Er bestaan verschillende andere namen voor 'abnormaal invasieve placenta', wat het moeilijk maakt de literatuur uit te vlooien en wat leidt tot verwarring over de prevalentie ervan. Afhankelijk van de mate van invasie wordt een abnormaal invasieve placenta 'placenta accreta, increta of percreta' genoemd. We spreken van placenta percreta als de placenta helemaal door de baarmoeder groeit. Een abnormaal invasieve placenta komt na de bevalling niet los van de baarmoeder. De oorzaak is niet bekend. Er zijn wel enkele risicofactoren beschreven.

In-vitrofertilisatie en chirurgie van de baarmoeder (met inbegrip van een keizersnede) correleren met een hoger risico op abnormaal invasieve placenta bij een latere zwangerschap. Dat betekent dat de incidentie van abnormaal invasieve placenta, die over het algemeen vrij laag is, toch vrij hoog kan zijn in geselecteerde groepen. Dat is belangrijk voor de screening, legt dr. Frederic Chantraine van de Universiteit van Luik uit.

De belangrijkste risicofactor voor abnormaal invasieve placenta is een combinatie van placenta praevia (een placenta die geheel of gedeeltelijk de cervix bedekt) en een voorgeschiedenis van keizersnede. Bij de echografie tijdens het tweede zwangerschapstrimester moet aan de vrouwen expliciet worden gevraagd of ze ooit een keizersnede hebben ondergaan. Volgens dr. Chantraine is een echografie een belangrijk screeningsonderzoek, dat een sensitiviteit van 90,7% en een specificiteit van 96,9% heeft in een hoogrisicopopulatie (1).

In een recente studie bij 22.604 zwangere vrouwen werden 14 gevallen van abnormaal invasieve placenta gedetecteerd (2). Op grond van die gegevens formuleert dr. Chantraine een eenvoudige aanbeveling: "Elke patiënte moet worden gescreend. Bij vrouwen met een voorgeschiedenis van keizersnede of een andere vorm van baarmoederchirurgie moet je nog beter kijken. Bij vermoeden van een abnormaal invasieve placenta moet je een tweede advies vragen."

Beeldvorming door middel van magnetische kernspinresonantie kan nuttig zijn in aanvulling op een echografie. MRI kan extra informatie geven als een echografie alleen geen uitsluitsel geeft. De International Society for AIP heeft onlangs een standaardprotocol gepubliceerd voor de diagnose van abnormaal invasieve placenta met MRI (3).

Een abnormaal invasieve placenta kan conservatief of chirurgisch (postpartale hysterectomie) worden behandeld. Veelal zal chirurgie vereist zijn wegens ernstige bloedingen.

  • D'Antonio F, Iacovella C, Bhide A. Prenatal identification of invasive placentation using ultrasound: systematic review and meta-analysis. Ultrasound Obstet Gynecol. 2013 Nov;42(5):509-17.
  • Panaiotova J et al. Screening for morbidly adherent placenta in early pregnancy. Ultrasound Obstet Gynecol. 2019 Jan;53(1):101-106.
  • Morel O et al. A proposal for standardized magnetic resonance imaging (MRI) descriptors of abnormally invasive placenta (AIP) - From the International Society for AIP. Diagn Interv Imaging. 2019 Jun;100(6):319-325.

Bron: Symposium "Pregnancy: Abnormally Invasive Placenta (AIP)" op het ESG 2019, 17 oktober 2019, Wenen

Er bestaan verschillende andere namen voor 'abnormaal invasieve placenta', wat het moeilijk maakt de literatuur uit te vlooien en wat leidt tot verwarring over de prevalentie ervan. Afhankelijk van de mate van invasie wordt een abnormaal invasieve placenta 'placenta accreta, increta of percreta' genoemd. We spreken van placenta percreta als de placenta helemaal door de baarmoeder groeit. Een abnormaal invasieve placenta komt na de bevalling niet los van de baarmoeder. De oorzaak is niet bekend. Er zijn wel enkele risicofactoren beschreven. In-vitrofertilisatie en chirurgie van de baarmoeder (met inbegrip van een keizersnede) correleren met een hoger risico op abnormaal invasieve placenta bij een latere zwangerschap. Dat betekent dat de incidentie van abnormaal invasieve placenta, die over het algemeen vrij laag is, toch vrij hoog kan zijn in geselecteerde groepen. Dat is belangrijk voor de screening, legt dr. Frederic Chantraine van de Universiteit van Luik uit. De belangrijkste risicofactor voor abnormaal invasieve placenta is een combinatie van placenta praevia (een placenta die geheel of gedeeltelijk de cervix bedekt) en een voorgeschiedenis van keizersnede. Bij de echografie tijdens het tweede zwangerschapstrimester moet aan de vrouwen expliciet worden gevraagd of ze ooit een keizersnede hebben ondergaan. Volgens dr. Chantraine is een echografie een belangrijk screeningsonderzoek, dat een sensitiviteit van 90,7% en een specificiteit van 96,9% heeft in een hoogrisicopopulatie (1). In een recente studie bij 22.604 zwangere vrouwen werden 14 gevallen van abnormaal invasieve placenta gedetecteerd (2). Op grond van die gegevens formuleert dr. Chantraine een eenvoudige aanbeveling: "Elke patiënte moet worden gescreend. Bij vrouwen met een voorgeschiedenis van keizersnede of een andere vorm van baarmoederchirurgie moet je nog beter kijken. Bij vermoeden van een abnormaal invasieve placenta moet je een tweede advies vragen."Beeldvorming door middel van magnetische kernspinresonantie kan nuttig zijn in aanvulling op een echografie. MRI kan extra informatie geven als een echografie alleen geen uitsluitsel geeft. De International Society for AIP heeft onlangs een standaardprotocol gepubliceerd voor de diagnose van abnormaal invasieve placenta met MRI (3).Een abnormaal invasieve placenta kan conservatief of chirurgisch (postpartale hysterectomie) worden behandeld. Veelal zal chirurgie vereist zijn wegens ernstige bloedingen.Bron: Symposium "Pregnancy: Abnormally Invasive Placenta (AIP)" op het ESG 2019, 17 oktober 2019, Wenen