Voor de gezondheids- en welzijnssector hebben de provinciale verkozenen weinig of geen belang meer, de gemeentelijke daarentegen worden belangrijker. De regerende Vlaamse coalitie heeft immers beslist de provincies haast alle bevoegdheden in de domeinen welzijn, gezondheid, cultuur en onderwijs te ontnemen. De provincies resten alleen materies als economie, landbouw, waterhuishouding, provinciale groendomeinen, enzovoort.

De gemeenten zien hun bevoegdheden in de gezondheids- en welzijnsdomeinen daarentegen aangroeien. De Vlaamse opvattingen neigen almaar meer naar Noord-Europees model waarin de gemeenten een veel belangrijker deel van de overheidsrollen opnemen, zeker in sociale materies: zie vooral Nederland en de Scandinavische landen.

Het Vlaamse decreet lokaal sociaal beleid en de vorming van de eerstelijnszones zijn producten van en hefbomen voor die verandering.

Perfect is de gemeentemonitor nog niet, er kunnen nog heel wat gegevens bij opgenomen worden

Eerder al werden de gemeenten aangemoedigd een Sociaal Huis op te richten en een Huis van het Kind, en werden ze onder meer verantwoordelijk voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod in de kinderopvang. Zo verschuift de regie daarvan naar het lokale niveau.

En dat is ook het niveau waarop dit het best kan gebeuren.

De eerstelijnszones die afgelopen maanden tot stand kwamen, zullen in 2019 op dreef komen en zullen verschillende zaken op de tafel van de lokale besturen leggen: het aanbod aan huisartsen en de spreiding ervan over het grondgebied, het wegwijs maken van de burger in sociale zaken, de preventieve gezondheids- en welzijnszorg, de uitbouw van ouderenvoorzieningen, de opbouw van buurtzorgnetwerken, enzovoort.

Gegevens maken het kritische burgers mogelijk de politieke kandidaten nu nog de tekorten in de eigen gemeente - bijvoorbeeld minder kinder- of minder bejaardenopvangplaatsen - onder de neus te wrijven en beterschap te eisen

De Vlaamse overheid - de statistische dienst en het agentschap binnenlands bestuur - komen de kritische burgers en de kritische gezondheids- en welzijnswerkers tegemoet door veel gegevens ter beschikking te stellen, gegevens waarmee ze de gemeentelijke overheid kunnen beoordelen of aanporren, ook in sociale en gezondheids- en welzijnsmateries.

De Gemeentemonitor op de website van de Vlaamse overheid bevat voor elk van de 308 Vlaamse gemeenten (na de fusies die op 1 januari ingaan, resten er nog 300) zo'n 150 pagina's tabellen en grafieken: over de samenstelling van de bevolking, de immigratie, de armoede; over de staat van de woningen, de staat van de fiets- en voetpaden; over de tevredenheid van de burgers over het groen in de woonwijken, de veiligheid op straat, het sluipverkeer en de lawaaihinder; over het onderwijs, het cultuuraanbod, de kinderopvang en de tevredenheid van de ouders daarover, het aanbod van gezondheidsdiensten. Vergelijkingen met soortgelijke gemeenten worden er meteen bijgeserveerd.

Het maakt het burgers - en ook de welzijns- en gezondheidswerkers - mogelijk de evolutie daarvan verder op te volgen

Perfect is de gemeentemonitor nog niet, er kunnen nog heel wat gegevens bij opgenomen worden; maar het biedt nu al een echte schat aan gegevens. Voor de 13 centrumsteden zijn er 500 pagina's vergelijkbare gegevens verwerkt in een Stadsmonitor.

Dat maakt het kritische burgers mogelijk de politieke kandidaten nu nog de tekorten in de eigen gemeente - bijvoorbeeld minder kinder- of minder bejaardenopvangplaatsen - onder de neus te wrijven en beterschap te eisen. Het maakt het burgers - en ook de welzijns- en gezondheidswerkers - mogelijk de evolutie daarvan verder op te volgen.

