Als reactie op het verzet van huisartsen tegen het voorstel om apothekers het coronavaccin te laten toedienen, tweette ik onlangs: "Toch even de knuppel gooien. In het heetst van de strijd hebben we masterstudenten farmacie @ugent vaccineren aangeleerd en ze deden dat uitstekend. Is het niet samen sterk in deze crisis? Hoe sneller en meer hoe beter de barrière tegen omikron toch?".

Op die manier wilde ik aan collegae duidelijk maken dat de competentie om een vaccin veilig toe te dienen ook kan aangeleerd worden aan apothekers.

De reacties waren verdeeld. Aan de ene kant tweette iemand "Dankjewel @HoebekePiet voor dialoog en ondersteuning in deze crisis. Dagdagelijks werken apothekers, huisartsen heel goed samen voor het welzijn van burger en patiënt".

Aan de andere kant waren reacties: "Eigenlijk is het vooral wraakroepend dat, uitgerekend tijdens deze ongeziene pandemie, de huisartsen grotendeels werden buitengesloten uit het vaccinatiegebeuren, terwijl net zij een uitmuntende expertise hebben om risico patiënten en hun omgeving over de streep te trekken!".

Het debat hierover is, zoveel is duidelijk, gepolariseerd is. Het feit dat koninklijk besluit 78 (KB 78) de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van zorgberoepen strikt vastlegt, helpt niet. De covidpandemie dwingt ons om die wet dringend te herzien en aan te passen aan de realiteit waarin we nu leven.

De hervorming van KB 78 biedt een prima juridische basis om de rol van apothekers te herdefiniëren als het over vaccinaties gaat

Nauwelijks één dag na de tweet geraakten de eerste reacties over de mogelijkheid voor apothekers om vaccins te zetten ondergesneeuwd onder berichtjes over de administratieve overlast binnen de eerste lijn. Het antwoord van Stijn Geysenbergh en Michel De Munck, allebei huisartsen, vat die frustratie goed samen: "Huisartsen zijn manager van de administratie van chronische zorg". Ze leggen de vinger op de wonde.

Er is in de zorg in het algemeen maar zeker in de eerste lijn een redundantie van administratieve taken die de zorgverstrekker afleiden van zijn kerntaak: de zorg van de patiënt. Die administratieve taken zouden beter uit de dagtaak van een huisarts gehaald worden. In dat geval heb je natuurlijk een andere gekwalificeerde zorgverstrekker nodig, een soort 'praktijkassistent' die binnen de krijtlijnen van het huidige KB 78 evenwel nog niet bestaat.

Die assistent zou in staat moeten zijn om patiëntgebonden administratie te doen, beperkte ondersteuning te bieden aan een organisatie en mee te helpen bij de voorbereiding, uitvoering en afronding van de zorgverlening. Een basiskennis van gezondheid, financiering en wetgeving zijn in dat nieuwe, ondersteunende beroep een must.

Terug naar KB 78. Was de hervorming van dit KB niet een van de hoekstenen van het beleid van de vorige minister van Volksgezondheid? Wie herinnert zich de 'madelief van Maggie' nog? Het hart van de bloem symboliseerde een kwaliteitsvolle zorg waarbij de patiënt centraal staat, de bloemblaadjes waren de zorgverleners.

Het is hoogtijd om de zorgberoepen in het licht van de covidpandemie te revalueren en te kijken welke competenties nu vereist zijn

Ondertussen is de bloem verwelkt, vrezen wij, maar misschien niet verloren. De hervorming van KB 78 door minister Maggie De Block biedt een prima juridische basis om de rol van apothekers te herdefiniëren als het over vaccinaties gaat en om het beroep van praktijkassistenten in het leven te roepen.

En misschien is er aan het madeliefje ook plaats voor een extra bloemblaadje: de masters in de biomedische wetenschappen. Op dit moment kunnen zij niet ingezet worden in de zorgsector omdat ze niet opgenomen zijn in het huidige KB 78. Nochtans werden ze bij het opschalen van de o zo noodzakelijke testcentra massaal ingezet om testen uit te voeren.

Kortom, het is hoogtijd om de zorgberoepen in het licht van de covidpandemie te revalueren en te kijken welke competenties nu vereist zijn. Er is weliswaar sprake van een activatie van de kwaliteitswet, maar hoe het portfolio er moet uitzien om je competenties te bewijzen en welke competenties je moet halen om aan de kwaliteitswet te voldoen, is minder duidelijk.

