Nog meer tanden, maar deze zijn van olifanten. Het gebruik van ivoor in allerlei ornamenten kwam die dieren duur te staan. Hun verhaal is er niet alleen één van disproportioneel menselijk denken, het toont ook aan dat men de klok van een kwalijke evolutie in het ecosysteem niet zomaar kan stilleggen als men de slinger wegneemt.
...
De klimaatconferentie COP26 heeft halfweg deze maand een paar goede, maar ook een aantal teleurstellende resultaten opgeleverd. Sommige landen hebben er zich toe verbonden te stoppen met ontbossing, de methaanuitstoot te beperken en te investeren in klimaatneutrale bedrijven. Bij het bespreken van energie uit steenkool (zonder afvang van CO2) gingen de wenkbrauwen echter fronsen. De oorspronkelijke consensustekst stelde dat het gebruik zou verlaten worden, maar onder druk van China en India kwam er uiteindelijk te staan dat er meer inspanningen zouden worden gedaan om het terug te schroeven. Analisten bevestigen dat we er met de akkoorden van Glasgow niet zullen in slagen de globale klimaatopwarming onder de 2°C te houden. Boven die drempel van 2°C stevent de aarde op een catastrofe af. Niet erg. We hebben tijd, veel tijd. We zijn de heersers van deze wereld en zullen de aanslagen op het leefmilieu wel stilleggen als de aarde ons echt te warm onder de voeten wordt. Of toch niet? Klimaatexperts waarschuwen dat bij een opwarming rond de 2°C sommige veranderingen in het ecosysteem onomkeerbaar zullen worden. De voorbeelden spreken misschien niet altijd even sterk tot de verbeelding. Er komen veel cijfers aan te pas, en vooral: die gebeurtenissen liggen in de toekomst. Een recente publicatie in Science geeft een eenvoudig voorbeeld, binnen één systeem en op beperkte schaal, van hoe een verstoring van het ecosysteem zich blijft doorzetten ook als de oorzaak verdwijnt. Het is niet meteen menselijke geneeskunde, maar wel genetica, evolutieleer en milieubeheer. In de periode 1970-1990 werd er in het Gorongosa National Parc van Mozambique massaal op olifanten gejaagd, om met de verkoop van ivoor een burgeroorlog te financieren. De olifantenpopulatie nam met 90% af, van meer dan 2.500 dieren naar nog een tweehonderdtal begin de jaren 2000. Vóór de oorlog had 18,5% van de vrouwelijke olifanten geen slagtanden. Sinds de burgeroorlog is dat 33% van de vrouwelijke olifanten die worden geboren. Onder invloed van de jacht is er een positieve selectie opgetreden van wijfjes zonder slagtanden, die door jagers niet worden gegeerd. Afwezigheid van slagtanden komt alleen voor bij vrouwelijke olifanten. Uit het overervingspatroon leiden onderzoekers af dat het niet hebben van slagtanden te wijten is aan een mutatie op het X-chromosoom, die fataal is bij mannetjes en dominant bij wijfjes. Ze vergeleken binnen de getroffen populatie het genoom van olifanten met, en olifanten zonder slagtanden, en vonden twee kandidaat- genen: AMELX en MEP1a. Bij de mens coderen deze genen voor de snijtanden, die als een homoloog van slagtanden kunnen worden beschouwd. Het verhaal is op het eerste gezicht van optimisme doordesemd. Men kan eruit concluderen dat olifanten dan toch een gedeeltelijke verdediging hebben tegen stropers. Maar dat is maar een stuk van het verhaal. Onderzoekers hebben vastgesteld dat olifanten zonder slagtanden andere planten eten dan olifanten met slagtanden. Wegens de cruciale rol van olifanten in het ecosysteem, voorspellen experts dat dit plaatselijk het hele landschap kan veranderen. En ten slotte nog dit: omdat de mutatie fataal is voor mannetjes, zullen er minder mannetjes geboren worden, wat op termijn de populatie zal uitdunnen, ook al wordt er in het park niet meer gestroopt.