorg kunnen verbeteren

Adoptie, pleegzorg, donorinseminatie of draagmoederschap stoppen niet bij een terdege voorbereiding en regeling van de overdrachtprocedure. Courante opvoedingsvragen, maar ook ernstige hechtingsproblemen, identiteitscrisissen, vragen m.b.t. roots,... moeten met aandacht aangepakt worden. Het samenbrengen van alle expertise in een nazorgnetwerk 'opvang niet-biologische kinderen' zou de toegankelijkheid en efficiëntie van deze specifieke nazorg kunnen verbeteren.

Tot slot is er geen reden om een interlandelijke adoptie on hold te zetten zoals nu in Nederland. Met de huidige expertise kan Vlaanderen de aanzet geven om die internationale procedures te verbeteren.

De bureaucratische vertragingen dienen zeker aangepakt en de overdracht beveiligd door meer transparantie, een uniforme procedure en een permanente communicatie tussen alle betrokkenen. Het is een problematiek van, voor en door mensen met als eerste prioriteit het belang en de rechten van het kind. Onze moderne maatschappij kan zich hier duidelijk in een positieve nieuwe richting bewegen.

Laat ons bij de recente commotie rond adoptie even stilstaan bij de mens of het mensje waarover dit allemaal gaat, namelijk het kind zelf dat in een situatie terechtkomt die het zelf niet heeft gewild, en dat zelf geen inspraak heeft in de mogelijke oplossingen. Over welke situaties spreken we? Het ongeboren kind bij een niet-geplande zwangerschap, het ongeboren kind bij een zwangere vrouw met een verslavingsproblematiek, kinderen verwekt door geweldpleging of verkrachting, kinderen in een zwaar problematische opvoedingssituatie, weeskinderen in oorlogsgebied,...Een niet-voorziene zwangerschap kan een zware belasting betekenen voor de vrouw in kwestie en haar verdere levensloop compromitteren. De betrokken zwangere vrouw moet op de best mogelijke manier geholpen worden. Om latere schuldgevoelens en psychisch lijden te voorkomen wordt deze vrouw best begeleid door een onafhankelijke dienst (v.b. FARA, CAW), die met de betrokkene in alle rust over alle alternatieve mogelijkheden nadenkt. Dus niet zomaar rechtstreekse toegang tot een abortuskliniek en zeker geen inkorting van de bedenktijd tot 48 uur. In deze zorgvuldige benadering kunnen ook de belangen van het ongeboren kind verdedigd worden: een leven dat weliswaar nog in ontwikkeling is, maar met veel potentieel. Een kind dat recht heeft op leven, maar zelf geen enkel verweer heeft over wat beslist wordt. In dit opzicht zou een abortusprocedure, waarbij beslist wordt over het leven van een ander, minstens aan even secure voorwaarden moeten voldoen als de procedure bij euthanasie. Daarbij beslist een mondig iemand over zijn eigen leven.Voor relationele, financiële of sociale problemen moet onze maatschappij toch andere oplossingen kunnen bieden dan zomaar 'snel weg met dat kind'. Als zelf opvoeden met ondersteuning of opvoeden in eigen kring echt niet haalbaar is, dan hoeft het kind in wording nog niet verwijderd te worden. De moeder kan het kind bij de geboorte afstaan voor adoptie of toevertrouwen aan pleegzorg, of desgevallend een formule tussenin. Er zijn zeker voldoende wensouders om dit kind op te vangen. Bij het afstaan van het kind voor adoptie of pleegzorg dienen daadwerkelijk de nodige faciliteiten aangeboden te worden om de zwangerschap zorgvuldig uit te dragen. Daartoe zou het statuut van draagmoederschap duidelijk moeten worden gesteld, en desgevallend toegepast en individueel aangepast. Een open debat hieromtrent is zeker gewenst.Voor langdurige opvang van een kind dat door omstandigheden niet verder kan opgroeien bij de biologische ouders, is bewezen dat, zowel voor de gezondheid als voor de ontwikkeling, opvang in een gezinscontext te verkiezen valt boven de opvang in een instelling. Tussenvormen tussen pleegzorg en adoptie waarbij de opvoedingsrelatie met de opvangouders gegarandeerd blijft zonder de band met de biologische ouders te doorbreken, zouden een oplossing kunnen bieden voor de vele kinderen in de wachtrij voor pleegzorg en de vele, langwachtende kandidaat-adoptieouders. Zwangerschap en een kind opvoeden bij een ouder die drugs gebruikt of wanneer kinderen reeds geplaatst zijn omwille van een problematische opvoedingssituatie, vergt een aparte aanpak.Vrijblijvendheid is niet altijd mogelijk. Wie deze ouder begeleidt, draagt ook verantwoordelijkheid ten aanzien van de fysieke en mentale integriteit van het kind. In deze kan een verplichte vorm van anticonceptie, een verplichte medische begeleide ontwenning of methadonvervanging en een meer verplichte opvang van het kind noodzakelijk zijn.Adoptie, pleegzorg, donorinseminatie of draagmoederschap stoppen niet bij een terdege voorbereiding en regeling van de overdrachtprocedure. Courante opvoedingsvragen, maar ook ernstige hechtingsproblemen, identiteitscrisissen, vragen m.b.t. roots,... moeten met aandacht aangepakt worden. Het samenbrengen van alle expertise in een nazorgnetwerk 'opvang niet-biologische kinderen' zou de toegankelijkheid en efficiëntie van deze specifieke nazorg kunnen verbeteren.Tot slot is er geen reden om een interlandelijke adoptie on hold te zetten zoals nu in Nederland. Met de huidige expertise kan Vlaanderen de aanzet geven om die internationale procedures te verbeteren.De bureaucratische vertragingen dienen zeker aangepakt en de overdracht beveiligd door meer transparantie, een uniforme procedure en een permanente communicatie tussen alle betrokkenen. Het is een problematiek van, voor en door mensen met als eerste prioriteit het belang en de rechten van het kind. Onze moderne maatschappij kan zich hier duidelijk in een positieve nieuwe richting bewegen.