Naar aanleiding van de Warmste Week in december jl. kwam de 'Helper's High' weer ter sprake (Radio 1, De Wereld Vandaag).
Het begrip Helper's High gaat terug op het boek van Allan Luks en Peggy Payne getiteld 'The healing power of doing good' (1992, ISBN 978-0449904510). In het boek 'Why kindness is good for you' (2010, ISBN 978-1848501782) geschreven door David Hamilton, worden meer dan 250 studies besproken die de voordelen van helpende handen op een rijtje zetten.
Ik doe mezelf een plezier door anderen een plezier te doen, genereert een ketttingreactie van mentale en fysiologische effecten bij de 'People's Pleaser'. Neurotransmitters en hormonen, zoals endorfines, serotonine, vasopressine, dopamine (geluk, euforie, orgasme, roes) en oxytocine ("the love hormone") worden bij de 'Happy Helpers' vrijgesteld.
Specifieke delen van de hersenen die gelinkt zijn met plezier, sociale connectie en geloof, lichten op bij MRI scans (bv. anterieure delen van de prefrontale kwab).
Zo ontstaat de eigenlijke rush of kick. We weten dat geld wegschenken ongeveer één week een goed gevoel geeft. Als de ontvanger dankbaar is of als de situatie sterk verbeterd is de high nog higher (Kesenheimer et al., J Appl Soc Psychol, 2023).
Maar is dit allemaal nieuw? Als we de Bijbel erbij nemen, zijn er meer dan dertig verzen te vinden over het helpen van andere mensen (bijvoorbeeld de Barmhartige Samaritaan (Lucas 10: 25-37)). Sint-Maarten scheurde zijn mantel in tweeën, één helft voor een bedelaar, de andere helft behoorde toe aan Rome. In de zeventiende eeuw verklaarde de Fransman François de la Rochefoucaul dat vrijgevigheid meer trots geeft aan de gever dan het geschenk aan de ontvanger. Heropbloei van de notie van het reciprook effect was er in de jaren tachtig. Dus zeker niets nieuws onder de zon.
Er is één gevaar dat om de hoek komt kijken bij liefdadigheid
Er werd zelfs een nieuw woord geïntroduceerd: prosociaal gedrag. Dit is het gedrag waarbij anderen geholpen worden, bijvoorbeeld door belangeloos te delen met elkaar, te gaan samenwerken, te doneren (geld, bloed) of door vrijwilligerswerk te doen. Het vormt de sociale lijm binnen de maatschappij. Bij de Bosjesmannen of San is het zelfs de sociale norm.
In tegenstelling tot wat lang geloofd werd, is altruïsme niet geheel onbaatzuchtig, want de milde gever heeft er dus baat bij. Sommige onderzoeken tonen zelfs aan dat de gever er méér bij te winnen heeft dan de ontvanger, zoals al gesuggereerd werd in de 17de eeuw. Altruïsme verbetert zowel mentale, morele als fysieke gezondheid bij de schenker.
Empathie, zijnde mededogen maar geen medelijden, is nauw verbonden met prosociaal gedrag. Het wordt frequenter gezien bij oudere mensen dan bij jongvolwassenen. De ouderen zouder er meer bij te winnen hebben.
Compassie is dan weer de bereidheid om iemand te helpen. Filantropie, de liefde voor de mensheid, is zorgen voor mensen door vrijwillig geven van geld, goederen of inzet (bv. de Bill Gates Foundation).
Er is één gevaar dat om de hoek komt kijken bij al deze liefdadigheid. De 'Helper's Hangover' bestaat uit emotionele belasting en uitputting (compassion fatigue), en treedt op als je niet oplet en je grenzen niet stelt en bewaakt. Het resultaat is dat er energieverlies ontstaat en dat daardoor minder mensen geholpen kunnen worden.
Steek je handen niet in je zakken maar steek ze uit de mouwen. Maar help maten met mate!
"We zijn toch op de wereld om mekaar te helpen, niewaar?" (Annie M.G. Schmidt, 't Schaep met de 5 pooten, 1960)