...

De arts trok naar het Hof van Cassatie dat in een arrest van 29 november 2022 het beroep tegen de veroordeling afwees. De arts voerde tegen de veroordeling heel wat bewaren aan, onder meer dat destijds op de website van Sciensano was vermeld dat er geen verplichting was om mondmaskers te dragen en dat chirurgische mondmaskers voor artsen slechts aanbevolen waren en niet verplicht. Die bezwaren konden gemakkelijk van tafel worden geveegd. Dat was minder eenvoudig met de bewering dat de verplichting een schending zou inhouden van artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Dat artikel beschermt het recht op privéleven. Een verplichting een mondmasker te dragen zou een 'disproportionele inbreuk' op het privéleven uitmaken. De efficiëntie van die maatregel zou door de Belgische staat nooit behoorlijk zijn onderzocht - er werd nooit gezocht naar alternatieve maatregelen die een mindere inperking van de mensenrechten inhielden. Door het overheidsstandpunt dat mondmaskers efficiënt zijn alleen maar te bevestigen, hadden de Limburgse rechters iedere mogelijke rechterlijke controle uitgesloten. Maar volgens het Hof van Cassatie hebben deze rechters op een juridisch verantwoorde manier geoordeeld dat de mondmaskerplicht voor artsen destijds geen disproportionele inbreuk op het privéleven inhield. Bij de afweging of de mondmaskerplicht een effectieve en dus proportionele inbreuk vormde op het recht op privéleven dient ermee rekening te worden gehouden dat de overheid haar beleid diende te voeren in grote onzekerheid zowel over het virus als over de efficiëntie van de genomen maatregelen. Vereisen dat de overheid slechts 'evidence- based' maatregelen neemt, is niet realistisch.Het loutere feit dat er wetenschappelijke onderzoeken bestaan waarvan de conclusies afwijken over het nut van de beschermingsmaatregelen zoals voorgesteld door Sciensano of de GEES volstaat op zich niet om de disproportionaliteit van de beperking van het privéleven aan te tonen. Bovendien nemen die onderzoeken enkel de mondmaskerplicht op zich onder de loep en houden ze er geen rekening mee dat die plicht slechts een onderdeel vormde van een geheel van maatregelen waaronder social distancing en tracing, ventilatie en hygiënemaatregelen. Bij onzekerheid over het bestaan en de omvang van de risico's kunnen voor de menselijke gezondheid beschermende maatregelen worden genomen, zonder dat hoeft te worden gewacht tot de realiteit en de ernst van die risico's volledig is aangetoond. Een belangrijk arrest dus, zeker mocht zich een heropflakkering of nieuwe pandemie voordoen.