...

Op 20 februari 2017 diende het AZ Alma bij het Agentschap Zorg en Gezondheid een aanvraag in voor de reconversie van 5 C/D-bedden naar 5 a(d)-plaatsen. De kenletter a(d) staat voor bedden in diensten voor daghospitalisatie voor neuropsychiatrie voor observatie en behandeling van volwassen patiënten. Om zo'n aanvraag goed te keuren moet de reconversie passen in de programmatie voor de specifieke soort van bedden. Het bepalen van die programmatie is federale bevoegdheid. Op 29 december 2016 was bij KB een moratorium ingevoerd op de ziekenhuisbedden. Het Agentschap deelde aan het AZ Alma mee dat omwille van dit moratorium haar reconversieaanvraag eerst juridisch moest worden onderzocht. Op 20 juni 2019 werd het moratorium beëindigd maar inmiddels was over de aanvraag nog steeds geen uitdrukkelijke beslissing genomen. Bij brief van 3 oktober 2019 vroeg AZ Alma om een 'reactivatie van onze vroegere planningsaanvraag voor reconversie van 5 C/D-bedden via tussenreconversie naar 4 A-bedden, naar 5a(d)-plaatsen".Op 14 oktober 2019 verleende de administrateur-generaal van het Agentschap aan het AZ Jan Palfijn een planningsvergunning voor 10 a-plaatsen. Op 18 oktober 2019 kreeg het UZ Gent een planningsvergunning voor 7 a(d)-plaatsen. Met de toekenning van deze planningsvergunningen aan AZ Jan Palfijn en UZ Gent was de programmatieruimte voor a(d)-plaatsen voor de zogenaamde inplantingspool IP38 Gent -waartoe ook AZ Alma behoort- uitgeput. Op 19 april 2020 besliste de administrateur-generaal om de hoger genoemde reden een planningsvergunning te weigeren voor de opname in de programmatie van 5 a(d)-plaatsen in AZ Alma mits afbouw van 5 C/D-bedden. Tegen deze beslissing diende AZ Alma op 17 juni 2020 een vernietigingsberoep in bij de Raad van State en een vernietigingsberoep tegen de planningsvergunningen voor AZ Jan Palfijn en UZ Gent. AZ Alma beriep zich onder meer op een schending van het redelijkheids- en zorgvuldigheidsbeginsel wegens incorrecte en inconsistente toepassing van het FIFO-principe (first in first out). AZ Alma had op 20 februari 2017 een geldige aanvraag ingediend en dat dossier was nooit afgesloten.Ook de auditeur bij de Raad van State stelde vast dat het Agentschap nooit een beslissing had genomen omtrent deze aanvraag. Bijgevolg was die aanvraag nog steeds hangende op het moment dat het AZ Jan Palfijn en het UZ Gent een aanvraag indienden voor een planningsvergunning.De Raad van State oordeelde dan ook dat het Agentschap het zorgvuldigheidsbeginsel in samenhang gelezen met het gelijkheidsbeginsel had geschonden door het dossier van AZ Alma pas te behandelen na de twee andere dossiers. Daarnaast benadrukte de Raad van State dat niets het Agentschap ervan had kunnen weerhouden een uitdrukkelijke beslissing tot weigering van de planningsvergunning voor AZ Alma te nemen op grond van het moratorium.Met andere woorden, daar was geen juridisch onderzoek voor nodig. Logischerwijze werden de planningsvergunningen voor AZ Jan Palfijn en UZ Gent ook vernietigd.