Gevraagd naar hoe zij vandaag naar de beslissingen van de overheden kijken, wijzen Paul Herijgers (KU Leuven) en Guy Hubens (UAntwerpen) op de versnippering van het beleid. "Het blijkt erg moeilijk om uit één mond te spreken."

Dirk Devroey (VUB) is de afgelopen periode vooral de "belgitude op alle niveaus" opgevallen. "Zowel in het beleid - we doen rustig aan, we wachten af, we pakken dit wel aan - als bij de bevolking, die liever de achterpoortjes zoekt dan verantwoordelijkheid te nemen."

Het hoger onderwijs is in het onderwijslandschap stiefmoederlijk behandeld geweest, vindt Piet Hoebeke (UGent). "We moesten zelf oplossingen zoeken. De Vlaamse overheid was eindeloos traag met beslissingen. Het openhouden van de lagere en de middelbare scholen was belangrijk, maar het hoger onderwijs werd aan zijn lot overgelaten." De studenten hebben de overheid dat kwalijk genomen, zegt hij. "Zij voelden zich verwaarloosd en dat lieten ze merken op sociale media."

"Een politieke crisis viel samen met de coronacrisis", gaat hij verder. De versoepelingen op het einde van de regering-Wilmès met de bubbels van tien waren een drama voor de gezondheidszorg. Uiteindelijk komt alles neer op de nood aan eenheid in commando, dat vanuit de politiek gevoerd moet worden op basis van expertise. Men spreekt met zoveel monden dat het een chaos wordt voor de beleidsmakers, maar zeker voor de bevolking die dit schabouwelijke schouwspel moet aanzien."

Devroey wijst nog op andere pijnpunten in de crisis, zoals "de woonzorgcentra, die helemaal niet klaar waren om de hygiënische maatregelen toe te passen". Ziekenhuizen konden volgens hem sneller schakelen omdat het personeel er hoger geschoold is.

Piet Stinissen (Uhasselt) roept op om ook oog te hebben voor positieve elementen, zoals het gebruik van digitale technologie, zorg op afstand, monitoring op afstand... "allemaal dingen waarover we al heel lang praten. Laat ons de verworvenheden en innovaties die versneld ingang hebben gevonden, koesteren, verderzetten en structureel inbedden in de gezondheidszorg."

Veerkracht

Een tweede groot thema in het gesprek was de invloed van de coronacrisis op de opleiding geneeskunde. Dat de kwaliteit onder de pandemie en bijhorende maatregelen zou geleden hebben, wordt genuanceerd.

Paul Herijgers: "Voor de ASO's van bepaalde disciplines is de kennismaking met bepaalde pathologieën lager geweest. Daartegenover staat dat ze ervaringen hebben opgedaan die in gewone omstandigheden moeilijk aan te leren zijn. De opleidingen duren minstens vier tot zes jaar. Als de coronacrisis tot één jaar beperkt blijft, zal er geen blijvende impact zijn op de kwaliteit van de opleiding."

"Hetzelfde geldt voor de HAIO's: hun praktijk is sterk veranderd door de crisis, maar ze hebben tegelijk kansen gehad op het vlak van populatiemanagement en crisismanagement. Wat de basisopleiding geneeskunde betreft: gelukkig omvat die veel practica, vaardigheidstrainingen en stages."

De decanen prijzen de veerkracht, de creativiteit en het engagement van de studenten. "Onze opdracht is om oog te hebben voor zij die door de mazen van het net dreigen te glippen", zo wijst Piet Hoebeke erop. In de geneeskundeopleiding aan de UGent heeft elke student een collega als mentor "en voor de eerste bachelor zijn die mentorgroepen fysiek blijven samenkomen, net wegens het grote belang ervan", vertelt hij.

Er zijn ook woorden van lof voor de docenten, die snel geschakeld hebben naar online alternatieven.

Artsenquota

Paul Herijgers ziet aan de KU Leuven vooral de opleiding tandheelkunde stijgen, meer dan de opleiding geneeskunde. "De praktijkopleiding wordt een enorme uitdaging de komende jaren. Je kan een student op een patiënt laten oefenen, maar daar moet wel altijd een professional bij aanwezig zijn om te voorkomen dat de student uitschiet met de boor. We kunnen niet inleveren op veiligheid. Hetzelfde geldt voor de geneeskunde. De pediatrieën en de materniteiten zijn aan het krimpen. Toch zullen we over enkele jaren meer studenten een goede stageplaats moeten aanbieden. Dat wordt een zoektocht. Vandaar de nood aan een goede spreiding over de specialismen."

