...

Eén ding is zeker: het microbioom van patiënten met de ziekte van Parkinson verschilt sterk van wat men bij een gezonde persoon aantreft. Op zich zegt dat niets over een potentieel causaal verband, maar uit een aantal onderzoeksgegevens kan men afleiden dat de verstoorde darmflora mogelijk de oorzaak is, en de ziekte van Parkinson het gevolg."Een recente studie, gebaseerd op een behandeling in de jaren 1980, levert daarvoor vrij overtuigende argumenten aan", zegt moleculair celbioloog Roosmarijn Vandenbroucke (VIB-UGent). "Men stelde vast dat patiënten die in het verleden voor maagzweren werden behandeld met een vagotomie, een lagere kans op Parkinson hadden dan controlepersonen." Deze vaststelling was in lijn met wat men nog meer wist: namelijk dat alfa-synucleïne, het afwijkende eiwit dat men vindt in de hersenen van parkinsonpatiënten, al in een vroeger stadium aanwezig is... in de darm. "Dit leidde tot de veronderstelling dat alfa-synucleïne daar het eerst ontstaat en daarna via de nervus vagus de hersenen bereikt, wat het beschermende effect van vagotomie kan verklaren. Met dierproeven hebben we overigens die migratie vanuit de darm langs de nervus vagus in het licht kunnen stellen."Daarnaast weet men dat er bij parkinson-patiënten vaak niet-motorische symptomen optreden tientallen jaren vóór de motoriek aangetast raakt. Eén van die symptomen is constipatie, wat ons opnieuw bij de darm brengt. En tenslotte: het afwijkende alfa-synucleïne kent een specifieke spreiding in de hersenen. Men vindt het meestal eerst in de bulbus olfactorius en de hersenstam. Laat nu precies die twee hersenregio's in contact staan met het microbioom van het lichaam: de bulbus olfactorius met de neus-flora, en de hersenstam met de darm, via de nervus vagus.Maar wat is dan de eigenlijke rol van de darmflora bij het ontstaan van de ziekte? Onderzoekers zijn er nog niet helemaal uit. Alfa-synucleïne is fysiologisch aanwezig in het lichaam, maar gaat zich bij de ziekte van Parkinson op een afwijkende manier opvouwen, waardoor het aggregaten vormt. Die aggregaten zijn microscopisch zichtbaar als Lewy bodies. "Men denkt dat inflammatie de aggregatie van alfa-synucleïne kan bevorderen", aldus prof. Vandenbroucke. "Nu weet men dat sommige microbioomprofielen een meer inflammatoir karakter hebben dan andere. Het is echter nog niet duidelijk op welke factoren van het proces de inflammatoire darmflora precies inwerkt: een verhoogde aanmaak van alfa-synucleïne, het verkeerd opvouwen van het eiwit met ontstaan van de aggregaten, of ook nog eens de migratie langs de nervus vagus."Hoe dan ook, Roosmarijn Vandenbroucke en haar collega's in Gent en Leuven (*) hebben intussen een onderzoek opgestart om na te gaan of men bij parkinsonpatiënten de evolutie van de symptomen kan beïnvloeden met stoelgangtransplantatie. Het gaat om een placebogecontroleerde dubbelblinde studie. De patiënten zullen een stoelgang transplantatie krijgen, hetzij met de eigen stoelgang (placebo), hetzij met de stoelgang van een gezonde donor (behandelde groep). Tijdens een follow-up van één jaar kijkt men of transplantatie met de stoelgang van een gezonde donor de sympto- matologie stabiliseert of - in het beste geval - doet wijken.Daarnaast zullen een aantal andere aspecten worden onderzocht, zoals het nasale en orale microbioom van de patiënten. Met darmbiopten gaat men na of de donorstoelgang de darminflammatie onder controle brengt.Spannend is het wel. Als de stoelgangtransplantatie een gunstig effect teweegbrengt, hebben we voor het eerst een behandeling die bij parkinsonpatiënten op het ziektemechanisme ingrijpt, in plaats van zuiver op de symptomen. En mocht dat te hoog gegrepen zijn, dan komt er mogelijk toch nog iets positiefs uit de bus. "Recent onderzoek toont aan dat bepaalde microbioomprofielen een ongunstige weerslag hebben op de resorptie van levodopa vanuit de darm", kadert Roosmarijn Vandenbroucke. "Als blijkt dat de stoelgangtransplantatie het microbioom 'gezonder' maakt, kan het effect van de medicatie daardoor dus worden verbeterd. Vandaar dat ook al deze extra parameters (micro-bioomsamenstelling, darminflammatie, enz.) in ons onderzoek nauwlettend zullen opgevolgd worden."