...

Dat België vergrijst, is geen nieuws. Zowel het aantal ouderen als hun aandeel in de bevolking zal de komende decennia stijgen. Tegen 2050 zal het aantal 65-plussers in ons land met een derde toenemen, het aantal 80-plussers zal zelfs verdubbelen. Door de stijgende levensverwachting en het dalende vruchtbaarheidscijfer groeit het aandeel 65-plussers in de totale bevolking van 19,6 procent in 2022 naar 25,1 procent in 2050, zo voorspellen het Federaal Planbureau en Statbel. Die vergrijzing zorgt voor heel wat maatschappelijke uitdagingen, niet in het minst in de gezondheidszorg. Niet iedereen zal in goede gezondheid oud worden. Volgens Eurostat bedraagt de te verwachten morbiditeitsperiode voor een vrouw van 65 gemiddeld 10,2 jaar en voor een man van 65 zeven jaar. Om het gezondheidsprofiel van ouderen in detail te schetsen, analyseerde de studiedienst van de CM de facturatiegegevens van de ziekteverzekering en de profielgegevens van CM-leden die in de periode 2016-2022 65 jaar of ouder waren. Op basis van facturatiegegevens voor ambulant afgeleverde geneesmiddelen uit Farmanet en voor bepaalde specifieke prestaties werd nagegaan of ouderen aan een of meer van 22 chronische aandoeningen lijden. Dat blijkt voor vier vijfde van de onderzochte populatie het geval. De meest voorkomende chronische aandoeningen zijn hart- en vaatziekten. 68,4 procent van de 65-plussers gebruikt antihypertensiva of medicijnen voor harttherapie. Op de tweede plaats staan trombosen: 41,2 procent van de 65-plussers gebruikt antitrombotica. Daarna volgen diabetes (18 procent), mentale stoornissen (13,2 procent), COPD (9,8 procent), en schildklieraandoeningen (9,2 procent). De studiedienst van CM ging ook na op welke gezondheidszorgbeoefenaars ouderen een beroep doen. De huisarts is voor ouderen de referentiepersoon als het op gezondheid aankomt. 93,5% van de 65-plussers en maar liefst 96,6% van de 85-plussers heeft in de loop van een kalenderjaar minstens één contact met de huisarts. Driekwart van de 65-plussers bezoekt een of meer specialisten. De top-vijf van specialisten die het meest geraadpleegd worden zijn de oftalmologen, cardiologen, orthopedisten, dermatologen en internisten. Deze vijf zijn goed voor 53,7% van alle ambulante contacten met specialisten. 65-plussers doen ook vaak een beroep op spoedeisende hulp. In 2022 belandde 20,2 procent van de 65-plussers minstens één keer op spoed. 85-plussers hebben bijna één kans op drie (32,6%) om in de loop van een jaar op de spoedafdeling terecht te komen.De overgrote meerderheid van de 65-plussers gebruikt een of meer ambulant afgeleverde geneesmiddelen; slechts 4,4% van de 65-plussers gebruikt er geen. Voor ruim 80% gaat het op jaarbasis om minstens 180 DDD's (gestandaardiseerde dagelijkse dosis), wat wijst op geneesmiddelengebruik over een langere periode en/of op het gelijktijdig gebruik van meerdere geneesmiddelen.Deze cijfers zijn deels verklaarbaar door de prevalentie van chronische aandoeningen en comorbiditeit, maar illustreren volgens CM ook dat België koploper is wat betreft geneesmiddelengebruik. Uit de profielgegevens van CM-leden konden de onderzoekers afleiden dat een op de drie 65-plussers alleen woont (eenpersoonshuishouden). In Brussel is dat zelfs bijna de helft. Dat is niet onbelangrijk, want alleen wonen is een risicofactor voor een mindere gezondheid en vereenzaming. Ouderen met een VT-statuut hebben systematisch slechtere gezondheidsindicatoren. Wel daalde het aandeel 65-plussers met VT van 29% in 2016 naar 25% in 2022 - wellicht door de toegenomen arbeidsmarktparticipatie van vrouwen waardoor meer gezinnen over twee pensioenen beschikken, en de herwaardering van de laagste pensioenen. "De conclusie van onze studie is duidelijk: onze senioren zijn kwetsbaar en niet iedereen wordt oud in goede gezondheid", zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp. "Een kwart van de senioren heeft het VT-statuut, het aantal rechthebbenden op het statuut chronische aandoening neemt toe en een derde van de ouderen woont alleen. De toenemende vergrijzing zet de samenleving voor een grote uitdaging. Daarom moeten we nu al inspelen op de stijgende zorgvragen van de toekomst, voor het te laat is."