Om naast de federale planningscommissie nu ook een Vlaamse planningscommissie te installeren, is een politieke beslissing, vindt Piet Hoebeke. "Is dat nodig? De cijfers en het kadaster zijn bekend. We weten nagenoeg alles. Maar zolang het financieringssysteem niet verandert en er spagaten met een factor tien in verloning tussen verschillende specialismen blijven, zal die grote wortel voor de neus van de studenten blijven hangen." Volgens Hoebeke speelt het vooruitzicht op een veel hoger inkomen nu eenmaal een rol bij de keuze voor een specialisme.

Dirk Devroey ziet de coronacrisis als een kans die we met beide handen moeten grijpen. "Dit is een grote opportuniteit om niet alleen de financiering van de ziekenhuizen eens grondig te bekijken, maar ook van de eerste lijn. [...] Neem de HAIO's: 12 jaar geleden hadden we tweehonderd huisartsen in opleiding in Vlaanderen, vandaag duizend. Dat wil zeggen dat we achthonderd extra opleidingspraktijken hebben moeten vinden. Voor die praktijken wordt het minder evident om ook nog eens meer studenten van de basisopleiding te begeleiden, want ze hebben al hun handen vol met de HAIO's. De overheid moet daarom de opleidingspraktijken voor basisstudenten beter ondersteunen."

Paul Herijgers: "De financiering van de gezondheidszorg over alle niveaus blijft complex. Er is niet onterecht koudwatervrees voor onvoorziene gevolgen. Als men aan één knop draait, kan er van alles in beweging komen."

Samenwerking

Tot slot prijst Guy Hubens de goede samenwerking onder de decanen. "Dat is misschien niet altijd zo geweest, maar vandaag hebben we heel korte lijnen. Ook dat heeft bijgedragen aan de vlotte realisatie van veel initiatieven, zowel voor onze studenten als voor de docenten."

