...

Nu het pollenseizoen begonnen is, zien huisartsen en specialisten opnieuw veel patiënten met klachten van niezen, een lopende of jeukende neus, conjunctivitis, vermoeidheid en astma-aanvallen. "Allergische rinitis treedt vaak op bij jongeren, maar kan op elke leeftijd beginnen", aldus prof. dr. Valérie Hox, rinologe aan de UCL Saint-Luc. "Om een diagnose van allergische rinitis te stellen, is het nodig om de symptomen te correleren met IgE-antistoffen in het bloed of op basis van de resultaten van een priktest. Dat is niet altijd mogelijk. Sommige patiënten vertonen wel symptomen, maar de klassieke allergietests blijken negatief. Het kan ook omgekeerd: er is sprake van positieve allergietests, maar er zijn geen symptomen. Daarom gaan we almaar vaker over tot nasale provocatie met allergenen. Het is immers bewezen dat sommige patiënten IgE-antistoffen tegen bijvoorbeeld pollen of huismijt hebben, maar enkel in de neus, en gebonden aan de mestcellen in het neusslijmvlies." Nog een andere diagnostische aanwinst: detectie en bepaling van de allergene bestanddelen, de eiwitten in de allergenen, met een verschillende relevantie. Zo onderscheiden we majeure allergenen (bijvoorbeeld Der p 1 en Der p 2 in geval van huismijtallergie) en mineure allergenen (zoals Der p 10), die vaak een kruisreactie veroorzaken. "Bij allergie van de luchtwegen zijn niet alle allergene bestanddelen even relevant", preciseert prof. Hox. "Maar ze zijn interessant om voedsel- of kruisallergie op te sporen. We denken daarnaast dat bepaalde allergene bestanddelen de respons op een desensibiliserende immunotherapie zouden kunnen voorspellen. Dat is belangrijk, als je weet dat ongeveer 20% van de patiënten er niet op zal reageren." Een desensibilisatiekuur is duur: 90 tot 130 euro per maand perorale behandeling, die zes of twaalf maanden per jaar wordt toegediend gedurende drie of vijf jaar. De factuur loopt dus op tot meerdere duizenden euro's en wordt niet of zeer weinig door de ziekenfondsen terugbetaald. Een desensibilisatiekuur vergt dus een belangrijke investering vanwege de patiënt, en het zou dan ook goed zijn als we op voorhand zouden kunnen voorspellen of de behandeling gaat aanslaan. "Verder wordt er gezocht naar andere biomarkers zoals IgG en ontstekingsmediatoren zoals interleukines", legt prof. Hox uit. "Het is echter bewezen dat een desensibilisatiebehandeling doeltreffend is bij chronische allergische rinitis en dat miljoenen patiënten ermee kunnen worden geholpen. Daarom proberen we al jaren de overheden ervan te overtuigen de behandeling terug te betalen zoals in onze buurlanden." Ook de desensibilisatietherapie kende een evolutie. "Vroeger moest de patiënt regelmatig (1) naar de arts of het ziekenhuis gaan voor een injectie", zegt de rinologe. "Dat is nogal belastend, maar sommige patiënten verkiezen dat toch omdat injecties minder duur zijn dan de latere behandelingen. Daarnaast is er altijd een risico op een mogelijk fatale anafylactische shock. Daarom ontwikkelden de farmaceutische bedrijven een sublinguale immunotherapie. Die werkt nagenoeg even goed, maar veroorzaakt duidelijk minder systemische effecten dan een subcutane immunotherapie. Het gaat om tabletten die de patiënt onder de tong moet laten smelten. Dergelijke tabletten zijn praktisch, gemakkelijk te vervoeren en in te nemen en minder gevaarlijk. De eerste tablet moet altijd onder medisch toezicht worden ingenomen, maar er is nagenoeg geen risico op systemische reactie." Criteria voor een desensibilisatiebehandeling? Patiënten die slecht onder controle zijn met een symptomatische behandeling (2), en mensen die er de middelen voor hebben, er zin in hebben en voldoende gemotiveerd zijn om de behandeling op lange termijn te volgen. "Immunotherapie wordt goed verdragen", voegt prof. Hox eraan toe. "In het begin van de behandeling kunnen de patiënten tintelingen in de mond en gezwollen lippen vertonen, maar die bijwerkingen kunnen worden opgevangen door inname van antihistaminica. In 99% van de gevallen verdwijnen ze na zes weken behandeling." Hiernaast wordt nog steeds gezocht naar een in opzet curatieve behandeling voor allergische rinitis. Onderzoek richt zich op een combinatie van immunotherapie in de vorm van monoklonale antistoffen en een desensibilisatie gericht tegen de allergene bestanddelen.