25 jaar. Al 25 jaar bestaat er een beperking op het aantal artsen dat kan starten als huisarts of specialist in België. De wet op deze zogenaamde 'artsencontingentering' werd ingevoerd in 1997 om de kwaliteit van de opleiding en betaalbaarheid van de gezondheidszorg te waarborgen.

Immers: te veel artsen in opleiding veroorzaakt te weinig blootstelling aan bepaalde ziektebeelden en leidt dus tot een mindere kwaliteit van opleiding. Daarenboven drijft een overschot aan artsen dat er meer (onnodige) onderzoeken per patiënt aangerekend worden om hun inkomen te garanderen. Niet onlogisch.

Maar ook 25 jaar volgde enkel Vlaanderen deze Belgische regel braaf op. Er werd namelijk een ingangsexamen georganiseerd om te zorgen dat er niet meer artsen afstudeerden dan er wettelijk voorziene plaatsen waren.

Wallonië liet echter begaan: 25 jaar lang werden er meer artsen opgeleid dan er toegestaan waren. Het resultaat is op dit moment dat er meer artsen in Wallonië aan het werk zijn per inwoner dan in Vlaanderen.

De federale planningscommissie medisch aanbod berekende daarenboven dat een Franstalige arts minder activiteit uitvoert dan een Nederlandstalige arts en dat er daarom meer artsen aan Franstalige kant extra nodig zijn. Een systeem dat zichzelf dus theoretisch versterkt: want met hoe meer artsen men is, hoe minder er gewerkt moet worden en hoe meer artsen er in aantal nodig zijn.

Iedere lezer zal voelen dat dit wringt, zeker omdat er nu al jaarlijks duizenden Vlaamse studenten worden tegengehouden om aan de opleiding geneeskunde te starten.

Momenteel worden de federale artsenquota netjes toegekend volgens bevolkgingsaantal. De 60% Vlaamse inwoners van dit land kunnen rekenen op een evenredig procent van de artsenquota, idem voor onze Franstalige landgenoten. Immers: elke Belg heeft toch hetzelfde recht op zorg?

Binnenkort wordt wettelijk verankerd dat Vlaamse artsen harder moeten werken dan Franstaligen

Onze federale minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, laat nu deze logische verdeling schrappen en vervangen door een advies van de federale planningscommissie. Dat advies is gebaseerd op de mindere activiteitsgraad aan Franstalige zijde - door het huidige overtal, weet u nog - waardoor de minister bij wet laat vastleggen dat de Vlaamse artsen met minder per inwoner zijn maar meer moeten werken.

Of omgekeerd: dat Franstalige artsen met meer zijn per inwoner maar minder werken en dus nóg meer artsen nodig hebben. Leg het maar uit.

Een kritische lezer zal zich afvragen waarom er nog een sterke beperking op het aantal artsen nodig is. En dat is juist: er heerst een consensus dat het aantal artsen moet stijgen. Daar is iedereen het over eens: lange wachttijden, patiëntenstops en overwerkte zorgverleners moeten verleden tijd worden.

Alleen moet die stijging voor alle Belgen wel gelijk zijn, en zou dus best de verdeling volgens bevolkingsaantal behouden blijven zodat de ene gemeenschap niet benadeeld wordt ten opzichte van een andere.

Alle Vlaamse partijen waren het daar in het verleden trouwens mee eens. Het voorstel van de minister heeft echter niks te maken met de huidige noden in de zorg: het is niks meer of minder dan deel van een deal met de Franstalige gemeenschap. In ruil voor het toelaten van nog meer artsen zou ook in Wallonië een gelijkaardig toelatingsexamen als Vlaanderen geïnstalleerd worden.

Een dure prijs voor Vlaamse studenten die nooit konden starten aan de opleiding tot arts, om nog maar te zwijgen over de spons die over vijfentwintig jaar ongehoorzaamheid geveegd wordt.

De nieuwe federale wet zal binnenkort gestemd worden en dit betekent dat er wettelijk wordt verankerd dat Vlaamse artsen harder moeten werken dan Franstaligen. Een belangenconflict in het Vlaams parlement werd afgelopen week weggestemd want de meerderheidspartijen die zowel Vlaams als federaal regeren kunnen de spreidstand niet verdedigen.

Een procedure voor het Grondwettelijk Hof tegen de federale wet en ongelijke behandeling die nu door N-VA aangespannen werd, is de laatste strohalm om dit wetsontwerp tegen te houden.

Hoewel dit geen communautair dossier zou mogen zijn, is het aan elke Vlaamse partij om dat uit te leggen aan de studenten die jaarlijks geweigerd worden voor een opleiding tot arts.

