...

Artikel 28 van de wet van 6 februari 2024 wijzigt artikel 2, 2° van de Wet Uitoefening Gezondheidsberoepen. Die bepaling definieert de 'patiënt'. Die definitie wordt aangepast aan de gewijzigde definitie van patiënt in de wet rechten patiënt: de persoon die gezondheidszorg ontvangt, al dan niet op eigen verzoek.Artikel 29 van de wet van 6 februari 2024 voegt deze aangepaste definitie van patiënt ook in in artikel 2, 5°, van de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg.Artikel 30 herhaalt dit nog eens voor wat betreft artikel 2,1° van de Zorgkwaliteitswet. Artikel 31 breidt de adviesbevoegdheid van de federale commissie rechten van de patiënt uit. Artikel 32 verruimt de in artikel 32 van de Zorgkwaliteitswet bepaalde bevoegdheid van de koning om regels te bepalen inzake de structuur en de organisatie van de praktijkvoering (een bevoegdheid die bijna 5 jaar na datum nog niet werd gebruikt...) uit tot de rechten van de patiënt. Aan de in artikel 33 Zorgkwaliteitswet vastgestelde verplichte inhoud van het patiëntendossier voegt artikel 33 van de wet van 6 februari 2024 toe: 'de identiteit en de draagwijdte van de bevoegdheid van de vertrouwenspersoon, als bedoeld in artikel 11/1, § 1 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt'. Hierbij kan toch nog eens de kritische bedenking worden herhaald dat door het toekennen van bevoegdheden aan de vertrouwenspersoon, het onderscheid tussen de vertrouwenspersoon (van een bekwame patiënt) en de vertegenwoordiger (van een onbekwame patiënt) nog moeilijker dreigt te worden dan voorheen.De wet van 6 februari 2024 bevat geen specifieke datum voor haar inwerkingtreding. Dus geldt de algemene regel: 10 dagen na de bekendmaking van de wet in het staatsblad, 4 maart 2024.