In de daaropvolgende dagen kwam er namelijk vanuit verschillende hoeken enerzijds de erkenning dat het belangrijk is om doordacht te implementeren, maar anderzijds ook de vraag hoe je dit moet aanpakken.

Onder meer de gemeente Mol wil bijvoorbeeld in haar toekomstig beleidsplan meer aandacht besteden aan preventieve geestelijke gezondheidszorg voor jongeren, maar stelt zich terecht de vraag rond hoe ze de kwaliteit het beste vrijwaart. Hoe maak je die inschatting?

Gecentraliseerde kwaliteitscontrole kan een antwoord zijn, maar doorgedreven bureaucratisering en bijkomende regeltjes zijn niet per se wenselijk: er mag zeker ruimte blijven voor creativiteit en innovatie. We beroepen ons daarom beter op gezond verstand.

Die aanpak valt samen te vatten in een aantal aanbevelingen: 1) een interventie vertrekt bij voorkeur vanuit enige theoretische achtergrond of een duidelijk kader, 2) idealiter is een interventie in het verleden ook al geëvalueerd, bijvoorbeeld aan een Vlaamse kennisinstelling, 3) de resultaten van dat onderzoek zijn publiek beschikbaar en 4) vooraleer te implementeren is het aanbevolen om de onderbouwde mening van minstenstwee relevante autoriteiten in het domein (in)formeel af te toetsen. Dat gaat bijvoorbeeld om het Vlaams Instituut voor Gezond Leven, of om academici met kennis van zaken.

Het kaf van het koren scheiden is niet vanzelfsprekend, maar wel essentieel voor een kwalitatief aanbod van preventieve ggz

Uiteindelijk vergt zo'n kwaliteitscheck wel een inspanning. Het kan niettemin helpen om een zekere kwaliteit te garanderen en om doordacht aan de slag te gaan met interventies. Mijn eigen ervaring is dat experten ook graag en snel advies geven. Natuurlijk zijn dit mijn persoonlijke aanbevelingen. Onder het motto 'practice what you preach' zou ik dan ook aanraden om minstes een andere professional te bevragen rond zijn of haar kijk op dit onderwerp.

Ook Scott Lilienfeld, psycholoog en auteur van het boek 'De 50 grootste misvattingen in de psychologie' is die mening toegedaan in een recent interview in Knack: vertrouw nooit op een enkele mening of studie, maar ga steeds op zoek naar een bredere consensus. Het kaf van het koren scheiden mag dan niet vanzelfsprekend zijn, het is een essentieel onderdeel van een kwalitatief aanbod binnen onze preventieve geestelijke gezondheidszorg.

In de daaropvolgende dagen kwam er namelijk vanuit verschillende hoeken enerzijds de erkenning dat het belangrijk is om doordacht te implementeren, maar anderzijds ook de vraag hoe je dit moet aanpakken. Onder meer de gemeente Mol wil bijvoorbeeld in haar toekomstig beleidsplan meer aandacht besteden aan preventieve geestelijke gezondheidszorg voor jongeren, maar stelt zich terecht de vraag rond hoe ze de kwaliteit het beste vrijwaart. Hoe maak je die inschatting?Gecentraliseerde kwaliteitscontrole kan een antwoord zijn, maar doorgedreven bureaucratisering en bijkomende regeltjes zijn niet per se wenselijk: er mag zeker ruimte blijven voor creativiteit en innovatie. We beroepen ons daarom beter op gezond verstand. Die aanpak valt samen te vatten in een aantal aanbevelingen: 1) een interventie vertrekt bij voorkeur vanuit enige theoretische achtergrond of een duidelijk kader, 2) idealiter is een interventie in het verleden ook al geëvalueerd, bijvoorbeeld aan een Vlaamse kennisinstelling, 3) de resultaten van dat onderzoek zijn publiek beschikbaar en 4) vooraleer te implementeren is het aanbevolen om de onderbouwde mening van minstenstwee relevante autoriteiten in het domein (in)formeel af te toetsen. Dat gaat bijvoorbeeld om het Vlaams Instituut voor Gezond Leven, of om academici met kennis van zaken.Uiteindelijk vergt zo'n kwaliteitscheck wel een inspanning. Het kan niettemin helpen om een zekere kwaliteit te garanderen en om doordacht aan de slag te gaan met interventies. Mijn eigen ervaring is dat experten ook graag en snel advies geven. Natuurlijk zijn dit mijn persoonlijke aanbevelingen. Onder het motto 'practice what you preach' zou ik dan ook aanraden om minstes een andere professional te bevragen rond zijn of haar kijk op dit onderwerp. Ook Scott Lilienfeld, psycholoog en auteur van het boek 'De 50 grootste misvattingen in de psychologie' is die mening toegedaan in een recent interview in Knack: vertrouw nooit op een enkele mening of studie, maar ga steeds op zoek naar een bredere consensus. Het kaf van het koren scheiden mag dan niet vanzelfsprekend zijn, het is een essentieel onderdeel van een kwalitatief aanbod binnen onze preventieve geestelijke gezondheidszorg.