...

In 2021 waren de contractgeneesmiddelen goed voor een globale factuur van 1,9 miljard euro voor het Riziv, maar tegelijk betaalden de farmaceutische firma's ook ruim één miljard euro terug. Deze methode van voorlopige terugbetaling neemt een steeds grotere hap uit het geneesmiddelenbudget. Althans in eerste instantie, want ook het gedeelte dat wordt terugbetaald, groeit aan. In 2021 was dat ruim de helft (54%) van de oorspronkelijke uitgaven. In 2020 stroomde 40% van het globaal betaalde bedrag terug naar het Riziv. Het percentage refunds is de voorbije tien jaar eveneens gestaag toegenomen. Tussen 2011 en 2021 bedroeg de cumulatieve omzet voor contractgeneesmiddelen in totaal 9,2 miljard euro. Over de hele periode ging daarvan 35% terug naar het Riziv. In 2021 waren er 98 aanvragen om de procedure voor een overeenkomst met voorlopige terugbetaling op te starten. Dat aantal maakte een sprongetje naar boven, na het covidjaar 2020. Het vorige 'record' dateert van 2019, met 67 aanvragen. Maar in 2021 was het daarnaast de eerste keer dat zoveel onderhandelingen op een sisser afliepen. In bijna de helft van de gevallen leidden ze niet tot een overeenkomst. Van de in totaal 466 aanvragen tussen 2011 en 2021 leverde bijna een derde geen contract op. Deze cijfers moeten iets worden gerelativeerd. Af en toe komt het niet tot een tijdelijke regeling, maar belandt het geneesmiddel in plaats daarvan op de algemene lijst van terugbetaalde geneesmiddelen. Van de 51 nieuwe contracten in 2021 ging het maar in 33 gevallen om echt nieuwe geneesmiddelen. In 15 gevallen betrof het een uitbreiding van bestaande contracten - in de regel een nieuwe indicatie. Drie keer werd een nieuw contract afgesloten na evaluatie van het vorige tijdelijke contract. Dat laatste was relatief weinig. De drie jaren ervoor waren er telkens tussen de 10 en 20 hernieuwde contracten op een kleiner totaal aantal aanvragen. Het Morse-rapport bekijkt 151 overeenkomsten die tussen 2011 en 2021 zijn afgelopen. In 65% daarvan volgde er een nieuwe tijdelijke overeenkomst na de evaluatie van het vorige contract. Een definitieve terugbetaling was de uitkomst voor 26% van deze dossiers. In de andere 9% kwam er geen terugbetaling meer voor het middel, hetzij omdat de onderhandelingen daarover negatief afliepen, hetzij omdat er geen nieuwe onderhandelingen meer volgden. De behoefte aan een duidelijke exitstrategie laat zich toch voelen - men kan contracten niet steeds maar verlengen. De tijdelijke regeling voor terugbetaling van geneesmiddelen met dit soort van contracten moet patiënten sneller toegang geven tot innovatieve geneesmiddelen, terwijl de klinische meerwaarde van het nieuwe middel nog verder wordt geëvalueerd. Het bedrijf kan daartoe ook 'real life'-gegevens inwinnen in ons land, met data die het verkrijgt van het IMA of van Sciensano (bestaande of nieuwe 'registers'). Omdat het vaak om innoverende middelen gaat, is het ook belangrijk dat de onderhandelingen over het contract niet te lang aanslepen. Tussen 2011 en 2021 duurde het gemiddeld net geen jaar om een contract af te sluiten. In de periode van 2015-2018 liep dat gemiddelde terug tot tien maanden - wat voor patiënten al een belangrijke tijdswinst is. Nadat in 2019 en 2020 de totale periode opnieuw opliep, sluit 2021 weer aan bij die vorige vier jaar. Overigens kan het zijn dat het nieuwe geneesmiddel zelf geen nieuwe klinische meerwaarde claimt, maar dat het concurreert met een ander contractgeneesmiddel. Ook in die gevallen is de kans groot dat onderhandelingen tot een tijdelijke terugbetaling leiden. Een andere categorie van geneesmiddelen waarvoor dikwijls een aanvraag voor een tijdelijke terugbetaling wordt ingediend, zijn de weesgeneesmiddelen. In ons land betaalt het Riziv ongeveer 130 weesgeneesmiddelen terug (58% van het totale aantal dat ooit als weesgeneesmiddel is erkend). Vijftig daarvan hebben een tijdelijke erkenning door een contract. Voor 45 weesgeneesmiddelen moet de aanvraag verlopen via een College van Artsen (dat zijn niet altijd contractgeneesmiddelen). Weesgeneesmiddelen behandelen zeldzame ziekten; aandoeningen die nog niet voorkomen in vijf op de 10.000 personen. Tussen 2012 en 2020 is het aantal erkende weesgeneesmiddelen in ons land verdubbeld, maar de uitgaven zijn in dezelfde periode verdrievoudigd. Dat is wel een overschatting omdat van de contractgeneesmiddelen daaronder niet bekend is hoeveel het Riziv van de producenten recupereert. Het aandeel van de weesgeneesmiddelen in het totale geneesmiddelenbudget van het Riziv bedroeg in 2020 13%. Die uitgaven gebeuren vooral in het ziekenhuis. Bijna een kwart van het geneesmiddelenbudget voor ziekenhuizen ging dat jaar naar weesgeneesmiddelen. Van de Riziv-uitgaven die in de gewone apotheek over de toog gaan, heeft maar een procent betrekking op weesgeneesmiddelen. Het gros van deze uitgaven gaat naar de behandeling van kanker. Dat is het gevolg van de evolutie naar een meer doelgerichte behandeling volgens het type kanker.