...

Professor Albert Wolthuis: "Het is bekend dat ziekenhuizen momenteel kampen met schaarste op alle niveaus. Op de afdeling abdominale chirurgie heeft iedereen een druk programma met electieve ingrepen. We zijn met een tiental chirurgen, elk met zijn eigen subspecialisatie. Daarnaast hebben we een drukke spoed, waar we mensen zien met acute appendicitis, acute calculeuze cholecystitis, anale abcessen,... Daarvoor staan we met zijn allen in. De electieve operaties en de spoedingrepen komen met elkaar in competitie. Mensen die met een acuut probleem op de spoed terechtkomen, moeten vaak wachten tot het OK vrijkomt. Dikwijls overnachten ze in het ziekenhuis in afwachting van een operatie. Maar we beseffen dat patiënten eigenlijk enkele uren na een appendectomie of een cholecystectomie weer naar huis zouden kunnen. Dokter Halit Topal: "Wanneer zich op de spoed een urgent probleem aandient, proberen we dat nog in te plannen in de loop van de dag. De meeste urgente ingrepen zijn relatief eenvoudig. Maar het programma van electieve ingrepen laat nu weinig ruimte. Een appendicitis moet dikwijls tot 's avonds wachten. Op een drukke dag met enkele orgaantransplantaties, wordt het meteen de volgende dag. Hopelijk dan 's ochtends, maar misschien ook weer pas 's avonds. Na een avondlijke operatie stuur je iemand niet meer naar huis - dat is na een niet-electieve ingreep ook nog niet de gewoonte. Maar dat wil zeggen dat voor een simpele ingreep, iemand twee nachten een ziekenhuisbed bezet. Eigenlijk een verspilling." "Stel, een jongeman komt om 10 u. 's ochtends op de spoed, met pijn in de rechteronderbuik. Na een work-up luidt de diagnose appendicitis. Hij wordt op de urgentielijst gezet om zo spoedig mogelijk geopereerd te worden. De jongen is voor de rest perfect gezond, hij is goed omringd. Hij kan een paar uur na de operatie evengoed naar huis. Wat we zouden willen is een OK speciaal reserveren om dit soort ongeplande, urgente ingrepen zo snel mogelijk ambulant uit te voeren. De infrastructuur is in ons UZ niet het grote probleem. Het komt erop aan het personeel te vinden." "Kan de jongeman toch niet meteen geopereerd worden, dan kun je hem naar huis laten gaan en de volgende ochtend laten terugkeren. Je doet dat niet zomaar. Je geeft de persoon instructies wat hij moet doen wanneer er iets gebeurt. Je geeft hem het nummer van de arts van wacht in het ziekenhuis. Eventueel kan gedacht worden aan een wearable waarmee we de vitale parameters kunnen opvolgen in het ziekenhuis. Belangrijk is dat de patiënt zich ook comfortabel en veilig voelt bij dit systeem.""We schatten dat 70% van alle urgente galblaasoperaties en 80% van alle urgente appendectomieën die via de spoedgevallen binnenkomen op deze manier kunnen behandeld worden. Dit komt neer op 300 à 350 ligdagen per jaar die zo uitgespaard kunnen worden. Dat is genoeg om voor 20 pancreaspatiënten een Whipple-operatie te plannen. Want de incidentie van pancreaskanker neemt toe. Ook het aantal gevallen van colonkanker, bijvoorbeeld, zal met de vergrijzing alleen maar stijgen. Daar schuilen nu de reële behoeften." Maar je moet dan wel het personeel voor het OK vinden, en dat is ook schaars? Wolthuis: "Het OK-team bestaat uit een abdominaal chirurg, een anesthesist en verpleegkundigen die zich beschikbaar moeten houden. Chirurgen zijn er niet te veel, maar daar zit niet de bottleneck." Topal: "Het gaat om een reallocatie van middelen. Wanneer je dit soort ingrepen systematischer overdag gaat uitvoeren en opnamen 's nachts