...

Als het coronavirus het toelaat zal er eind dit jaar, begin volgend jaar een tentoonstelling van artsen/kunstenaars worden georganiseerd in het mooie pand aan de Bleekstraat nummer 7 te Mechelen. In het verleden werden er af en toe al tentoonstellingen gehouden door de lokale kunstacademie en het Instituut voor Kunstambachten in het karaktervolle pand zoals het was. De voorbije maanden werd het gebouw helemaal opgefrist, voorzien van ophangingssystemen voor kunstwerken, sokkels voor beelden en vitrinekasten voor meer fragiel werk. In de maand mei zal alles klaar zijn om op regelmatige basis kunsttentoonstellingen te presenteren, "als het coronavirus een beetje mee wil", voegt Johan Waes eraan toe. Het verhaal begint in 1973 toen de jonge arts Johan Waes in een bevlieging het pand voor 1,5 miljoen Belgische franken aankocht op een openbare verkoop, zelfs zonder het vanbinnen gezien te hebben. De avond voordien had hij van een familielid vernomen dat het historische pand te koop stond en allicht onder de sloophamer zou belanden om plaats te maken voor een Amelinckx-building. "Ik ben van Brugge afkomstig en hou wel van die oude gebouwen met baksteen en zandsteen, vandaar die bevlieging. Maar het heeft wel enkele dagen geduurd vooraleer ik het aan mijn vrouw durfde te vertellen", lacht dokter Waes. En het pand heeft een geschiedenis. De ankers in de voorgevel geven aan dat het gebouwd is in 1648, de oudste gedeelten zijn nog ouder. De bouwheer was allicht een raadsheer van de Grote Raad die in 1616 in Mechelen werd opgericht door Margaretha van Oostenrijk. In 1718 werd het aangekocht door de Vlaamse edelman van Spaanse afkomst, graaf Jean-Alphonse Coloma. Enkele generaties later speelt zich hier een romantische liefdesscène af, wanneer Charles-Vital Coloma verliefd wordt op het buurmeisje Eugenie, dochter van baron Roose. De slaapkamervensters van beide woningen keken op elkaar uit, Cupido deed de rest. De Mechelse variant van Romeo en Julia als het ware. Charles-Vital had het overigens goed bekeken want Eugenie was de enige erfgenaam van de baron. Na diens overlijden trok de jongeman naast de deur in het stadspaleis van zijn geliefde in, dat voortaan Hof van Coloma zou genoemd worden. "Maar ons huis is het echte Hof van Coloma", zegt Johan Waes stellig. In 1855 vestigt zich weer bekend volk in het pand. De familie Dessain uit Luik vestigt er een drukkerij. Een naam als een klok in Mechelen, vooral dan vanwege kanunnik Francis Dessain die voorzitter werd van FC Malinois (nu KV Mechelen) en van de Belgische Voetbalbond, en van ridder Karel Dessain, die in 1941 door de Duitsers werd afgezet als burgemeester van Mechelen, na de oorlog door het volk op de schouders weer naar het stadhuis werd gedragen, maar zo door de emotie overmand was dat hij bij de terugkeer in zijn kabinet overleed aan een hartaanval. In 1973 kocht Johan Waes het historische pand van de familie Dessain die toen met de drukkerij naar een industrieterrein verhuisde. Wat een verhaal! "Sindsdien hebben we het pand gratis ter beschikking gesteld van non-profitorganisaties, zoals Amnesty International en de Mechelse Archeologische Kring", vertelt dokter Waes. "Er hebben ook een tijdlang kunstenaars gewoond die er ook hun atelier hadden. Het pand is beschermd en de laatste jaren hebben we het minutieus laten restaureren door architect Karel Beeck. Mijn echtgenote Kristien leidt momenteel de restauratie ervan." Een anekdote die de filosofie van het echtpaar Waes typeert: bij de opening van een tentoonstelling over weefkunst door de Academie van Mechelen nam schepen Greet Geypen het woord. "Enkele maanden geleden kreeg ik een mail van de heer Johan Waes met de vraag of we eens konden afspreken over de plannen die hij had met zijn pand. Hij zocht - ik citeer: 'de meest zinvolle bestemming' voor dit huis. Ik ga u niet verhelen dat de meeste mensen die dit komen vertellen op mijn bureau de meest zinvolle bestemming zien als de meest financieel rendabele bestemming. Niet zo bij de heer en mevrouw Waes die kunstenaars hier een plaats en onderdak willen geven maar niet juist wisten hoe ze dit dienden aan te pakken..."