Volgende week viert het Centrum voor Huisartsgeneeskunde in Antwerpen zijn 50-jarige bestaan. In Vlaanderen ontkiemde het academisch onderzoek op dit terrein in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen, voorloper van Domus Medica, dateert ook uit die tijd. Op enkele decennia ontbolsterde de 'algemeen geneeskundige' tot specialist huisartsgeneeskunde.

Een enorme, ingrijpende evolutie deed zich ook voor in de huisartsenpraktijk. Bevallingen bijvoorbeeld zijn anno 2022 nog nauwelijks besteed aan huisartsen. In de dagen van olim was dat bij wijze van spreken dagelijkse kost. Digitalisering en - bij voorkeur multidisciplinaire - groepspraktijken maakten hun opwachting.

De solist is bij startende jongeren een Rari nantes geworden. Enigszins noodgedwongen wellicht. Want in de 20ste eeuw was een doorsnee huisarts de klok rond bereikbaar - meewerkende echtgenote inbegrepen. Tegenwoordig heeft de groepspraktijk een telefoniste en werkt de arts deeltijds.

De solist is bij startende jongeren een Rari nantes geworden

Patiënten hebben geen vaste huisarts meer, wel een vaste huisartsenpraktijk. Wie de consultatie doet, hangt af van wie werkt. En het aantal huisbezoeken - nu met de fiets - liep fel terug. Twintig à dertig jaar geleden waren we nog 'wereldkampioen'.

Ook opmerkelijk: het mannenbastion dat geneeskunde ooit was, brokkelt af. Vrouwelijke huisartsen maken de dienst uit. Zoals in andere sectoren heeft dat impact op het maatschappelijke aanzien. De tijd van 'meneer doktoor' is al eventjes voorbij. De huisarts is een vrouw en heeft een voornaam.

Wat de tand des tijds gelukkig doorstaan heeft, is het vertrouwen van de mensen in hun huisarts. Politici en journalisten - om maar die twee beroepscategorieën te noemen - scoren slecht. Onveranderd blijft de huisarts echter de rots in de branding.

Volgende week viert het Centrum voor Huisartsgeneeskunde in Antwerpen zijn 50-jarige bestaan. In Vlaanderen ontkiemde het academisch onderzoek op dit terrein in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen, voorloper van Domus Medica, dateert ook uit die tijd. Op enkele decennia ontbolsterde de 'algemeen geneeskundige' tot specialist huisartsgeneeskunde. Een enorme, ingrijpende evolutie deed zich ook voor in de huisartsenpraktijk. Bevallingen bijvoorbeeld zijn anno 2022 nog nauwelijks besteed aan huisartsen. In de dagen van olim was dat bij wijze van spreken dagelijkse kost. Digitalisering en - bij voorkeur multidisciplinaire - groepspraktijken maakten hun opwachting. De solist is bij startende jongeren een Rari nantes geworden. Enigszins noodgedwongen wellicht. Want in de 20ste eeuw was een doorsnee huisarts de klok rond bereikbaar - meewerkende echtgenote inbegrepen. Tegenwoordig heeft de groepspraktijk een telefoniste en werkt de arts deeltijds. Patiënten hebben geen vaste huisarts meer, wel een vaste huisartsenpraktijk. Wie de consultatie doet, hangt af van wie werkt. En het aantal huisbezoeken - nu met de fiets - liep fel terug. Twintig à dertig jaar geleden waren we nog 'wereldkampioen'. Ook opmerkelijk: het mannenbastion dat geneeskunde ooit was, brokkelt af. Vrouwelijke huisartsen maken de dienst uit. Zoals in andere sectoren heeft dat impact op het maatschappelijke aanzien. De tijd van 'meneer doktoor' is al eventjes voorbij. De huisarts is een vrouw en heeft een voornaam. Wat de tand des tijds gelukkig doorstaan heeft, is het vertrouwen van de mensen in hun huisarts. Politici en journalisten - om maar die twee beroepscategorieën te noemen - scoren slecht. Onveranderd blijft de huisarts echter de rots in de branding.