"Maar deze oorlog zal gewonnen worden", schalt het in ons federale parlement. "Marc Van Ranst staat voor een leger aan mensen die ons door deze oorlogscrisis zal loodsen", stelt een parlementslid die een onlinebeweging ziet ontstaan tegen de aanvoerder. Van Ranst als schaduwpremier? Hij is een eenvoudige professor virologie, die de overheid corona-advies geeft, en die "en stoemelings" ook crisiscommunicator is geworden, zo laat hij zelf optekenen in de weekendkrant.
Hij, de communist zonder partijkaart die nu in de dienstwagen van de KUL-rector rondgereden wordt en die vandaag naar de begrafenis zou geweest zijn van Dirk Van Duppen, die andere communist, wel met een partijkaart. Die begrafenis is een niet-essentiële verplaatsing geworden voor Van Ranst, ook voor mij en zovele vrienden en collega-sympathisanten. Sinds vandaag mogen er maar 15 mensen meer afscheid nemen van hun dierbare. Oorlog zal op Dirks afscheid niet meer aan bod komen, dat had hij als resultaat van zijn bewustwording en politieke engagement afgezworen. Oorlogsretoriek had plaats gemaakt voor de taal van positief samenwerken.
Mijn artsenkrant.com brengt regelmatig getuigenissen van artsen die in de frontlinie van deze gezondheidsoorlog vechten. Ze vechten niet, ze strijden niet, ze zetten zich onnoemelijk in om onze patiënten doorheen deze crisis in de volksgezondheid te begeleiden. Taal is belangrijk, zoals een kankerpatiënte ooit in de Kankerliga naar voor bracht: "Ik strijd noch vecht tegen mijn ziekte. Ik probeer positief ingesteld met de hulp van velen blijvend gezond te leven, behandelingen in te passen die op dit moment wetenschappelijk werken, mijn lichaam een vernieuwd evenwicht te laten vinden. En lukt dat niet, dan is dat toevalspech in een leven dat te vroeg moet sterven, in een natuur die altijd gedeeltelijk onvoorspelbaar blijft. Maar het is niet mijn schuld omdat ik onvoldoende ten strijde zou zijn getrokken tegen de vijand."
Artsen vechten niet, strijden niet, maar zetten zich onnoemelijk in om patiënten doorheen deze crisis in de volksgezondheid te begeleiden
"We moeten nu anders leven, maar we doen dat in de volle wetenschap dat er betere tijden komen, na wat ik vanaf nu 'de bevrijding' ga noemen", zegt Van Ranst, goed bedoeld maar ook dat neigt naar oorlogsretoriek. Deze pandemie is een crisis van en voor de volksgezondheid met politieke, economische en sociaal-culturele oorzaken en gevolgen. Deze pandemie had waarschijnlijk kunnen voorkomen worden met de wetenschappelijke inzichten uit vroegere epi- en pandemieën: het erkennen dat virussen geen oorlogsvijanden zijn, maar noodzakelijke natuurlijke elementen waarmee we in evenwicht moeten en kunnen leven.
Het transparant melden en preventief indijken van eerste meldingen vanuit een globale visie, weg van het grenzen-nationalistische eigenbelang, is daarbij een fundamentele voorwaarde. Het blijven investeren in technische middelen die ons nu al ter beschikking waren, ook. Maar vooral het streven naar een globale solidaire gezondheidszorg wereldwijd.
Het is en blijft een schande dat wereldwijd primaire basisbehoeften als drinkbaar water en basisvoeding ontzegd worden aan meer dan 11% van de bevolking, waarvan meer dan 60% zich in oorlogsconflictgebieden bevindt. Ontwapenen om te ontwikkelen is de kernboodschap. Preventie en solidariteit de kernwoorden. Een naïeve droom? Onbetaalbaar?
Deze pandemie had waarschijnlijk kunnen voorkomen worden met de wetenschappelijke inzichten uit vroegere epi- en pandemieën
Zelfs als je zou blijven geloven dat vrede maar mogelijk is door de oorlog voor te bereiden. Zelfs als je Einsteins woorden "You cannot simultaneously prevent and prepare for war" als onwetenschappelijk in de wind slaat. Dan nog zou het kernwapenarsenaal ontmantelen alleen al voldoende zijn om iedereen op de wereld eten en drinken te geven. Én om iedereen te kunnen informeren over basishygiëne en basisvaccinatie en dat vanuit culturele eigenwaarde te bewerkstelligen, zodat geen 140.000 kinderen nog aan mazelen moeten sterven.
Voorlopig blijkt het militair industrieel complex zich arrogant boven het coronagewoel te plaatsen. Toen de Italiaanse premier Giuseppe Conte vorige week het regeringsbesluit uitvaardigde om alle niet-essentiële industriële activiteiten stop te zetten, bleek de maatregel niet te gelden voor de defensie-industrie. Het leidde tot groot protest van de vakbonden. Als reactie kondigde het Pentagon doodleuk aan dat het VS-commando in Europa voortaan niet meer zal communiceren over het aantal coronabesmettingen onder zijn troepen!
Op 5 maart jl. was het 50 jaar geleden dat het non-proliferatieverdrag, inzake de niet-verspreiding van kernwapens, in werking trad. Op 7 juli zal het drie jaar geleden zijn dat de Verenigde Naties in New York een historisch verdrag aanvaardden dat het gebruik, het dreigen met gebruik, de ontwikkeling, het testen, de aanmaak, de verwerving, het bezit, de opslag en transfer van kernwapens verbiedt. België heeft dit VN-verdrag nog niet ondertekend!
Een nieuw evenwicht gevonden, hopelijk zonder uitingen van 'oorlogsbevrijding', maar met vernieuwende inzichten om de wereldsolidariteit waarachtig te maken
21 september is sinds 1981 door de VN uitgeroepen tot Internationale Dag voor de Vrede. Die dag startte ik met twee collega's een groepspraktijk in Gent. We sloten ons wat later aan bij de International Physicians for the Prevention of Nuclear War (IPPNW) via wijlen collega Jef De Loof, initiatiefnemer van de Medische Werkgroep tegen Atoomwapens (MWTA).
Corona zal op 21 september onder controle zijn, een nieuwe herfst voor het Noorden, een nieuwe lente voor het Zuiden. Een nieuw evenwicht gevonden, hopelijk zonder uitingen van 'oorlogsbevrijding', maar met vernieuwende inzichten om de wereldsolidariteit waarachtig te maken. Weg van oorlog om te investeren in maatschappelijk welzijn, in gezondheidszorg, onderwijs, cultuur, klimaatmaatregelingen, sociale zekerheid wereldwijd. Ik kijk ernaar uit, maar ga me nu eerst klaar maken om mijn wachtdienst te doen in het pretriagepunt van de HuisartenVereniging Gent, een solidariteitspunt van huisartsen in samenwerking met de ziekenhuizen.