"We leven in België in drukbevolkte en verstedelijkte gebieden. Juist daar is natuur essentieel voor de menselijke gezondheid", schrijft de Hoge Gezondheidsraad (HGR) in een recent advies. Maar hoe kan men dat gezondheidspotentieel verzilveren?
...
Het verband tussen natuur en gezondheid krijgt de jongste tijd steeds meer aandacht. In november van vorig jaar heeft de Hoge Gezondheidsraad een advies uitgebracht waarin een overzicht wordt geboden van de huidige kennis en Belgische onderzoeksinitiatieven ad hoc. Aanbevelingen worden geformuleerd ten behoeve van de politiek, de ruimtelijke planners en de gezondheidssector. De medewerking van deze actoren alsook van de bevolking is essentieel voor het plannen en uitkienen van groene en blauwe ruimten (planten, respectievelijk waterpartijen). Daarom organiseerde de Hoge Gezondheidsraad onlangs een interactief debat waarin de aanbevelingen voorgesteld en becommentarieerd werden. Bomen, parken, begroeide daken en muren, vijvers. Samen met alle leven dat daarin schuilgaat hebben deze structuren een gunstig effect op het lichamelijke en geestelijke welzijn van mensen. "Deze elementen kunnen bijdragen aan een verbeterde luchtkwaliteit, hitteregulatie en beperking van geluidshinder, maar prikkelen mensen ook om meer naar buiten te komen", stelt de Hoge Gezondheidsraad vast. "Zo kunnen groen- en blauwelementen in de stad indirect bijdragen aan een goede gezondheid door een actieve levensstijl te stimuleren, te ontspannen en de sociale cohesie te versterken, met alle fysieke en mentale gezondheidsvoordelen van dien." "Gezien de complexiteit van stedelijke sociaal-ecologische systemen blijven er, ondanks een snelle toename van het aantal en de diversiteit van de relevante wetenschappelijke studies, onzekerheden en onbekenden bestaan in de wetenschappelijke kennis over de onderlinge verbanden tussen natuur en gezondheid", aldus de experts. "Er bestaat dan ook geen standaardrecept voor succes: hoe groen en blauw in de stad kunnen bijdragen, hangt af van de kenmerken van een gebied. Elk stedelijk gebied heeft zijn eigen specifieke natuurlijke, sociale, culturele en economische kenmerken." De Hoge Gezondheidsraad heeft zich toegespitst op drie aspecten: het milieu (luchtkwaliteit, stedelijke hitte-eilanden, lawaai), alsook sociale aspecten en gezondheid. "Het effect van de natuur op de mentale gezondheid op korte termijn is aangetoond", zegt Sophie Vanwambeke, die als aardrijkskundige verbonden is aan de UCLouvain. "Minder zekerheid hebben we over de lange termijn, maar de literatuur voert toch overtuigende gegevens aan. Groene en blauwe zones in de stad zouden een onderdeel kunnen worden van de curatieve en preventieve geneeskunde." Vier hypothesen kunnen het verband tussen natuur en gezondheid verklaren. "Eén daarvan is de biofiliehypothese: mensen hebben een voorkeur voor plekken waar verschillende vormen van leven aanwezig zijn en voelen zich mentaal beter in een groene omgeving. De biodiversiteitshypothese stelt dan weer dat het contact tussen mensen en microbiële diversiteit belangrijk is voor de gezondheid, in het bijzonder op kinderleeftijd. Het microbioom heeft een invloed op de ontwikkeling en de functie van zowat alle orgaansystemen, en beschermt tegen ziekteverwekkers en hun toxines. Niet alleen de genetische predispositie, maar ook de levenswijze is bepalend voor de samenstelling van het microbioom, dat op zijn beurt bepalend is voor de gezondheid." "Als derde mogelijke verklaring geeft de verdunningshypothese aan dat een grote rijkdom aan gewervelde soorten het risico van besmettelijke ziekten bij de mens vermindert doordat ziekteverwekkers worden 'verdund' via verspreiding onder een groot aantal reservoirsoorten", duidt Sophie Vanwambeke. Ten slotte is er de hypothese van de ecosysteemdiensten. Dat zijn de ecologische kenmerken, functies of processen die direct of indirect bijdragen aan het menselijk welzijn. Omgevingen leveren bijvoorbeeld voedsel, brandstof, zoet water, medicijnen en andere materialen. Ze reguleren het lokale en mondiale klimaat, de luchtkwaliteit, bestuiving, enzovoort. De Hoge Gezondheidsraad concludeert uit de beschikbare gegevens dat een goed contact met de natuur de gezondheid bevordert. Een greep uit de lange reeks aanbevelingen die de Hoge Gezondheidsraad formuleert: ? Neem natuurbezoek op in onder andere de (kleuter)school- en werkroutine; ? Streef naar bewustmaking en het stimuleren van de betrokkenheid van het publiek bij de stedelijke groene en blauwe ruimte; ? Bevorder gelijkheid op het gebied van menselijke gezondheid. Een gezondheidsvoordeel op niveau van de bevolking kan immers slechts bereikt worden als de toegankelijkheid van stedelijke en peri-urbane groene en blauwe ruimte voor kwetsbare groepen gemaximaliseerd wordt; ? Vul de bestaande, curatieve benaderingen van de eerstelijnsgezondheidszorg aan met een focus op integratieve benaderingen waarbij de preventieve gezondheidsaspecten van de stedelijke groene en blauwe ruimte worden toegepast; ? Ondersteun het opnemen van de effecten van stedelijke groene en blauwe ruimte op de menselijke gezondheid in plannen voor ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling, rekening houdend met de lokale behoeften. De experten die de Hoge Gezondheidsraad samen aan tafel zette, onderstreepten allemaal het belang van een globale aanpak, maar ook van educatie en informatie voor de bevolking over dit nog te weinig bekend onderwerp.