...

In de eerste helft van 2023 inspecteerde Zorginspectie in elk van de 18 centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) drie thema's, namelijk behandelplan, multidisciplinaire werking, uitkomstenmonitoring en cliëntenfeedback. De vorige ronde vond in 2017-2018 plaats, met dezelfde thema's als focus.Enkele algemene conclusies luiden dat CGG intern, neergeschreven beleid in de praktijk te weinig systematisch toepassen - meer dan in de vorige ronde in 2017-2018. Ook vindt Zorginspectie het opmerkelijk dat sommige CGG bij herhaling van een inspectieronde - vijf jaar na de vorige, beklemtoont het -nog altijd zeer lage scoren op sommige items in dossiersteekproeven. Dit doet, zo stelt het rapport, vragen rijzen over de manier waarop bepaalde CGG omgaan met problematische inspectievaststellingen. "De inspectieresultaten in andere CGG maken duidelijk dat de verwachtingen niet onrealistisch zijn", wordt opgemerkt.Daarnaast trekt Zorginspectie ook conclusies voor elk van de gecontroleerde onderwerpen, waaronder multidisciplinaire werking.Het 'Referentiekader Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg' (aangepast in 2019) schrijft onder meer voor dat het CGG bij het beëindigen van de behandeling een afsluitbrief bezorgt aan de huisarts en/of de oorspronkelijke doorverwijzer. Het dossier moet de contactgegevens van de huisarts bevatten (of de vermelding dat de cliënt geen huisarts heeft, of een notitie dat de cliënt geen communicatie met de huisarts wil). Voorts keken de inspecteurs in alle afgesloten dossiers (288) of er in de loop van de zorgperiode schriftelijke communicatie plaatsvond met de huisarts, "gezien de huisarts meer en meer evolueert naar coördinator van de zorg en beheerder van de informatie over het gezondheidsbeeld van de patiënt".Schriftelijke communicatieTen aanzien van de vorige inspectieronde vijf jaar geleden is er "enige" vooruitgang op het vlak van doorstroming van informatie van de CGG naar andere zorgverleners, maar er blijft nog veel verbetermogelijkheid, klinkt het.Zo blijkt dat in alle CGG 80% of meer van de gecontroleerde dossiers informatie over de huisarts bevatten. In de vorige inspectieronde was dit in vijf CGG nog niet het geval. Wat de communicatie met huisarts zelf betreft, werd ten opzichte van de vorige ronde in de gecontroleerde dossiers meer schriftelijke communicatie gevonden (47 vs. 27%). Zorginspectie merkt weliswaar op dat slechts bij vier CGG in 8 (of meer) op de tien dossiers schriftelijke communicatie met de huisarts werd gevonden. Met andere woorden, de variatie tussen de CGG blijft dus groot, stelt Zorginspectie. AfsluitbriefIn vergelijking met 2017-2018 nam het aantal CGG toe dat interne beleidsafspraken heeft over afsluitbrieven. Een afsluitbrief is een belangrijke bron van informatie, zowel voor de huisarts als andere zorgverleners die instaan voor vervolgzorg. Toch zijn er slechts vijf CGG die rond dit item de voorbije vijf jaar verbetering konden aantonen, merken de inspecteurs op. In 36% van de gecontroleerde afgesloten dossiers werd een afsluitbrief gevonden. Dat is beter dan in de vorige inspectieronde (16%). Bij slechts twee CGG werd een afsluitbrief gevonden in alle dossiers. In alle andere CGG werd in zeven (of minder) op de tien dossiers een afsluitbrief gevonden; in zes CGG was dit zelfs in minder dan 10% van de dossiers het geval.Ook op dit vlak is de variatie tussen de CGG nog altijd groot, staat in het rapport. "Continuïteit van zorg blijft een belangrijke uitdaging voor geestelijke gezondheidszorg binnen netwerken", besluit het rapport voor het thema 'multidisciplinaire samenwerking'.