...

Dat zei dokter Dirk De Wolf, voormalig kabinetschef bij ex-minister Vandeurzen en momenteel leidend ambtenaar bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid zaterdag jongstleden op het tweejaarlijkse symposium van het Vlaams Artsenverbond. De bijzondere financieringswet regelt de financiering van de gemeenschappen en gewesten.In zijn interventie vanuit de zaal wees dokter De Wolf er onder meer op dat het principe al van toepassing is in Wales en Schotland met respectievelijk drie en zes miljoen inwoners. De sprekers onthaalden het voorstel genuanceerd positief.Em. prof. Jan Degadt (KU Leuven, campus Brussel) stelde dat ook in Duitsland en Oostenrijk bestedingsautonomie in zwang is. "In ons land moeten we goed kijken naar de transfers tussen gemeenschappen en gewesten. Anders blijft het probleem onopgelost. Het is geen punt als het slechts over kleine bedragen gaat. Is het echter een structureel probleem, dan moet het vooraf worden uitgeklaard."Dokter Marc Geboers, directeur algemene ziekenhuizen Zorgnet-Icuro noemde bestedings autonomie een zeer interessant idee omdat het de regio's toelaat eigen accenten te leggen. "Voor Brussel kan dit wel extreem complex worden. Hierover moet grondig worden nagedacht. Ik vrees de techniciteit van het verhaal."KU Leuven-medewerker en jurist bij de Raad van State Wouter Pas zei dat de overheid de gezinsbijslagen federaal int en ze vervolgens volgens een verdeelsleutel in de vorm van dotaties doorsluist naar gemeenschappen en gewesten. "Gezondheid en welzijn is wel vele malen complexer dan gezinsbijslag," dixit Pas. "Het wordt zeer lastig om een voor iedereen aanvaardbare verdeelsleutel uit te werken. Op basis van welke criteria? Hoe worden gemeenschappen en gewesten geresponsabiliseerd? Hoe vermijden we dat regio's geld krijgen dat ze niet nodig hebben?"Het VAV-symposium boog zich in het bijzonder over gezondheidszorg voor Vlamingen in Brussel en de Vlaamse Rand. Al jaren is dat een teer punt en er is niet meteen beterschap in zicht. Prof. Degadt herinnerde er onder meer aan dat "Brussel qua institutionele organisatie alle finesses van de zesde staatshervorming bij elkaar heeft op een zeer kleine oppervlakte. Het heeft een gewest- en een taalgrens, geen homogene bevoegdheden, een taalprobleem enzovoort.""De Vlaamse Sociale Bescherming (VSB) is in de hoofdstad een optie, in de Rand een verplichting." Regionalisering zal volgens Degadt leiden tot een harde grens tussen Brussel en de Rand. "Valt de centrumfunctie dan weg en moet de Rand dan meer zorgvoorzieningen voorzien?," vroeg hij zich af.Niet verrassend, wel ontluisterend was de uiteenzetting van huisarts Erika Vander Meersch, voorzitter van het Doktersgild Van Helmont, over het (gebrek aan) zorgaanbod voor Nederlandstaligen in Brussel. De Orde der Artsen weigert trouwens statistieken te geven over het aantal bij de Orde Vlaams-Brabant en Brussel ingeschreven artsen werkzaam in Brussel en de Rand.In de hoofdstad telt de Nederlandstalige Brusselse Huisartsenkring (Bhak) 82 leden en 21 haio's. In 2018 gold een patiëntenstop bij 64% van de Bhak-huisartsen. Dokter Vander Meersch stelde wel dat de huisartsenkring de leden adviseert om toch Nederlandstalige patiënten aan te nemen. En niet alle Vlaamse huisartsen in Brussel zijn lid van de Bhak.Sinds 2016 werkt de Bhak samen met de Franstalige huisartsenkring. Dat leidde tot de tweetalige Brusselse Wacht (GB-BW). Heel wat oudere Bhak-leden trekken de taalgarantie voor Nederlandstaligen in twijfel. Alleszins beschikt slechts een kleine minderheid van de 1.400 Franstalige huisartsen over een Selor-taalattest niveau B2 - wat een lager niveau is dan wat de Provinciale Geneeskundige Commissie adviseert. Van de Bhak namen in 2018 circa 60 wachtdoende leden en 20 wachtdoende haio's deel aan GB-BW. Amper in één van de vijf huisartsenwachtposten in Brussel is er tijdens de weekends en op feestdagen een tweetalige arts aanwezig. Tijdens de week is dat zelfs helemaal niet het geval.In theorie zijn de Brusselse openbare ziekenhuizen tweetalig. Dat is wettelijk gegarandeerd. Onder die bepaling vallen de privéziekenhuizen en de drie UZ's echter niet - behalve dan op de spoed. Informatie over de taalkennis van de behandelende arts kunnen patiënten eventueel nog vinden op de website van de ziekenhuizen.Dat geldt natuurlijk niet bij spoedopnames, voor de dienst 100 en bij MUG-interventies. Circa 80% van de MUG-artsen kent geen Nederlands en dat is uiteraard ook problematisch voor de Vlaamse randbewoners. Bovendien doet de dienst 112 Brussel in de rand altijd een beroep op een Brusselse ziekenwagen. Ook als een Vlaamse wagen sneller ter plaatse kan zijn.Bij de taalverloedering speelt ook de problematiek van de buitenlandse artsen een rol. Zij worden vaak op spoed en in de wacht ingezet en kiezen meestal Frans als inburgeringstaal. Net zoals in Brussel zijn er dus in de Rand heel wat klachten over Nederlands-onkundige artsen en verpleegkundigen, vooral bij spoed- en MUG-diensten.