Prof. dr. Jürgen Pieters van de vakgroep letterkunde aan de UGent schreef met 'Een boekje troost' een boekje over, welja, troost in de literatuur.
...
Met Literature and Consolation: Fictions of Comfort bracht professor letterkunde Jürgen Pieters in mei van vorig jaar een boek uit over literatuur en troost. "Telkens als ik daar een lezing over gaf, merkte ik dat mensen dat een interessant onderwerp vonden", zegt hij. In oktober volgde daarom een beknopter Nederlandstalig boek over hetzelfde onderwerp. Een boekje troost is een verzameling korte, vlot leesbare, maar allesbehalve oppervlakkige stukjes over troost in de literatuur, vol handvatten voor wie nog meer wil lezen. Hoe bent u op dit onderwerp uitgekomen?Jürgen Pieters: Ik ben er al tien jaar mee bezig. Het is begonnen met een oud project over Constantijn Huygens, waar een troostgedicht in naar voren kwam. Huygens' vriendin werd blind en hij troostte haar met de gedachte dat ze dan, bijna religieus, beter naar binnen kon kijken. Na haar overlijden kreeg hij een troostbrief van René Descartes. Dat was het soort brief waaruit je vandaag zou concluderen dat hij blij moest zijn dat zijn vrouw dood was. Ik vroeg mij af of dat aan de lompheid van Descartes lag. Maar naarmate ik mij erin verdiepte, merkte ik dat troost in de Oudheid, de Middeleeuwen of de Renaissance anders was dan nu. Niet iedereen staat ervoor open om zich te laten troosten, blijkt uit uw boek.Er zijn mensen die niet getroost willen worden, vanuit de idee dat zich laten troosten gelijkstaat met zich neerleggen bij het verlies. Ook bij Susan Sontag (Amerikaanse schrijfster, activiste en filosofe, nvdr) kom je dat tegen: ze werd ernstig ziek, maar wilde niet getroost worden, omdat ze dat zag als een vorm van opgeven. Maar aanvaarden is niet hetzelfde als berusting. Dat is wat ook de auteur Michael Ignatieff in zijn boek On Consolation benadrukt. In het UZ Gent liep een proefproject waarbij studenten geneeskunde verhalen voorlazen aan patiënten om erover van gedachten te wisselen.De onderliggende idee van professor Tessa Kerre, die hematoloog is, was om een gesprek tussen patiënt en arts op gang te brengen. De studenten die deelnamen vonden dat een verrijkende ervaring. Ze leerden op een andere manier met hun patiënten om te gaan. We gaan proberen wat meer samen te werken door een vak literatuur en zorg op te starten. Het juiste boek lezen op het juiste moment leidt tot het ver- hogen van je welzijn. Bibliotherapie, zoals met het noemt, draait rond de vraag welk boek is goed voor wie. Al kan het soms ook een averechts effect hebben. Je hebt bibliotherapeuten, in de Angelsaksische wereld vooral, die er hun beroep van maken om bij een bepaalde situatie een boek aan te bevelen. Je vindt het project onder andere in het Nederlands vertaald terug als de 'Boekenapotheek'. Er zitten ook grappige voorstellen tussen, zoals welk boek je moet lezen als je problemen hebt met je schoonmoeder. Vooral in de Verenigde Staten integreren ze het vak literatuur in de medische opleiding. Een van de teksten die dan altijd terugkomt, is De dood van Ivan Iljitsj van Leo Tolstoj, over een stervende. Je verneemt zijn gedachten tijdens het stervensproces. Of het voor iedereen werkt, is een andere vraag, maar het idee erachter is het empathisch vermogen van artsen te verhogen. Maar je kan er ook sceptisch over zijn. De nazibeulen lazen uiteindelijk ook literatuur, hé. Welk boek kan u artsen aanbevelen?Wat ik zelf een mooi boek vond, is The End of your Life Book Club van de Amerikaan Will Schwalbe. Hij schrijft het verhaal van zijn moeder die in een kankerbehandeling zit en die hij vergezelt naar het ziekenhuis. Ze richten samen een boekenclub op. In korte stukjes verneem je hoe ze samen boeken lezen, hoe dat helpt om in het reine te komen met haar dood voor haar en met het verdwijnen van haar aanwezigheid voor hem. De moeder is bovendien religieus en de zoon niet, wat ook maakt dat elke lezer er anders op zal reageren. Een patiënt diagnosticeren is een beetje zoals een literaire tekst lezen. Je kijkt naar signalen en je probeert daar een betekenis aan te geven. Maar je moet er als arts of student geneeskunde en als patiënt ook voor open staan, natuurlijk.