Laten we dus snel inzetten op de hervorming van KB 78 en dit oude koninklijke besluit nieuw leven inblazen.

Als reactie op het verzet van huisartsen tegen het voorstel om apothekers het coronavaccin te laten toedienen, tweette ik onlangs: "Toch even de knuppel gooien. In het heetst van de strijd hebben we masterstudenten farmacie @ugent vaccineren aangeleerd en ze deden dat uitstekend. Is het niet samen sterk in deze crisis? Hoe sneller en meer hoe beter de barrière tegen omikron toch?". Op die manier wilde ik aan collegae duidelijk maken dat de competentie om een vaccin veilig toe te dienen ook kan aangeleerd worden aan apothekers.De reacties waren verdeeld. Aan de ene kant tweette iemand "Dankjewel @HoebekePiet voor dialoog en ondersteuning in deze crisis. Dagdagelijks werken apothekers, huisartsen heel goed samen voor het welzijn van burger en patiënt". Aan de andere kant waren reacties: "Eigenlijk is het vooral wraakroepend dat, uitgerekend tijdens deze ongeziene pandemie, de huisartsen grotendeels werden buitengesloten uit het vaccinatiegebeuren, terwijl net zij een uitmuntende expertise hebben om risico patiënten en hun omgeving over de streep te trekken!".Het debat hierover is, zoveel is duidelijk, gepolariseerd is. Het feit dat koninklijk besluit 78 (KB 78) de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van zorgberoepen strikt vastlegt, helpt niet. De covidpandemie dwingt ons om die wet dringend te herzien en aan te passen aan de realiteit waarin we nu leven. Nauwelijks één dag na de tweet geraakten de eerste reacties over de mogelijkheid voor apothekers om vaccins te zetten ondergesneeuwd onder berichtjes over de administratieve overlast binnen de eerste lijn. Het antwoord van Stijn Geysenbergh en Michel De Munck, allebei huisartsen, vat die frustratie goed samen: "Huisartsen zijn manager van de administratie van chronische zorg". Ze leggen de vinger op de wonde. Er is in de zorg in het algemeen maar zeker in de eerste lijn een redundantie van administratieve taken die de zorgverstrekker afleiden van zijn kerntaak: de zorg van de patiënt. Die administratieve taken zouden beter uit de dagtaak van een huisarts gehaald worden. In dat geval heb je natuurlijk een andere gekwalificeerde zorgverstrekker nodig, een soort 'praktijkassistent' die binnen de krijtlijnen van het huidige KB 78 evenwel nog niet bestaat. Die assistent zou in staat moeten zijn om patiëntgebonden administratie te doen, beperkte ondersteuning te bieden aan een organisatie en mee te helpen bij de voorbereiding, uitvoering en afronding van de zorgverlening. Een basiskennis van gezondheid, financiering en wetgeving zijn in dat nieuwe, ondersteunende beroep een must. Terug naar KB 78. Was de hervorming van dit KB niet een van de hoekstenen van het beleid van de vorige minister van Volksgezondheid? Wie herinnert zich de 'madelief van Maggie' nog? Het hart van de bloem symboliseerde een kwaliteitsvolle zorg waarbij de patiënt centraal staat, de bloemblaadjes waren de zorgverleners. Ondertussen is de bloem verwelkt, vrezen wij, maar misschien niet verloren. De hervorming van KB 78 door minister Maggie De Block biedt een prima juridische basis om de rol van apothekers te herdefiniëren als het over vaccinaties gaat en om het beroep van praktijkassistenten in het leven te roepen. En misschien is er aan het madeliefje ook plaats voor een extra bloemblaadje: de masters in de biomedische wetenschappen. Op dit moment kunnen zij niet ingezet worden in de zorgsector omdat ze niet opgenomen zijn in het huidige KB 78. Nochtans werden ze bij het opschalen van de o zo noodzakelijke testcentra massaal ingezet om testen uit te voeren. Kortom, het is hoogtijd om de zorgberoepen in het licht van de covidpandemie te revalueren en te kijken welke competenties nu vereist zijn. Er is weliswaar sprake van een activatie van de kwaliteitswet, maar hoe het portfolio er moet uitzien om je competenties te bewijzen en welke competenties je moet halen om aan de kwaliteitswet te voldoen, is minder duidelijk. Laten we dus snel inzetten op de hervorming van KB 78 en dit oude koninklijke besluit nieuw leven inblazen.