...

Wanneer Artsenkrant op bezoek gaat, is de verf nog maar net droog en het water nog niet aangesloten. Maar voor de rest is de nieuwe locatie van het referentiecentrum voor autisme (RCA) van het UZ Gent klaar om jonge patiënten en hun ouders te ontvangen.Naast klassieke consultatielokalen zijn er ruime, prikkelarme observatieruimtes waar kinderen alleen, met leeftijdsgenoten of met ouders kunnen spelen, terwijl een medewerker van het RCA vanachter spiegelglas toekijkt. Een groot vergaderlokaal zal dienen voor stafvergaderingen maar ook voor infosessies met ouders. Het is een wereld van verschil met de afgeleefde infrastructuur op de oude locatie, vertelt de verpleegkundige die ons rondleidt. De medewerkers van het RCA blijven UZ Gent-personeel. De achterliggende processen worden echter geïntegreerd. Het aanmeld- en inschrijvingsproces verloopt volledig via de werking van AZ Jan Palfijn. De medewerkers van het UZ Gent zullen ook in de software van AZ Jan Palfijn werken. Een dienst van een universitair ziekenhuis die zich in een algemeen ziekenhuis vestigt: het is iets unieks, en beide partners zetten er met veel enthousiasme hun schouders onder, vertellen Eric Mortier (gedelegeerd bestuurder UZ Gent) en Tom Balthazar (directeur AZ Jan Palfijn). "Er heerst soms een weinig optimistische sfeer rond ziekenhuisnetwerken", zegt Eric Mortier. "Maar in het Ziekenhuisnetwerk Gent, met naast UZ Gent en Jan Palfijn ook AZ Sint-Lucas en AZ Oudenaarde, is de verstandhouding zeer goed. We hebben kansen om beter samen te werken en meer te doen met minder middelen." Tom Balthazar sluit zich daarbij aan. "We zijn blij dat we de samenwerking tussen Gentse ziekenhuizen kunnen versterken. We hebben onlangs bekendgemaakt dat we tot een fusie met AZ Sint-Lucas willen komen, maar we willen daarbij de band met het UZ Gent behouden." Als universitair ziekenhuis kan het UZ Gent niet toetreden tot het nieuwe fusieziekenhuis, maar het wordt binnenkort wel deelgenoot in de structuur van Palfijn. Het project toont ook aan dat universitaire en algemene ziekenhuizen geen concurrenten hoeven te zijn. "Er zal altijd academische geneeskunde nodig zijn, waar universiteiten hun opdracht van onderzoek, opleiding en dienstverlening realiseren", zegt Eric Mortier. "Soms kan dat alleen in een zeer hoogtechnologische omgeving met laboratoria waar basisonderzoek gebeurt. Maar er zijn ook contexten waar dat perfect kan ingebed worden in een ziekenhuis met een algemeen karakter." "Dat is een opportuniteit die we absoluut moeten verkennen, anders wordt universitaire gezondheidszorg op termijn onbetaalbaar. AZ Jan Palfijn en AZ Sint-Lucas zijn topziekenhuizen en worden geprivilegieerde partners voor onderwijs en onderzoek. In pediatrische populaties kunnen we als UZ Gent bijvoorbeeld weinig clinical trials voor tweedelijnspathologie doen omdat we daar een derdelijnsziekenhuis zijn. Samenwerking opent daar opportuniteiten." Bij het personeel van AZ Jan Palfijn was er in het begin enige twijfel, geeft Tom Balthazar toe. "Een beetje scepsis is normaal. Maar eenmaal je mensen overtuigd hebt, gaan ze ervoor. Het gaat hier over een heel gespecialiseerde dienst die wij niet aanbieden. Waarom zouden we niet blij en fier zijn dat die bij ons terecht komt? Het betekent niet dat alle tweedelijnszorg door het UZ zal gebeuren, en evenmin is het onze bedoeling hier een nieuw psychiatrisch ziekenhuis op te richten." "Toen we het project aankondigden, stelden de vakbonden vragen over de delocalisatie - dat hoort bij hun rol", zegt Eric Mortier. "Maar toen onze medewerkers de ruimtes, de locatie en de omgeving zagen, hadden we niet veel overredingskracht nodig. Iedereen die naar hier komt, doet dat vrijwillig." Ook de medicatiepolikliniek van de dienst Kinder- en jeugdpsychiatrie verhuisde mee naar Jan Palfijn. In de tweede fase wordt onderzocht of ook andere programma's kunnen worden overgebracht, zegt Kristof Eeckloo, directeur strategische beleidscel van het UZ Gent. "Momenteel wordt bijvoorbeeld verkend of een gemeenschappelijk zorgaanbod kan georganiseerd worden voor jongeren met een eetstoornis. Het aanbod voor deze doelgroep op onze campus is hoofdzakelijk residentieel, en we zoeken synergieën in het netwerk voor ambulante activiteiten. Daarnaast zijn we ook bezig met een ruimere oefening waarbij ook andere partners betrokken zijn om een geïntegreerd zorgaanbod rond GGZ in de ruime regio uit te werken."