...

Dat obligaties in 2022 een slechte investering waren, valt niet te ontkennen: globaal gezien daalden ze bijna even sterk als aandelen! In dollar uitgedrukt gingen ze met 16,2% achteruit tegenover 19,4% voor aandelen. Voor staatsobligaties (d.w.z. uitgegeven door overheden) in de eurozone ging het nog harder met een crash van -18,5%, een triest wereldrecord. Toch mag men dit niet als enige reden aanhalen om obligatiebeleggingen definitief af te schrijven. Want het is even onweerlegbaar dat 2022 een uitzonderlijk negatief jaar was, met rentetarieven die niet zomaar herstelden of stegen, maar werkelijk explodeerden. Die term is niet overdreven als je kijkt naar het rendement op de 10-jarige Duitse staatsobligatie, bekend als de Bund, die in een jaar tijd steeg van 0% naar 2,3%! De bovengenoemde crash van staatsobligaties in euro moeten we wel in het juiste perspectief plaatsen, want tot begin 2022 leverden ze nul procent op of zelfs negatieve rendementen. Dus jarenlang waren beleggers helemaal niet gehaast om die obligaties te kopen, dus hun verliezen waren zeker veel beperkter dan bij aandelen. Kunnen we dan op basis van deze twee elementen het jaar 2022 beschouwen als een uitzondering, een spijtige tegenvaller, maar die uiteindelijk niets verandert aan de defensieve kwaliteiten die aan obligaties worden toegeschreven? Obligaties zullen wel altijd hun plaats hebben in een gediversifieerde portefeuille, maar toch blijkt uit een studie van de Amerikaanse bank JP Morgan dat Duitse obligaties (die als de maatstaf voor de eurozone worden gezien) tijdens de covidcrisis niets hebben opgebracht, niettegenstaande de instortende aandelenmarkten. Het is zo dat hun rendement negatief was, maar als beleggers die op zoek waren naar veiligheid er massaal op hadden ingetekend, zouden ze in waarde zijn gestegen. Dus zelfs bij gebrek aan rendement zouden ze enige kapitaalwinst hebben opgeleverd, zo stelt de studie. Dit argument overtuigt maar matig, omdat de waargenomen periode erg kort is. Het ratingbureau Morningstar, de grote naam in financiële analyse, heeft de correlatie tussen aandelen en obligaties over een periode van 20 jaar berekend. Waarom is dit van belang? Omdat het goed diversifiëren van uw beleggingen niet in de eerste plaats wil zeggen dat u verschillende valuta's, sectoren of geografische gebieden moet combineren. Meer fundamenteel betekent dit dat u voor activa kiest die niet allemaal in dezelfde richting bewegen. Als aandelen bijvoorbeeld serieus zakken, dan moeten andere activa veel minder dalen of zelfs stijgen. Deze activa moeten dus zwak gecorreleerd zijn, of zelfs negatief gecorreleerd. Een historisch voorbeeld: goud. De koers van het gele metaal (en de goudmijnen) is volatiel en zelfs speculatief. Het tegenovergestelde van een veilige investering! Maar het heeft de neiging om te stijgen als alles fout gaat, omdat beleggers het zien als een veilige haven. Deze eigenschap van goud als veilige haven heeft men ook in zekere mate toegeschreven aan obligaties, in vergelijking met aandelen. Dat is logisch: als de economische conjunctuur verslechtert, doen bedrijven het minder goed en dalen de aandelen. Maar omdat een zwakkere economie leidt tot minder investeringen en kredieten, daalt de rente. En dat betekent automatisch een stijging van de waarde van bestaande obligaties, omdat het ene het andere compenseert. Ja, maar... want zelfs zonder dat we rekening houden met het rampjaar 2022, toen obligaties vooral positief gecorreleerd waren met aandelen, lijkt het erop dat het verband tussen deze twee soorten activa niet helemaal conform is wat algemeen wordt beweerd. De studie van Morningstar toont aan dat de correlatie tussen aandelen en staatsobligaties wel degelijk negatief is. In de afgelopen 20 jaar zijn staatsobligaties in waarde gestegen terwijl aandelen terrein hebben verloren. Maar hetzelfde kan niet gezegd worden van bedrijfsobligaties. Ook hier is het logisch: als bedrijven het moeilijk hebben en die toestand voor wat ongerustheid zorgt (aandelen die dalen), waarom zouden beleggers dan wel meer vertrouwen hebben in de obligaties van deze ondernemingen. Het tegendeel is waar, ze zoeken naar zekerheid en vinden die in staatsobligaties. De correlatiecoëfficiënt tussen aandelen en bedrijfsobligaties bedraagt 0,42, zo berekende Morningstar. Anders gezegd: als aandelen met 10 dalen, dalen bedrijfsobligaties met 4,2. Dat is dan wel minder dan de helft, maar er is nog lang geen sprake van een negatieve correlatie! Logisch, maar dus duidelijk een minder veilige haven dan wordt aangenomen. En dat is nog meer van belang omdat rendementsgerichte fondsen, vooral bestemd voor particuliere beleggers, vaak heel wat bedrijfsobligaties bevatten, omdat deze een hoger rendement bieden dan staatsobligaties. Dit is geen fout van deze fondsen, maar we moeten ons geen illusies maken over de bescherming die bedrijfsobligaties bieden bij een daling van de aandelenkoersen. Moeten we na deze kritische noot de historisch als ideaal beschouwde samenstelling van een portefeuille, 60% aandelen en 40% obligaties, dan herbekijken? Het is in ieder geval zo dat er de laatste maanden heel wat discussie ontstond over dit onderwerp. Begin mei publiceerde de Franse fondsbeheerder Carmignac "Aandelen en obligaties: de terugkeer van een winnende tandem", een analyse waarin benadrukt wordt dat de correlatie tussen aandelen en Amerikaanse staatsobligaties opnieuw negatief is. Ook de Amerikaanse vermogensbeheerder Vanguard verdedigde dit model en preciseerde dat de correlatie tussen aandelen en obligaties op korte termijn wel positief kan uitvallen, maar altijd negatief is over een periode van twee jaar. En laten we tenslotte eens kijken wat de visie is van BlackRock. 's Werelds grootste vermogensbeheerder adviseert beleggers om zich niet blind te staren op het 60/40-model en een "meer flexibele houding aan te nemen door de activa beter te bestuderen, met meer nadruk op inkomsten".