...

Aan het woord is dokter Bert Vaes, docent aan de KU Leuven (ACHG) en huisarts in Hoeilaart. Hij spreekt namens een consortium van centra die al gewoon zijn data te registreren in de eerste lijn - de huisartsencentra van Leuven (Intego), Antwerpen (iCAREdata) en Gent (Primadata) samen met Sciensano (Peilpraktijken). Dat consortium heeft voor dit project verscheidene partners aangesproken. "We willen dat de eerstelijnszorg gedurende de pandemie zichtbaar wordt. Huisartsen communiceren veel met elkaar, ze telefoneren met elkaar en wisselen e-mails uit over hoe ze hun werk nu moeten aanpassen, met welke moeilijkheden ze kampen, waar ze zich zorgen over maken.... Maar naar buiten toe wordt er vooral gerapporteerd vanuit de ziekenhuizen. We willen een systeem van monitoring op touw zetten in de huisartsenpraktijken, in de triagecentra én met de CRA's. We willen op zeer visuele wijze de evolutie van dag tot dag terugkoppelen naar de verschillende beleidsniveaus, statusrapporten opmaken met aandachtspunten voor de huisartsenkringen, de Zorgraden in de Eertelijnszones, de provincies, de regionale overheden, het federale niveau, ..." "We stellen aan iedereen vijf 'kritische' vragen:1. Bent u in staat uw klinische taken te vervullen? 2. Kunt u uw zorg kwaliteitsvol - dat is, volgens de richtlijnen - aanbieden?3. Hebt u hulp nodig - welke hulp is dat dan?4. Volstaat uw capaciteit voor morgen?5. Volstaat uw capaciteit voor de volgende zeven dagen? De deelnemers kunnen telkens hun probleem preciseren. Afhankelijk dan van discipline stellen we nog verdere vragen. Bijvoorbeeld: hoeveel consultaties hebt u verricht? Hoeveel fysieke contacten? Hoeveel gevallen van luchtweginfecties zaten daartussen? Hoeveel patiënten hebt u daarvan doorverwezen? Hoeveel bevestigde gevallen van Covid-19 zaten daartussen? Hoe staat het met uw voorraad van chirurgische maskers? Van FFP2-maskers? Mensen kunnen ons aangeven hoeveel beschermingsmiddelen ze nog in reserve hebben." "We willen echt alle huisartsen oproepen om deel te nemen aan dit monitoringproject. Dit moet viraal gaan - een arts zou zich eigenlijk zelfs moeten schamen als hij het niet doet." Deelname kan een kwestie zijn van eigenbelang, beaamt Vaes, maar het is ook een zaak van solidariteit. "Als het provinciebestuur ziet dat op een kaartje over de reserve aan maskers in een gebied nogal wat praktijken rood beginnen te kleuren, weet het dat daar snel ingegrepen moet worden - dat bevoorrading nodig is. Als een zone niets dan groene bolletjes telt, weet het bestuur dat ze daar niet onmiddellijk haar middelen moet op richten - dat díe ondersteuning er nog niet dringend is." Deelname is eenvoudig: in het EMD-pakket vindt de arts een eForm. Bedoeling is dat hij die op het eind van dag invult, en dan naar de eHealthBox van Bert Vaes stuurt, die het project coördineert. Voor huisartsen met pakketten die eForms nog niet ondersteunen, ontwikkelde Sciensano een webapplicatie op healthdata.be. Voor de registratie in de triagecentra kan dezelfde webapplicatie gebruikt worden, zeven dagen op zeven. De link wordt verspreid via de huisartsenkringen. De VUB werkte ook een project uit om de apotheken te monitoren. "We werken met hen samen", vertelt Bert Vaes. "Er lopen verscheidene initiatieven. Maar we willen de diverse disciplines in de eerste lijn samenbrengen binnen een globaal systeem. Naast de apothekers willen we ook de thuisverpleegkundigen en de vroedvrouwen erbij te betrekken. Het systeem dat bij de monitoring wordt gebruikt, maakt het mogelijk de resultaten tevens te koppelen aan de ziekenhuizen in een gebied." De bedoeling is de verschillende beleidsniveaus op een consistente en correcte manier te informeren over wat zich op het terrein afspeelt - zodat men de juiste beslissingen kan nemen. De resultaten verschijnen niet op een publieke website, al verwacht dokter Vaes dat Sciensano er ook wel zal over rapporteren. De monitoring verloopt in de twee talen - de bedoeling is de eerstelijnszorg over het hele Belgisch grondgebied in kaart te brengen. Samen met Domus Medica is ook de SSMG (Société Scientifique de Médecine Générale) in het project gestapt. En aan Franstalige zijde bieden ook het Collège de Médecine générale (CMG) en de organisaties van de ' maisons médicales' hun steun - terwijl er nog verdere informele contacten met de academische wereld lopen. Naast de huisartsenpraktijken en de triagecentra worden, zoals al aangegeven, de CRA's afzonderlijk bevraagd. "De woonzorgcentra worden eveneens gemonitord door de Vlaamse overheid. We zijn met het Agentschap Zorg en Gezondheid rond de tafel gaan zitten om de violen gelijk te stemmen. Zij zijn zeer enthousiast over dit project", vertelt Bert Vaes nog. En last but not least is ook Vivel (het Vlaams Instituut Voor de Eerste Lijn) mee aan boord gestapt." "De boodschap voor de zorgverleners is om viraal te gaan tegen Covid-19", luidt het motto van dokter Vaes. "Als de bolletjes op de kaart grijs blijven, wat wil dat dan zeggen? Dat de artsen geen weet hebben van het initiatief? Dat ze er geen tijd voor hebben gehad? Dat het hen onverschillig laat omdat alles goed gaat? We willen dat men kan aanvoelen wat er op het veld gebeurt. Dat de kaarten ingekleurd raken. "