Ma die afstand lijkt zo ver

Tvalt uiteindelijk wel nog mee

Gelijk die lengte tussen mezelf

En de mensen waaran dak me meet, ey

Zo zingt de West-Vlaamse rapper Brihang in z'n nummer 'Ik Wil Alles, Behalve'.

Sta mij toe u even mee te nemen naar het najaar van 2017. Een tijd waarin ik, af en toe, nog naar lessen op de campus ging en zoals de meeste eerstejaars guitig alle indrukken in het UZ Gent in me opnam.

Ik herinner me in het bijzonder de masterstudenten geneeskunde, slechts enkele jaren ouder dan ik maar ze droegen een doktersjas of OK-kledij en ze hadden de zekere tred van iemand die zelfs in de kelders van het UZ z'n weg nog zou vinden. Het contrast met eerstejaartjes zoals ikzelf, die met moeite de weg van auditorium F naar de broodjeszaak had gevonden en nog wat duizelend van een les celfysiologie, kon destijds moeilijk groter zijn.

Al even erg op dat vlak waren de practica, die vaak begeleid werden door dergelijke masterstudenten. Schijnbaar moeiteloos vonden ze anatomische structuren op een dissectielichaam terug, ze maakten moeilijke fysiologie bijna tastbaar.

Intussen heb ik hier en daar al op de plek van die illustere masterstudenten van toen gestaan. Ik legde reanimatierichtlijnen uit tijdens EHBO-practica, en af en toe verscheen ik in doktersjas aan de zijde van een stagearts. Ik moet bekennen, het voelt minder speciaal aan dan het eruit zag bijna vier jaar geleden.

Betekent dit dat ik teleurgesteld ben in mezelf of mijn opleiding? Allerminst. Eerder, als ik er op terugkijk, bleek "die lengte tussen mezelf en de mensen waaran dak me meet" uiteindelijk nog wel mee te vallen, om terug te grijpen naar de woorden van Brihang. Op vlak van kennis zijn er inmiddels een hoop cursussen doorgeramd. Alleen, het 'ik doe ook maar wat'-gevoel is in vergelijking met vier jaar geleden niet afgenomen, integendeel.

Zou dat eigen zijn aan geneeskunde studeren, of het leven in het algemeen?

Als bachelorstudent zie je maar één kant van het verhaal. De studenten aan wie ik de practica EHBO gaf, hebben nooit geweten dat ik enkele weken later zelf een uitermate belabberd resultaat heb neergezet bij het reanimeren van een pop. Toegegeven, het was een momentopname, maar toch. Niemand loopt te koop met z'n mislukkingen en twijfels.

Voor mij is het doek inmiddels gevallen. Er is geen reden om te denken dat de masterstudenten die destijds zo zeker van hun stuk leken ook niet af en toe ten prooi vielen aan eigen onzekerheden.

Hoe ga ik binnen nog eens vier jaar terugkijken naar mezelf, en naar deze column? Ik ga me ongetwijfeld ergeren aan de schrijfstijl. Hoe ga ik dan terugkijken naar de mensen die nu mijn referentiekader opmaken: bepaalde proffen, artsen op stages, mentoren en thesisbegeleiders?

Misschien verschillen zij niet zo veel van de masterstudenten van toen, het zouden hier en daar zelfs dezelfde mensen kunnen zijn. Misschien proberen zij nu, en probeer ik binnen vier jaar, ook gewoon maar bij te benen en alle balletjes in de lucht te houden. Ik vraag me af, zou dat eigen zijn aan geneeskunde studeren, of het leven in het algemeen?

Ma die afstand lijkt zo ver Tvalt uiteindelijk wel nog mee Gelijk die lengte tussen mezelf En de mensen waaran dak me meet, eyZo zingt de West-Vlaamse rapper Brihang in z'n nummer 'Ik Wil Alles, Behalve'. Sta mij toe u even mee te nemen naar het najaar van 2017. Een tijd waarin ik, af en toe, nog naar lessen op de campus ging en zoals de meeste eerstejaars guitig alle indrukken in het UZ Gent in me opnam. Ik herinner me in het bijzonder de masterstudenten geneeskunde, slechts enkele jaren ouder dan ik maar ze droegen een doktersjas of OK-kledij en ze hadden de zekere tred van iemand die zelfs in de kelders van het UZ z'n weg nog zou vinden. Het contrast met eerstejaartjes zoals ikzelf, die met moeite de weg van auditorium F naar de broodjeszaak had gevonden en nog wat duizelend van een les celfysiologie, kon destijds moeilijk groter zijn. Al even erg op dat vlak waren de practica, die vaak begeleid werden door dergelijke masterstudenten. Schijnbaar moeiteloos vonden ze anatomische structuren op een dissectielichaam terug, ze maakten moeilijke fysiologie bijna tastbaar. Intussen heb ik hier en daar al op de plek van die illustere masterstudenten van toen gestaan. Ik legde reanimatierichtlijnen uit tijdens EHBO-practica, en af en toe verscheen ik in doktersjas aan de zijde van een stagearts. Ik moet bekennen, het voelt minder speciaal aan dan het eruit zag bijna vier jaar geleden.Betekent dit dat ik teleurgesteld ben in mezelf of mijn opleiding? Allerminst. Eerder, als ik er op terugkijk, bleek "die lengte tussen mezelf en de mensen waaran dak me meet" uiteindelijk nog wel mee te vallen, om terug te grijpen naar de woorden van Brihang. Op vlak van kennis zijn er inmiddels een hoop cursussen doorgeramd. Alleen, het 'ik doe ook maar wat'-gevoel is in vergelijking met vier jaar geleden niet afgenomen, integendeel.Als bachelorstudent zie je maar één kant van het verhaal. De studenten aan wie ik de practica EHBO gaf, hebben nooit geweten dat ik enkele weken later zelf een uitermate belabberd resultaat heb neergezet bij het reanimeren van een pop. Toegegeven, het was een momentopname, maar toch. Niemand loopt te koop met z'n mislukkingen en twijfels. Voor mij is het doek inmiddels gevallen. Er is geen reden om te denken dat de masterstudenten die destijds zo zeker van hun stuk leken ook niet af en toe ten prooi vielen aan eigen onzekerheden. Hoe ga ik binnen nog eens vier jaar terugkijken naar mezelf, en naar deze column? Ik ga me ongetwijfeld ergeren aan de schrijfstijl. Hoe ga ik dan terugkijken naar de mensen die nu mijn referentiekader opmaken: bepaalde proffen, artsen op stages, mentoren en thesisbegeleiders? Misschien verschillen zij niet zo veel van de masterstudenten van toen, het zouden hier en daar zelfs dezelfde mensen kunnen zijn. Misschien proberen zij nu, en probeer ik binnen vier jaar, ook gewoon maar bij te benen en alle balletjes in de lucht te houden. Ik vraag me af, zou dat eigen zijn aan geneeskunde studeren, of het leven in het algemeen?