Op 4 juli wagen heel wat toekomstige studenten zich aan de jaarlijkse toelatingsproef voor geneeskunde. Een dag later doet wie tandarts wil worden een gooi naar een van de begeerde studieplekken en op 6 juli gebeurt de schifting voor wie diergeneeskunde wil studeren.

Dit keer zijn de kansen om toegelaten te worden tot de opleiding geneeskunde wat groter dan de jongste jaren. En dat is goed nieuws. Voor de aspirant-studenten, maar nog meer voor de toekomstige patiënten. Te strikte beperkingen op de instroom maakt het dreigende huisartsentekort de komende jaren alleen maar groter.

Meer dan een spreidingsprobleem

Officieel is er nog geen sprake van een globaal huisartsentekort, maar achter de statistieken taant de toegankelijkheid van de eerstelijnszorg. Neem nu de regio rond Genk: uit onderzoek van de UGent en Domus Medica blijkt dat niet minder dan 83% van de huisartsen in het Genkse een patiëntenstop heeft ingevoerd. Dat laat de onderzoekers besluiten dat de regio 27 extra huisartsen nodig heeft. Nochtans zit Genk en omstreken met 11,8 actieve huisartsen per 10.000 inwoners zit boven het nationale gemiddelde.

Stilaan dreigt onderconsumptie van zorg omdat de toegankelijkheid onder druk staat

De situatie in Genk is maar een van de onheilstijdingen die ons van overal in Vlaanderen bereiken. Patiëntenstops en lange wachttijden bij overbevraagde huisartsen, tandartsen specialisten zijn stilaan eerder regel dan uitzondering.

Experts die de situatie herleiden tot een spreidingsprobleem, blijven hangen in de ontkenningsfase. In België halen 442 van de 581 gemeenten de drempel van negen huisartsen per 10.000 inwoners niet. Die drempel geldt in België als parameter voor het predicaat van huisartsenarme gemeente. Bij die huisartsenarme gemeente zitten plattelandsdorpen, maar ook verstedelijkte gebieden zoals Aalst, Roeselare of Sint-Niklaas.

Onvermijdelijk tuimelen we de komende jaren nagenoeg overal in het rood. Dat is het gevolg de pensioneringsgolf die er onder huisartsen zit aan te komen. De attitude bij jonge artsen tegenover het beroep is nu eenmaal anders. Het maakt dat er per vertrekkende arts minstens anderhalve vervanger nodig is. De nieuwe generatie werkt gewoon minder uren dan haar voorgangers.

Artsentekort leidt tot ongelukken

Er is maar een conclusie: om het toekomstige tekort op te vangen, moet het aantal studenten geneeskunde omhoog, zo niet komen hier vroeg of laat ongelukken van. Een herziening van de numerus clausus is noodzakelijk.

Voor de opleiding geneeskunde geldt dit jaar in Vlaanderen een startquotum van 1.424 plaatsen. Jammer genoeg is daarbij niet de kwaliteit van een kandidaat, maar wel zijn ranking na het examen de scherprechter. Hoeveel potentieel goede artsen spelen we op die manier kwijt? Recente cijfers over de nieuwe erkenningen van tandartsen in België tonen hoe dramatisch de situatie kan worden: terwijl bijna een op de twee van die tandartsen al uit het buitenland komt, kampt de tandartsenij nog steeds met patiëntenstops en onaanvaardbare wachttijden.

De realiteit op het terrein bij huisartsen en tandartsen is onmiskenbaar: een simpele afspraak bij de huisarts wordt zo lastig, dat patiënten liever aan zelfdiagnose doen. Stilaan dreigt onderconsumptie van zorg omdat de toegankelijkheid onder druk staat. Als we voor dit groeiende probleem de kop in het zand blijven steken, verliest de Belgische gezondheidszorg een van zijn grootste troeven.

Op 4 juli wagen heel wat toekomstige studenten zich aan de jaarlijkse toelatingsproef voor geneeskunde. Een dag later doet wie tandarts wil worden een gooi naar een van de begeerde studieplekken en op 6 juli gebeurt de schifting voor wie diergeneeskunde wil studeren.Dit keer zijn de kansen om toegelaten te worden tot de opleiding geneeskunde wat groter dan de jongste jaren. En dat is goed nieuws. Voor de aspirant-studenten, maar nog meer voor de toekomstige patiënten. Te strikte beperkingen op de instroom maakt het dreigende huisartsentekort de komende jaren alleen maar groter.Meer dan een spreidingsprobleemOfficieel is er nog geen sprake van een globaal huisartsentekort, maar achter de statistieken taant de toegankelijkheid van de eerstelijnszorg. Neem nu de regio rond Genk: uit onderzoek van de UGent en Domus Medica blijkt dat niet minder dan 83% van de huisartsen in het Genkse een patiëntenstop heeft ingevoerd. Dat laat de onderzoekers besluiten dat de regio 27 extra huisartsen nodig heeft. Nochtans zit Genk en omstreken met 11,8 actieve huisartsen per 10.000 inwoners zit boven het nationale gemiddelde.De situatie in Genk is maar een van de onheilstijdingen die ons van overal in Vlaanderen bereiken. Patiëntenstops en lange wachttijden bij overbevraagde huisartsen, tandartsen specialisten zijn stilaan eerder regel dan uitzondering.Experts die de situatie herleiden tot een spreidingsprobleem, blijven hangen in de ontkenningsfase. In België halen 442 van de 581 gemeenten de drempel van negen huisartsen per 10.000 inwoners niet. Die drempel geldt in België als parameter voor het predicaat van huisartsenarme gemeente. Bij die huisartsenarme gemeente zitten plattelandsdorpen, maar ook verstedelijkte gebieden zoals Aalst, Roeselare of Sint-Niklaas.Onvermijdelijk tuimelen we de komende jaren nagenoeg overal in het rood. Dat is het gevolg de pensioneringsgolf die er onder huisartsen zit aan te komen. De attitude bij jonge artsen tegenover het beroep is nu eenmaal anders. Het maakt dat er per vertrekkende arts minstens anderhalve vervanger nodig is. De nieuwe generatie werkt gewoon minder uren dan haar voorgangers.Artsentekort leidt tot ongelukkenEr is maar een conclusie: om het toekomstige tekort op te vangen, moet het aantal studenten geneeskunde omhoog, zo niet komen hier vroeg of laat ongelukken van. Een herziening van de numerus clausus is noodzakelijk.Voor de opleiding geneeskunde geldt dit jaar in Vlaanderen een startquotum van 1.424 plaatsen. Jammer genoeg is daarbij niet de kwaliteit van een kandidaat, maar wel zijn ranking na het examen de scherprechter. Hoeveel potentieel goede artsen spelen we op die manier kwijt? Recente cijfers over de nieuwe erkenningen van tandartsen in België tonen hoe dramatisch de situatie kan worden: terwijl bijna een op de twee van die tandartsen al uit het buitenland komt, kampt de tandartsenij nog steeds met patiëntenstops en onaanvaardbare wachttijden.De realiteit op het terrein bij huisartsen en tandartsen is onmiskenbaar: een simpele afspraak bij de huisarts wordt zo lastig, dat patiënten liever aan zelfdiagnose doen. Stilaan dreigt onderconsumptie van zorg omdat de toegankelijkheid onder druk staat. Als we voor dit groeiende probleem de kop in het zand blijven steken, verliest de Belgische gezondheidszorg een van zijn grootste troeven.