...

Tijdens de eerste coronalockdown, toen niet-essentiële verplaatsingen verboden waren, zijn Belgen massaal gaan wandelen en fietsen. Heel wat steden en gemeenten hebben toen tijdelijke of permanente maatregelen genomen om zwakke weggebruikers beter te beschermen, zoals nieuwe fietspaden, bredere voetpaden, snelheidsbeperkingen en autoluwe of autovrije straten. Vias institute polste bij een representatieve steekproef van 1.000 Belgen naar hun mening omtrent deze maatregelen. Twee op de drie Belgen (65%) staan er positief tegenover, ook al gingen deze aanpassingen op sommige plaatsen ten nadele van de ruimte voor de auto. Er zijn bijna vier keer meer voorstanders dan tegenstanders (17%). Bij de weggebruikers jonger dan 34 jaar is 72% voorstander. In Vlaanderen wenst meer dan de helft van de bevraagden dat deze aanpassingen permanent blijven na deze coronacrisis. Een onverwachte keerzijde van de coronacrisis is dat andere weggebruikers agressiever geworden zijn, volgens de bevraagde Belgen. In Vlaanderen vindt 36% dat, in Brussel 35% en in Wallonië zelfs 42%. Volgens Vias kan deze vaststelling verklaard worden door het feit dat sommige bestuurders veel sneller gaan rijden wanneer er minder verkeer is. Dat is duidelijk het geval geweest tijdens deze crisis. De overdreven snelheid van sommige bestuurders verklaart ook dat de ernst van de verkeersongevallen in de eerste jaarhelft fors toenam. Ook in het buitenland hadden meer bestuurders een 'zware voet'. In Frankrijk steeg het aantal zware snelheidsovertredingen (meer dan 50 km/u boven de limiet) met 50%. Volgens de Franse overheden komt dat onder meer doordat sommige bestuurders die zich door de gezondheidsmaatregelen beperkt voelen, graag beperkingen op andere domeinen willen doorbreken. De enquête polste ook naar de voor- en nadelen van de gezondheidscrisis op mobiliteitsvlak. Als voordelen werden vooral de afname van de verkeersfiles (62%) en het gedaalde aantal verplaatsingen (56%) genoemd. Daarnaast vermeldden Vlamingen dat ze de fiets herontdekt hebben, terwijl Brusselaars en Walen het fijn vonden dat er meer plaats was op het openbaar vervoer. De angst om besmet te geraken op het openbaar vervoer is met voorsprong het vaakst vermelde nadeel van deze crisis. Eén derde van de Belgen (31%) en bijna de helft van de Brusselaars (47%) ervaart dit zo. De drukte op de voet- en fietspaden en de toegenomen agressie van andere weggebruikers zijn andere belangrijke nadelen. Als deze coronacrisis achter de rug is, zal volgens een kleine meerderheid (52%) van de respondenten de drukte op de wegen terug zijn zoals voorheen. 29% van de weggebruikers is eerder pessimistisch en schat dat het verkeer nog drukker zal worden; in Brussel is zelfs 40% daarvan overtuigd. Slechts 11% van de bevraagden gelooft dat de situatie zal verbeteren. In antwoord op de enquête zegt Georges Gilkinet, federaal minister van Mobiliteit, dat de overheid de voorwaarden moet scheppen die nodig zijn opdat Belgen zich op een andere, meer actievere en milieuvriendelijkere manier zouden verplaatsen. "Steeds meer landgenoten kiezen ervoor om zich te verplaatsen met de fiets, de elektrische fiets, de step of ze gaan te voet. Net zoals mensen met een beperkte mobiliteit, hebben ze behoefte aan een specifieke en aangepaste infrastructuur om zich veilig te kunnen verplaatsen."