Robots kwamen ook verschillende keren in beeld. Onder andere in een Japans woonzorgcentrum waar robot-zeehonden op schoot zaten bij de bejaarden. Is het speelgoed of helpen robots echt om bejaarden gezelschap te houden, om hen gymnastiekoefeningen te laten doen of om personen met dementie rustiger te maken?

Studies wijzen alvast in die richting. De Japanse zeehond-robot Paro blijkt hetzelfde effect te hebben als therapie met dieren. Alleen is Paro altijd beschikbaar en is zijn gedrag veel betrouwbaarder. In een Engelse assessment unit voor dementia patiënten bleek de robot een kalmerende werking te hebben en de sociale interactie te stimuleren. Tegenstanders vinden dat je de patiënten op deze manier als kinderen behandelt en hen voorliegt door te doen alsof het een echt dier is.

Wordt de robot uw onmisbare assistent in de toekomst? Ik geloof van wel

Maar ook voor mensen die weten dat het om een robot gaat, blijft het positief effect bestaan. Zo werd het in Toronto, in het Center for Addiction and Mental Health, uitgetest bij een patiënt met een zware depressie. In een getuigenis vertelt de man dat hij zelf verwonderd was over het effect. Omgaan met de robot deed hem lachen, grapjes maken en praten, en het verhoogde zijn concentratievermogen. Het bleek een perfecte aanvulling te zijn op zijn medicatie om hem uit de depressie te krijgen.

In het Europese GrowMeUp-project werd een ander soort robot ontwikkeld. Eentje die zijn eigenaar en zijn routines kan leren kennen, hem kan herinneren aan afspraken of het nemen van medicatie, een oefeningenschema kan voorstellen, hulp kan opbellen, aan valpreventie kan doen etc. Alle data worden uit de cloud gehaald. De onderzoekers verwachten dat het tegen 2022 mogelijk moet zijn om betaalbare en betrouwbare sociale robots te maken die senioren langer thuis kunnen houden. Al moeten we hierbij oppassen dat het voor familieleden geen excuus wordt om zelf minder langs te gaan. Het is een aanvulling en zeker geen vervanging van menselijke hulp.

Ook hier mogen we niet in de val lopen van de technology push en moet er echt gepraat worden met zorgverleners en patiënten om na te gaan hoe robots juist kunnen ingezet worden. Waar is de menselijke touch en interactie van belang en waar kan een robot de taak van de zorgverstrekker verlichten?

Recent nog kwam het Vlaamse project ROBO-CURE in het nieuws waarbij een Pepper-robot wordt ingezet om kinderen met diabetes te begeleiden, vlak na de diagnose. Het is immers niet eenvoudig om je deze nieuwe manier van leven eigen te maken, zeker niet op jonge leeftijd. De robot geeft instructies, maar slaat ook alle data op die de dokters kunnen gebruiken om de therapie op punt te stellen. De robot assisteert de kinderen eerst in het ziekenhuis en later ook thuis.

Het voordeel van een dergelijk imec.icon-project is dat zowel wetenschappers als bedrijven en ziekenhuizen samen rond de tafel zitten. En dat op een relatief korte periode van twee jaar een product of dienst wordt ontwikkeld en uitgetest.

In een ander imec.icon-project, WONDER, werd bv. uitgetest of de kleinere Zora-robot kon assisteren in een woonzorgcentrum op de afdeling dementie. Het was de bedoeling dat de extra service van de robot complementair was met de menselijke touch van de zorgverleners, om zo de behoefte aan medicatie en fysieke inperkingen te verminderen. De robot herkent de senioren als ze ronddwalen in de gangen en weet via zijn databank welke muziek hun voorkeur draagt of welke interesses ze hebben. Op die manier tracht hij ze te kalmeren of terug te begeleiden naar hun kamer.

Wordt de robot uw onmisbare assistent in de toekomst? Ik geloof van wel. Het wordt net zo vanzelfsprekend als onze robotstofzuiger of Alexa-luidspreker in huis. En ik geloof ook dat het een positief verhaal zal zijn, voor zowel zorgverstrekker als patiënt. We hoeven niet bang te zijn voor 'het tijdperk van de robots'.