En dat is goed en belangrijk. Democratie is immers niet alleen de burgers vertegenwoordigers laten kiezen. Democratie is ook: burgers en groepen in de samenleving de gegevens verstrekken die ze nodig hebben om de verkozenen onder druk te zetten en het beleid te beïnvloeden.

Voor de gezondheids- en welzijnssector hebben de provinciale verkozenen weinig of geen belang meer, de gemeentelijke daarentegen worden belangrijker. De regerende Vlaamse coalitie heeft immers beslist de provincies haast alle bevoegdheden in de domeinen welzijn, gezondheid, cultuur en onderwijs te ontnemen. De provincies resten alleen materies als economie, landbouw, waterhuishouding, provinciale groendomeinen, enzovoort. De gemeenten zien hun bevoegdheden in de gezondheids- en welzijnsdomeinen daarentegen aangroeien. De Vlaamse opvattingen neigen almaar meer naar Noord-Europees model waarin de gemeenten een veel belangrijker deel van de overheidsrollen opnemen, zeker in sociale materies: zie vooral Nederland en de Scandinavische landen. Het Vlaamse decreet lokaal sociaal beleid en de vorming van de eerstelijnszones zijn producten van en hefbomen voor die verandering. Eerder al werden de gemeenten aangemoedigd een Sociaal Huis op te richten en een Huis van het Kind, en werden ze onder meer verantwoordelijk voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod in de kinderopvang. Zo verschuift de regie daarvan naar het lokale niveau. En dat is ook het niveau waarop dit het best kan gebeuren. De eerstelijnszones die afgelopen maanden tot stand kwamen, zullen in 2019 op dreef komen en zullen verschillende zaken op de tafel van de lokale besturen leggen: het aanbod aan huisartsen en de spreiding ervan over het grondgebied, het wegwijs maken van de burger in sociale zaken, de preventieve gezondheids- en welzijnszorg, de uitbouw van ouderenvoorzieningen, de opbouw van buurtzorgnetwerken, enzovoort. De Vlaamse overheid - de statistische dienst en het agentschap binnenlands bestuur - komen de kritische burgers en de kritische gezondheids- en welzijnswerkers tegemoet door veel gegevens ter beschikking te stellen, gegevens waarmee ze de gemeentelijke overheid kunnen beoordelen of aanporren, ook in sociale en gezondheids- en welzijnsmateries. De Gemeentemonitor op de website van de Vlaamse overheid bevat voor elk van de 308 Vlaamse gemeenten (na de fusies die op 1 januari ingaan, resten er nog 300) zo'n 150 pagina's tabellen en grafieken: over de samenstelling van de bevolking, de immigratie, de armoede; over de staat van de woningen, de staat van de fiets- en voetpaden; over de tevredenheid van de burgers over het groen in de woonwijken, de veiligheid op straat, het sluipverkeer en de lawaaihinder; over het onderwijs, het cultuuraanbod, de kinderopvang en de tevredenheid van de ouders daarover, het aanbod van gezondheidsdiensten. Vergelijkingen met soortgelijke gemeenten worden er meteen bijgeserveerd. Perfect is de gemeentemonitor nog niet, er kunnen nog heel wat gegevens bij opgenomen worden; maar het biedt nu al een echte schat aan gegevens. Voor de 13 centrumsteden zijn er 500 pagina's vergelijkbare gegevens verwerkt in een Stadsmonitor. Dat maakt het kritische burgers mogelijk de politieke kandidaten nu nog de tekorten in de eigen gemeente - bijvoorbeeld minder kinder- of minder bejaardenopvangplaatsen - onder de neus te wrijven en beterschap te eisen. Het maakt het burgers - en ook de welzijns- en gezondheidswerkers - mogelijk de evolutie daarvan verder op te volgen. En dat is goed en belangrijk. Democratie is immers niet alleen de burgers vertegenwoordigers laten kiezen. Democratie is ook: burgers en groepen in de samenleving de gegevens verstrekken die ze nodig hebben om de verkozenen onder druk te zetten en het beleid te beïnvloeden.