Gevraagd naar hoe zij vandaag naar de beslissingen van de overheden kijken, wijzen Paul Herijgers (KU Leuven) en Guy Hubens (UAntwerpen) op de versnippering van het beleid. "Het blijkt erg moeilijk om uit één mond te spreken."Dirk Devroey (VUB) is de afgelopen periode vooral de "belgitude op alle niveaus" opgevallen. "Zowel in het beleid - we doen rustig aan, we wachten af, we pakken dit wel aan - als bij de bevolking, die liever de achterpoortjes zoekt dan verantwoordelijkheid te nemen."Het hoger onderwijs is in het onderwijslandschap stiefmoederlijk behandeld geweest, vindt Piet Hoebeke (UGent). "We moesten zelf oplossingen zoeken. De Vlaamse overheid was eindeloos traag met beslissingen. Het openhouden van de lagere en de middelbare scholen was belangrijk, maar het hoger onderwijs werd aan zijn lot overgelaten." De studenten hebben de overheid dat kwalijk genomen, zegt hij. "Zij voelden zich verwaarloosd en dat lieten ze merken op sociale media.""Een politieke crisis viel samen met de coronacrisis", gaat hij verder. De versoepelingen op het einde van de regering-Wilmès met de bubbels van tien waren een drama voor de gezondheidszorg. Uiteindelijk komt alles neer op de nood aan eenheid in commando, dat vanuit de politiek gevoerd moet worden op basis van expertise. Men spreekt met zoveel monden dat het een chaos wordt voor de beleidsmakers, maar zeker voor de bevolking die dit schabouwelijke schouwspel moet aanzien."Devroey wijst nog op andere pijnpunten in de crisis, zoals "de woonzorgcentra, die helemaal niet klaar waren om de hygiënische maatregelen toe te passen". Ziekenhuizen konden volgens hem sneller schakelen omdat het personeel er hoger geschoold is.Piet Stinissen (Uhasselt) roept op om ook oog te hebben voor positieve elementen, zoals het gebruik van digitale technologie, zorg op afstand, monitoring op afstand... "allemaal dingen waarover we al heel lang praten. Laat ons de verworvenheden en innovaties die versneld ingang hebben gevonden, koesteren, verderzetten en structureel inbedden in de gezondheidszorg."VeerkrachtEen tweede groot thema in het gesprek was de invloed van de coronacrisis op de opleiding geneeskunde. Dat de kwaliteit onder de pandemie en bijhorende maatregelen zou geleden hebben, wordt genuanceerd.Paul Herijgers: "Voor de ASO's van bepaalde disciplines is de kennismaking met bepaalde pathologieën lager geweest. Daartegenover staat dat ze ervaringen hebben opgedaan die in gewone omstandigheden moeilijk aan te leren zijn. De opleidingen duren minstens vier tot zes jaar. Als de coronacrisis tot één jaar beperkt blijft, zal er geen blijvende impact zijn op de kwaliteit van de opleiding.""Hetzelfde geldt voor de HAIO's: hun praktijk is sterk veranderd door de crisis, maar ze hebben tegelijk kansen gehad op het vlak van populatiemanagement en crisismanagement. Wat de basisopleiding geneeskunde betreft: gelukkig omvat die veel practica, vaardigheidstrainingen en stages."De decanen prijzen de veerkracht, de creativiteit en het engagement van de studenten. "Onze opdracht is om oog te hebben voor zij die door de mazen van het net dreigen te glippen", zo wijst Piet Hoebeke erop. In de geneeskundeopleiding aan de UGent heeft elke student een collega als mentor "en voor de eerste bachelor zijn die mentorgroepen fysiek blijven samenkomen, net wegens het grote belang ervan", vertelt hij.Er zijn ook woorden van lof voor de docenten, die snel geschakeld hebben naar online alternatieven.ArtsenquotaPaul Herijgers ziet aan de KU Leuven vooral de opleiding tandheelkunde stijgen, meer dan de opleiding geneeskunde. "De praktijkopleiding wordt een enorme uitdaging de komende jaren. Je kan een student op een patiënt laten oefenen, maar daar moet wel altijd een professional bij aanwezig zijn om te voorkomen dat de student uitschiet met de boor. We kunnen niet inleveren op veiligheid. Hetzelfde geldt voor de geneeskunde. De pediatrieën en de materniteiten zijn aan het krimpen. Toch zullen we over enkele jaren meer studenten een goede stageplaats moeten aanbieden. Dat wordt een zoektocht. Vandaar de nood aan een goede spreiding over de specialismen."Om naast de federale planningscommissie nu ook een Vlaamse planningscommissie te installeren, is een politieke beslissing, vindt Piet Hoebeke. "Is dat nodig? De cijfers en het kadaster zijn bekend. We weten nagenoeg alles. Maar zolang het financieringssysteem niet verandert en er spagaten met een factor tien in verloning tussen verschillende specialismen blijven, zal die grote wortel voor de neus van de studenten blijven hangen." Volgens Hoebeke speelt het vooruitzicht op een veel hoger inkomen nu eenmaal een rol bij de keuze voor een specialisme.Dirk Devroey ziet de coronacrisis als een kans die we met beide handen moeten grijpen. "Dit is een grote opportuniteit om niet alleen de financiering van de ziekenhuizen eens grondig te bekijken, maar ook van de eerste lijn. [...] Neem de HAIO's: 12 jaar geleden hadden we tweehonderd huisartsen in opleiding in Vlaanderen, vandaag duizend. Dat wil zeggen dat we achthonderd extra opleidingspraktijken hebben moeten vinden. Voor die praktijken wordt het minder evident om ook nog eens meer studenten van de basisopleiding te begeleiden, want ze hebben al hun handen vol met de HAIO's. De overheid moet daarom de opleidingspraktijken voor basisstudenten beter ondersteunen." Paul Herijgers: "De financiering van de gezondheidszorg over alle niveaus blijft complex. Er is niet onterecht koudwatervrees voor onvoorziene gevolgen. Als men aan één knop draait, kan er van alles in beweging komen."SamenwerkingTot slot prijst Guy Hubens de goede samenwerking onder de decanen. "Dat is misschien niet altijd zo geweest, maar vandaag hebben we heel korte lijnen. Ook dat heeft bijgedragen aan de vlotte realisatie van veel initiatieven, zowel voor onze studenten als voor de docenten."