Frank Robben, digitale overheidsgoeroe sinds mensenheugenis, lichtte vorige week zijn plannen voor cyberspace toe. Nog relatief vaag maar daarom niet minder belangrijk.

De juiste koers voorbereiden, is uiteraard essentieel. Tegelijk mogen we niet uit het oog verliezen dat er hic et nunc manifest veel klachten zijn over de informaticasystemen van de overheid. Niets zo ergerlijk als software die vastloopt, een eindeloos herhaalde error-boodschap of een hulplijn die niet helpt. Het zal je patiënt maar wezen.

Zelfs al gaat het dan niet eens altijd over informaticafouten. Vraag is ook of iedereen mee is. De virtuele wereld evolueert razendsnel, zorgverleners zijn niet noodzakelijk nerds. Software en systemen moeten op een gebruiksvriendelijke manier doen waarvoor ze ontworpen zijn. Dat is essentieel. Eveneens uit den boze: onleesbare, 200 pagina's dikke manuals. Niet zelden loopt het fout op communicatie. Informatici moeten eindelijk leren de taal van de gewone sterveling te spreken.

Informatici moeten eindelijk leren de taal van de gewone sterveling te spreken

Ook beveiliging vormt een Achilleshiel. Het actuele voorbeeld van het Luxemburgse Vivalia spreekt boekdelen. Cyberattacks zijn een ramp voor organisaties, gebruikers en patiënten.

Frank Robben kondigde een verruimde toegankelijkheid van gezondheidsgegevens aan. Meer zorgverleners zouden een virtuele inkijk krijgen in (delen van) dossiers. Wie claimt het eigenaarschap van gevoelige medische informatie? En daarmee samenhangend: hoe ver gaan we met de uitwisseling van - geanonimiseerde, geaggregeerde - gezondheidsgegevens? Ontegensprekelijk vormt dat een goudmijntje. Is het echter geen brug te ver om data zomaar te verkopen aan de meest biedende?

En tot slot. Centen zijn de zenuw van elke oorlog. Nieuwe systemen, software, communicatie, beveiliging, fouten voorkomen of snel herstellen... alles kost geld. Is dat er?

Frank Robben, digitale overheidsgoeroe sinds mensenheugenis, lichtte vorige week zijn plannen voor cyberspace toe. Nog relatief vaag maar daarom niet minder belangrijk. De juiste koers voorbereiden, is uiteraard essentieel. Tegelijk mogen we niet uit het oog verliezen dat er hic et nunc manifest veel klachten zijn over de informaticasystemen van de overheid. Niets zo ergerlijk als software die vastloopt, een eindeloos herhaalde error-boodschap of een hulplijn die niet helpt. Het zal je patiënt maar wezen. Zelfs al gaat het dan niet eens altijd over informaticafouten. Vraag is ook of iedereen mee is. De virtuele wereld evolueert razendsnel, zorgverleners zijn niet noodzakelijk nerds. Software en systemen moeten op een gebruiksvriendelijke manier doen waarvoor ze ontworpen zijn. Dat is essentieel. Eveneens uit den boze: onleesbare, 200 pagina's dikke manuals. Niet zelden loopt het fout op communicatie. Informatici moeten eindelijk leren de taal van de gewone sterveling te spreken.Ook beveiliging vormt een Achilleshiel. Het actuele voorbeeld van het Luxemburgse Vivalia spreekt boekdelen. Cyberattacks zijn een ramp voor organisaties, gebruikers en patiënten. Frank Robben kondigde een verruimde toegankelijkheid van gezondheidsgegevens aan. Meer zorgverleners zouden een virtuele inkijk krijgen in (delen van) dossiers. Wie claimt het eigenaarschap van gevoelige medische informatie? En daarmee samenhangend: hoe ver gaan we met de uitwisseling van - geanonimiseerde, geaggregeerde - gezondheidsgegevens? Ontegensprekelijk vormt dat een goudmijntje. Is het echter geen brug te ver om data zomaar te verkopen aan de meest biedende? En tot slot. Centen zijn de zenuw van elke oorlog. Nieuwe systemen, software, communicatie, beveiliging, fouten voorkomen of snel herstellen... alles kost geld. Is dat er?