Over Chris Van Hoof

Als Vice-president R&D, Connected Health Solutions bij imec, een Leuvens onderzoekscentrum op het vlak van nano-elektronica en digitale technologie, komt Chris Van Hoof in contact met de allernieuwste technologieën om gezondheidsparameters te meten én bij te sturen. In zijn columns vermeldt hij interessante ontwikkelingen op dit vlak en hoe dokters er in de toekomst mee aan de slag kunnen.

Robots kwamen ook verschillende keren in beeld. Onder andere in een Japans woonzorgcentrum waar robot-zeehonden op schoot zaten bij de bejaarden. Is het speelgoed of helpen robots echt om bejaarden gezelschap te houden, om hen gymnastiekoefeningen te laten doen of om personen met dementie rustiger te maken? Studies wijzen alvast in die richting. De Japanse zeehond-robot Paro blijkt hetzelfde effect te hebben als therapie met dieren. Alleen is Paro altijd beschikbaar en is zijn gedrag veel betrouwbaarder. In een Engelse assessment unit voor dementia patiënten bleek de robot een kalmerende werking te hebben en de sociale interactie te stimuleren. Tegenstanders vinden dat je de patiënten op deze manier als kinderen behandelt en hen voorliegt door te doen alsof het een echt dier is.Maar ook voor mensen die weten dat het om een robot gaat, blijft het positief effect bestaan. Zo werd het in Toronto, in het Center for Addiction and Mental Health, uitgetest bij een patiënt met een zware depressie. In een getuigenis vertelt de man dat hij zelf verwonderd was over het effect. Omgaan met de robot deed hem lachen, grapjes maken en praten, en het verhoogde zijn concentratievermogen. Het bleek een perfecte aanvulling te zijn op zijn medicatie om hem uit de depressie te krijgen. In het Europese GrowMeUp-project werd een ander soort robot ontwikkeld. Eentje die zijn eigenaar en zijn routines kan leren kennen, hem kan herinneren aan afspraken of het nemen van medicatie, een oefeningenschema kan voorstellen, hulp kan opbellen, aan valpreventie kan doen etc. Alle data worden uit de cloud gehaald. De onderzoekers verwachten dat het tegen 2022 mogelijk moet zijn om betaalbare en betrouwbare sociale robots te maken die senioren langer thuis kunnen houden. Al moeten we hierbij oppassen dat het voor familieleden geen excuus wordt om zelf minder langs te gaan. Het is een aanvulling en zeker geen vervanging van menselijke hulp. Ook hier mogen we niet in de val lopen van de technology push en moet er echt gepraat worden met zorgverleners en patiënten om na te gaan hoe robots juist kunnen ingezet worden. Waar is de menselijke touch en interactie van belang en waar kan een robot de taak van de zorgverstrekker verlichten? Recent nog kwam het Vlaamse project ROBO-CURE in het nieuws waarbij een Pepper-robot wordt ingezet om kinderen met diabetes te begeleiden, vlak na de diagnose. Het is immers niet eenvoudig om je deze nieuwe manier van leven eigen te maken, zeker niet op jonge leeftijd. De robot geeft instructies, maar slaat ook alle data op die de dokters kunnen gebruiken om de therapie op punt te stellen. De robot assisteert de kinderen eerst in het ziekenhuis en later ook thuis. Het voordeel van een dergelijk imec.icon-project is dat zowel wetenschappers als bedrijven en ziekenhuizen samen rond de tafel zitten. En dat op een relatief korte periode van twee jaar een product of dienst wordt ontwikkeld en uitgetest. In een ander imec.icon-project, WONDER, werd bv. uitgetest of de kleinere Zora-robot kon assisteren in een woonzorgcentrum op de afdeling dementie. Het was de bedoeling dat de extra service van de robot complementair was met de menselijke touch van de zorgverleners, om zo de behoefte aan medicatie en fysieke inperkingen te verminderen. De robot herkent de senioren als ze ronddwalen in de gangen en weet via zijn databank welke muziek hun voorkeur draagt of welke interesses ze hebben. Op die manier tracht hij ze te kalmeren of terug te begeleiden naar hun kamer. Wordt de robot uw onmisbare assistent in de toekomst? Ik geloof van wel. Het wordt net zo vanzelfsprekend als onze robotstofzuiger of Alexa-luidspreker in huis. En ik geloof ook dat het een positief verhaal zal zijn, voor zowel zorgverstrekker als patiënt. We hoeven niet bang te zijn voor 'het tijdperk van de robots'.