vermijdt, heb je 's avonds en 's nachts ook minder assistenten en verpleegkundigen nodig. Om een volledig (spoed-)OK in het dagziekenhuis te benutten, zouden we ook kunnen samenwerken met andere diensten." Wolthuis: "Het komt erop neer dat je urgenties op een planmatige manier benadert en de aanpak stroomlijnt zodat je de ingrepen er niet op late uren moet bijnemen. Je houdt bovendien deze patiënten weg van het OK dat voor de (complexe) electieve ingrepen wordt gebruikt."Topal: "Het grootste deel van de electieve ingrepen voor galstenen in Gasthuisberg gebeurt al in het dagziekenhuis. Wat we voorstellen is een extrapolatie van dat systeem naar de spoedgevallen bij een geselecteerde groep patiënten die daartoe bereid zijn. Dat is perfect mogelijk en verantwoord." "We willen zeker vermijden dat patiënten, die we kort weer naar huis laten gaan, zich aan hun lot overgelaten voelen. Ten eerste zijn er belangrijke criteria - medisch, sociaal en psychisch - waaraan de patiënt moet beantwoorden voordat hij hiervoor in aanmerking komt. De patiënt moet thuis goed omringd zijn en zich vlot naar het ziekenhuis kunnen verplaatsen. Ten tweede moet dit ook de voorkeur hebben van de patiënt. Als hij te veel pijn heeft of zich over iets zorgen maakt, blijft een opname steeds mogelijk. Ten derde volgen we indien nodig de patiënt vanuit het ziekenhuis mee op, zodat hij virtueel toch nog in het ziekenhuis aanwezig is. De patiënt kan steeds direct de permanentie in het ziekenhuis bereiken." Het project staat volop in de steigers en zou binnenkort kunnen starten. Met het management van het ziekenhuis worden de struikelblokken weggewerkt. Wereldwijd is er een trend om steeds meer electieve ingrepen in dagopname uit te voeren. Maar over urgente, ongeplande ingrepen in een ambulante setting is in de internationale literatuur weinig gepubliceerd. Is het dan niet aangewezen om in UZ Leuven daarover onderzoek uit te voeren? Topal: "We houden de gegevens over onze patiënten bij in een prospectieve databank. We willen zeker onze resultaten ook publiceren. Ik zou mijn masterthesis voor management in de gezondheidszorg aan dit project willen wijden." "Na twee maanden plannen we een tussentijdse evaluatie. Wanneer we na een jaar voldoende data hebben verzameld, willen we die vergelijken met de gegevens van een jaar waarin we het nieuwe systeem nog niet hebben toegepast. We bekijken dan welk impact dit heeft gehad. Hoeveel ligdagen hebben we uitgespaard? Welke financiële gevolgen had dit voor ons ziekenhuis? Ook toen we electieve cholecystectomieën in het dagziekenhuis zijn gaan uitvoeren is dit gebeurd en gepubliceerd." Wolthuis: "De bedoeling is de veiligheid continu te monitoren. We hebben een goede werkrelatie met de dienst anesthesiologie, zodat we het systeem onmiddellijk kunnen bijsturen. Met de publicatie van de tussentijdse resultaten hopen we daarnaast ruime belangstelling te wekken voor deze innoverende manier van werken. Jaarlijks vinden er in België tussen de 16.000 en de 30.000 appendectomieën en galblaasoperaties plaats. We hopen bij de overheid de interesse te kunnen wekken om deze nieuwe aanpak te stimuleren." Topal: "We mikken erop om 80% van de appendectomieën en 70% van de galblaasoperaties in het dagziekenhuis uit te voeren. We rekenden op basis van de gegevens voor 2019 uit dat we als we dat naar heel België extrapoleren, we 9 miljoen euro per jaar uitsparen. Maar onze ziekenhuizen zouden vooral meer schaars zorgpersoneel kunnen inzetten voor patiënten die het echt nodig hebben."