Ik loop heel traag langs een imposante houten trap. Bovenaan wacht een open ruimte. Ik loop traag, heel traag. Zo traag dat ik mijn evenwicht soms dreig te verliezen. Ik loop langs tientallen glazen stolpjes, met onder elk stolpje een koffiekopje. Ze staan opgesteld langs beide zijden van de hele lange treden. Het zijn vaak oude kopjes. Soms gebarsten. Soms blinken ze en lijken ze nooit gebruikt. Soms zijn ze kleurrijk. Soms van een bruin waarin vele kleuren verborgen lijken.

Ze raken me, de kopjes. En dan heb ik de verhalen nog niet gelezen. Want naast elk kopje ligt een klein handgeschreven kaartje. Geschreven door iemand die iets vertelt over een mens die uit dit kopje dronk, ooit. Want nu is die geliefde mens er niet meer. De kopjes vormen een gestolde, verstilde herinnering aan iemand die ooit de lippen aan het kopje zette. Ik zie nog wat resten van koffie, of thee, hier en daar wat lippenstift nog op de rand. Ik weet niet of ik dit echt zag, of dat het mijn levendige fantasie is die deze beelden heeft gecreëerd.

De kopjes en de verhalen brengen ook bij mij zoveel herinneringen naar boven. Ik zie mijn meme en pepe zitten bij een kopje - van een lichtbruine, half doorschijnende kleur, de geur van koffie vult mijn neus. Ik zie pepe met in zijn grote handen een kopje warme soep. Ik zie de bril van mijn overgrootmoeder liggen op tafel. Ze zijn er al lang niet meer, deze vier lieve mensen, maar de beelden in mijn hoofd zijn levendig en vol van kleur.

We doen het te weinig, lang en traag kijken naar kunst

Helaas kon ik niet alle kaartjes aandachtig lezen. Ik wilde graag bij elk kopje en elk kaartje even stil staan - het laten doordringen. Traag, heel traag laten doordringen. We doen het te weinig, lang en traag kijken naar kunst. Ik betrap er mezelf ook op, als ik naar een museum ga, dat ik altijd te snel start, dat ik mezelf moet afremmen, vertragen, het gejaagde ritme van alledag van me af moet schudden, dat is niet eenvoudig als het verweven is met wat je dag in, dag uit doet, met wie je bent.

Ook nu. Ik loop, voor mij traag, maar nog te snel, naar boven. Daar wacht de open ruimte met nog meer prachtige kunst. Grote namen, en (voor mij toch) minder bekende namen. Maar elk kunstwerk raakt, troost, verwarmt en schudt mijn hart en hoofd door elkaar. Maar ook daar moet het - te - snel gaan, want de klok tikt genadeloos en ik word beneden verwacht.

Ik ben in Hasselt, in de prachtige gebouwen van PXL-MAD. Door de glazen muur zien we studenten die bezig zijn met het creëren van kunst. Wat een inspirerende plek. In de marge van de overrompelende tentoonstelling In absence werd ik uitgenodigd om een voordracht te geven over 'Kunst op voorschrift'. Na afloop volgt een gesprek met Luk Lambrecht, curator en vooral een belangrijke bruggenbouwer binnen het veld van de beeldende kunsten. Hij is, vanuit een persoonlijk groot verlies, adviseur kunst & integratie van kunst geworden aan het UZ Brussel, waar hij kunst integreert in het ziekenhuis. Na ons gesprek en vele gesprekken met de aanwezigen, ga ik alleen nog meer overtuigd van het belang van kunst in de zorg voor mensen en de opleiding van zorgverleners naar huis, mijn hoofd vol plannen en dromen en kunst.

Ik loop heel traag langs een imposante houten trap. Bovenaan wacht een open ruimte. Ik loop traag, heel traag. Zo traag dat ik mijn evenwicht soms dreig te verliezen. Ik loop langs tientallen glazen stolpjes, met onder elk stolpje een koffiekopje. Ze staan opgesteld langs beide zijden van de hele lange treden. Het zijn vaak oude kopjes. Soms gebarsten. Soms blinken ze en lijken ze nooit gebruikt. Soms zijn ze kleurrijk. Soms van een bruin waarin vele kleuren verborgen lijken.Ze raken me, de kopjes. En dan heb ik de verhalen nog niet gelezen. Want naast elk kopje ligt een klein handgeschreven kaartje. Geschreven door iemand die iets vertelt over een mens die uit dit kopje dronk, ooit. Want nu is die geliefde mens er niet meer. De kopjes vormen een gestolde, verstilde herinnering aan iemand die ooit de lippen aan het kopje zette. Ik zie nog wat resten van koffie, of thee, hier en daar wat lippenstift nog op de rand. Ik weet niet of ik dit echt zag, of dat het mijn levendige fantasie is die deze beelden heeft gecreëerd. De kopjes en de verhalen brengen ook bij mij zoveel herinneringen naar boven. Ik zie mijn meme en pepe zitten bij een kopje - van een lichtbruine, half doorschijnende kleur, de geur van koffie vult mijn neus. Ik zie pepe met in zijn grote handen een kopje warme soep. Ik zie de bril van mijn overgrootmoeder liggen op tafel. Ze zijn er al lang niet meer, deze vier lieve mensen, maar de beelden in mijn hoofd zijn levendig en vol van kleur.Helaas kon ik niet alle kaartjes aandachtig lezen. Ik wilde graag bij elk kopje en elk kaartje even stil staan - het laten doordringen. Traag, heel traag laten doordringen. We doen het te weinig, lang en traag kijken naar kunst. Ik betrap er mezelf ook op, als ik naar een museum ga, dat ik altijd te snel start, dat ik mezelf moet afremmen, vertragen, het gejaagde ritme van alledag van me af moet schudden, dat is niet eenvoudig als het verweven is met wat je dag in, dag uit doet, met wie je bent. Ook nu. Ik loop, voor mij traag, maar nog te snel, naar boven. Daar wacht de open ruimte met nog meer prachtige kunst. Grote namen, en (voor mij toch) minder bekende namen. Maar elk kunstwerk raakt, troost, verwarmt en schudt mijn hart en hoofd door elkaar. Maar ook daar moet het - te - snel gaan, want de klok tikt genadeloos en ik word beneden verwacht. Ik ben in Hasselt, in de prachtige gebouwen van PXL-MAD. Door de glazen muur zien we studenten die bezig zijn met het creëren van kunst. Wat een inspirerende plek. In de marge van de overrompelende tentoonstelling In absence werd ik uitgenodigd om een voordracht te geven over 'Kunst op voorschrift'. Na afloop volgt een gesprek met Luk Lambrecht, curator en vooral een belangrijke bruggenbouwer binnen het veld van de beeldende kunsten. Hij is, vanuit een persoonlijk groot verlies, adviseur kunst & integratie van kunst geworden aan het UZ Brussel, waar hij kunst integreert in het ziekenhuis. Na ons gesprek en vele gesprekken met de aanwezigen, ga ik alleen nog meer overtuigd van het belang van kunst in de zorg voor mensen en de opleiding van zorgverleners naar huis, mijn hoofd vol plannen en dromen en kunst.