Waalse en Brusselse thuisverpleegkundigen rekenen patiënten remgeld aan. Traditioneel doen hun Vlaamse evenknieën dat niet. Kwestie van de toegankelijkheid op peil te houden. Vorige week veranderde het Wit-Gele Kruis op het feestje ter gelegenheid van zijn 85-jarige bestaan het geweer van schouder. Ook Vlaamse thuiszorgorganisaties zouden best remgeld aanrekenen. Dat spijst het te krappe budget een beetje en de impact zou al bij al beperkt zijn. Opmerkelijk. Zeker op een moment dat er van langsom minder obstakels zijn voor een laagdrempelige huisartsgeneeskunde.

Tegelijk nemen (vooral) ziekenhuisverpleegkundigen ontslag om zich in te schrijven bij een uitzendbureau en vervolgens ad interim met langetermijncontracten weer aan de slag te gaan in het hospitaal. Voor hen persoonlijk scheelt het al snel een flinke financiële slok op de borrel en uiteraard spint ook het interimkantoor daar garen bij. De bedrijfswereld heeft andermaal een gat in de markt gevonden.

In de thuisverpleegkunde is de patiënt het kind van de rekening, de uitzendbureaus en interim-werkkrachten melken de ziekteverzekering

In de thuisverpleegkunde is de patiënt het kind van de rekening, de uitzendbureaus en interim-werkkrachten melken de ziekteverzekering. Het budgettaire keurslijf knelt. En toch. In 2023 beschikt het Riziv over circa 35 miljard, bij een groeinorm van 2,5% buiten index. En dat, by the way, voor een systeem dat volgens Riziv-topman Pedro Facon "gemiddelde kwaliteit" produceert. Aan dit tempo soupeert de ziekteverzekering in 2027 40 miljard op. Besparen en misbruiken tegengaan is dus noodzakelijk maar volstaat niet, ook een hervorming dringt zich op.

Mede omwille van het bredere plaatje. De oorlog in Oekraïne, een wereldwijde voedsel- en energiecrisis, de naweeën van covid-19 enz. doen de overheidstekorten oplopen. Wetende dat de taart eerst gebakken moet worden alvorens ze verdeeld en opgegeten wordt, is het maar de vraag of uitdijende zorgbudgetten haalbaar blijven.

Waalse en Brusselse thuisverpleegkundigen rekenen patiënten remgeld aan. Traditioneel doen hun Vlaamse evenknieën dat niet. Kwestie van de toegankelijkheid op peil te houden. Vorige week veranderde het Wit-Gele Kruis op het feestje ter gelegenheid van zijn 85-jarige bestaan het geweer van schouder. Ook Vlaamse thuiszorgorganisaties zouden best remgeld aanrekenen. Dat spijst het te krappe budget een beetje en de impact zou al bij al beperkt zijn. Opmerkelijk. Zeker op een moment dat er van langsom minder obstakels zijn voor een laagdrempelige huisartsgeneeskunde. Tegelijk nemen (vooral) ziekenhuisverpleegkundigen ontslag om zich in te schrijven bij een uitzendbureau en vervolgens ad interim met langetermijncontracten weer aan de slag te gaan in het hospitaal. Voor hen persoonlijk scheelt het al snel een flinke financiële slok op de borrel en uiteraard spint ook het interimkantoor daar garen bij. De bedrijfswereld heeft andermaal een gat in de markt gevonden. In de thuisverpleegkunde is de patiënt het kind van de rekening, de uitzendbureaus en interim-werkkrachten melken de ziekteverzekering. Het budgettaire keurslijf knelt. En toch. In 2023 beschikt het Riziv over circa 35 miljard, bij een groeinorm van 2,5% buiten index. En dat, by the way, voor een systeem dat volgens Riziv-topman Pedro Facon "gemiddelde kwaliteit" produceert. Aan dit tempo soupeert de ziekteverzekering in 2027 40 miljard op. Besparen en misbruiken tegengaan is dus noodzakelijk maar volstaat niet, ook een hervorming dringt zich op. Mede omwille van het bredere plaatje. De oorlog in Oekraïne, een wereldwijde voedsel- en energiecrisis, de naweeën van covid-19 enz. doen de overheidstekorten oplopen. Wetende dat de taart eerst gebakken moet worden alvorens ze verdeeld en opgegeten wordt, is het maar de vraag of uitdijende zorgbudgetten haalbaar blijven.