...

Een staatsbon: dat werd in een recent verleden nog bekeken als een 'barbaars relikwie', om de legendarische uitdrukking van de Britse econoom Keynes met betrekking tot goud te gebruiken. Het leek inderdaad een anachronisme, omdat de rentevoeten al jaren op een dieptepunt stonden. Dat was nog steeds het geval in 2020 en 2021 (zie kader). Maar de renteopstoot wekte de staatsbon vorig jaar weer tot leven en in de eerste helft van dit jaar nog meer. We spraken dan wel maar over enkele honderden miljoenen euro's. De ? 21,9 miljard (of ? 21.896 miljoen) van de uitgifte die op 1 september werd afgesloten breekt dus alle records! Deze staatsbon geniet van een verlaagde roerende voorheffing van 15% in plaats van 30%, met als resultaat een nettorendement van 2,805% (3,30% - 15%), wat doorgaans wordt afgerond naar 2,81%. Wilde minister van Financiën Vincent Van Peteghem hiermee echt de banken onder druk zetten om de rentevoeten op hun deposito's te verhogen? Dat is dan niet gelukt, zo wordt algemeen beweerd, want geen enkele van de vier grootbanken (Belfius, Fortis, ING en KBC) gaf een krimp. Anderen wel. Zo lanceerde Argenta meteen een termijnrekening met een looptijd van één jaar met hetzelfde rendement, terwijl Beobank het rendement van haar termijnrekening verhoogde naar 2,84%. Is het opzet dan mislukt? Dat is niet gezegd. Men kan zich inderdaad moeilijk voorstellen dat de bankiers onmiddellijk zouden gereageerd hebben, want dat is openlijk blijk geven van hun misnoegen en de indruk geven volgzaam te zijn, een houding die ze niet graag aannemen. Maar afgaande op de diverse verklaringen die ze aflegden, blijkt duidelijk dat ze 'not amused' waren. Zo verklaarde de CEO van Belfius in eerste instantie dat de ? 3,5 miljard die door de staatsbon van hun rekeningen verdween geen probleem vormde. Maar daar kwam hij later op terug, door te stellen dat als banken hun liquiditeit zien slinken, ze minder kunnen uitlenen of aan hogere rentevoeten: een serieuze uitschuiver voor een bankier uit de publieke sector, zo vonden sommige politici. De CEO van KBC leverde dan weer kritiek op de verlaagde roerende voorheffing, terwijl zijn concullega bij Fortis stelde dat als er nog een nieuwe staatsbon komt, deze op drie gebieden moet worden aangepast om een gelijk speelveld te creëren. Ja, de bankiers zijn inderdaad geprikkeld! Deze staatsbon werd een groot succes omwille van het mooie rendement, nog aantrekkelijker gemaakt door de verminderde roerende voorheffing (-50%). Een goede zaak voor spaarders, maar is dit oneerlijke concurrentie, zoals sommigen bankiers insinueerden? Formeel bekeken klopt dit, want voor een gelijkaardig bankproduct zoals een kasbon of een termijnrekening op één jaar betaalt u 30% roerende voorheffing. Voor een nettorendement van 2,81% moest Argenta dus een brutotarief van 4,01% aanbieden. Maar vergeet niet dat het spaarboekje, het product dat wordt geviseerd door de staatsbon, ook geniet van een verlaagde belasting van 15%... en dan nog alleen op de rente boven ? 980, want onder dat bedrag is de rente belastingvrij. Dit komt overeen met een spaarrekening van meer dan ? 65.000 aan 1,5% (0,50% basistarief + 1% getrouwheidspremie). Wie alleen het basistarief uitgekeerd krijgt, kan zelfs tot bijna ? 200.000 belastingvrij sparen. Het grote verschil met een spaarboekje is wel dat dit geld op elk moment beschikbaar is, zo opperden sommigen: het staat niet een jaar lang vast, zoals bij de staatsbons. Dat is waar, maar slechts in theorie, want net als een aandeel of een obligatie is een staatsbon een effect dat van de ene dag op de andere kan verkocht worden. Maar als de rente stijgt, loopt u risico van verlies van kapitaal, waarschuwden anderen. Zo leidde de stijgende rente tot een echte obligatiecrash in 2022: -16,2% wereldwijd. Maar dan gaat het vooral om obligaties met een looptijd van tien jaar. Voor een obligatie met een looptijd van een jaar zou de rente al duizelingwekkend exponentieel moeten stijgen om een waardevermindering die naam waardig te veroorzaken! De spaarder deed dus een goede zaak. Ten koste van de staat die een te hoge rente betaalt? Intuïtief zou men denken van wel, maar er spelen verschillende elementen. De roerende voorheffing is dan wel verlaagd, maar de intekenaars betalen toch 15% op geld dat, toen het op spaarboekjes stond, niet belast werd. Jean Deboutte van het Agentschap van de Schuld schat dat dit volgend jaar tussen de ? 60 en 100 miljoen zal opleveren voor de staatskas. En er is meer, want net als bij de Leterme-staatsbon uit 2011, maar in een veel minder dramatische context, geeft de staatsbon Van Peteghem een duidelijk signaal: er is spaargeld in overvloed in België waar de staat gemakkelijk een beroep op kan doen, wat in zekere mate de zeer hoge staatsschuld compenseert. Dit leidde al tot een lichte versoepeling van de rentevoeten, wat toch een kleine besparing oplevert. Maar is de rente van 2,81% op zich toch niet te genereus? Men mag niet vergelijken met de langlopende obligaties (OLO's) die de overheid op hetzelfde moment uitgaf, tegen 3% op tien jaar en 3,3% op dertig jaar. En op korte termijn? De twee schatkistcertificaten (enkel voor institutionele beleggers) die de staat begin september uitgaf, met een looptijd van vier maanden, boden rentevoeten van 3,54% en 3,58%, net als die van augustus. In juni bracht een looptijd van iets minder dan een jaar 3,40% op. Dat is veel meer dan de staatsbon. De conclusie is duidelijk: de staat financiert zichzelf goedkoper met de staatsbon! Van een win-winsituatie gesproken.