25 jaar. Al 25 jaar bestaat er een beperking op het aantal artsen dat kan starten als huisarts of specialist in België. De wet op deze zogenaamde 'artsencontingentering' werd ingevoerd in 1997 om de kwaliteit van de opleiding en betaalbaarheid van de gezondheidszorg te waarborgen. Immers: te veel artsen in opleiding veroorzaakt te weinig blootstelling aan bepaalde ziektebeelden en leidt dus tot een mindere kwaliteit van opleiding. Daarenboven drijft een overschot aan artsen dat er meer (onnodige) onderzoeken per patiënt aangerekend worden om hun inkomen te garanderen. Niet onlogisch.Maar ook 25 jaar volgde enkel Vlaanderen deze Belgische regel braaf op. Er werd namelijk een ingangsexamen georganiseerd om te zorgen dat er niet meer artsen afstudeerden dan er wettelijk voorziene plaatsen waren. Wallonië liet echter begaan: 25 jaar lang werden er meer artsen opgeleid dan er toegestaan waren. Het resultaat is op dit moment dat er meer artsen in Wallonië aan het werk zijn per inwoner dan in Vlaanderen. De federale planningscommissie medisch aanbod berekende daarenboven dat een Franstalige arts minder activiteit uitvoert dan een Nederlandstalige arts en dat er daarom meer artsen aan Franstalige kant extra nodig zijn. Een systeem dat zichzelf dus theoretisch versterkt: want met hoe meer artsen men is, hoe minder er gewerkt moet worden en hoe meer artsen er in aantal nodig zijn. Iedere lezer zal voelen dat dit wringt, zeker omdat er nu al jaarlijks duizenden Vlaamse studenten worden tegengehouden om aan de opleiding geneeskunde te starten.Momenteel worden de federale artsenquota netjes toegekend volgens bevolkgingsaantal. De 60% Vlaamse inwoners van dit land kunnen rekenen op een evenredig procent van de artsenquota, idem voor onze Franstalige landgenoten. Immers: elke Belg heeft toch hetzelfde recht op zorg? Onze federale minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, laat nu deze logische verdeling schrappen en vervangen door een advies van de federale planningscommissie. Dat advies is gebaseerd op de mindere activiteitsgraad aan Franstalige zijde - door het huidige overtal, weet u nog - waardoor de minister bij wet laat vastleggen dat de Vlaamse artsen met minder per inwoner zijn maar meer moeten werken. Of omgekeerd: dat Franstalige artsen met meer zijn per inwoner maar minder werken en dus nóg meer artsen nodig hebben. Leg het maar uit.Een kritische lezer zal zich afvragen waarom er nog een sterke beperking op het aantal artsen nodig is. En dat is juist: er heerst een consensus dat het aantal artsen moet stijgen. Daar is iedereen het over eens: lange wachttijden, patiëntenstops en overwerkte zorgverleners moeten verleden tijd worden. Alleen moet die stijging voor alle Belgen wel gelijk zijn, en zou dus best de verdeling volgens bevolkingsaantal behouden blijven zodat de ene gemeenschap niet benadeeld wordt ten opzichte van een andere. Alle Vlaamse partijen waren het daar in het verleden trouwens mee eens. Het voorstel van de minister heeft echter niks te maken met de huidige noden in de zorg: het is niks meer of minder dan deel van een deal met de Franstalige gemeenschap. In ruil voor het toelaten van nog meer artsen zou ook in Wallonië een gelijkaardig toelatingsexamen als Vlaanderen geïnstalleerd worden. Een dure prijs voor Vlaamse studenten die nooit konden starten aan de opleiding tot arts, om nog maar te zwijgen over de spons die over vijfentwintig jaar ongehoorzaamheid geveegd wordt. De nieuwe federale wet zal binnenkort gestemd worden en dit betekent dat er wettelijk wordt verankerd dat Vlaamse artsen harder moeten werken dan Franstaligen. Een belangenconflict in het Vlaams parlement werd afgelopen week weggestemd want de meerderheidspartijen die zowel Vlaams als federaal regeren kunnen de spreidstand niet verdedigen. Een procedure voor het Grondwettelijk Hof tegen de federale wet en ongelijke behandeling die nu door N-VA aangespannen werd, is de laatste strohalm om dit wetsontwerp tegen te houden. Hoewel dit geen communautair dossier zou mogen zijn, is het aan elke Vlaamse partij om dat uit te leggen aan de studenten die jaarlijks geweigerd worden voor een opleiding tot arts.