...

Zo voert artikel 109 een nieuw misdrijf in: aanzetten tot zelfdoding. Dit wordt gedefinieerd als "het opzettelijk stellen van een handeling die van aard is om een persoon ertoe te brengen zichzelf van het leven te beroven." Het aanzetten tot zelfdoding is slechts strafbaar indien het gevolg een (poging tot) zelfdoding is.In de memorie van toelichting staat uitdrukkelijk dat het niet de bedoeling is om hulpverlening bij zelfdoding strafbaar te stellen. Dat is geen misdrijf en dat blijft dus zo. Wel werd in een zeldzaam geval hulp bij zelfdoding gestraft als het niet verlenen van hulp aan een persoon in groot gevaar. Dat is sedert 1961 een misdrijf.Voor alle duidelijkheid: euthanasie wordt niet in het strafwetboek geregeld maar in een afzonderlijke wet. Daar verandert niets aan.Artikel 214 van het nieuwe Strafwetboek stelt het veroorzaken van een zwangerschapsverlies bij een persoon die daarin niet heeft toegestemd strafbaar. Het gaat niet om een nieuw misdrijf. Dit vervangt het misdrijf vruchtafdrijving, ook wel eens 'gedwongen abortus' genoemd (artikel 348 bestaand Strafwetboek). Een verschil is wel dat dit artikel 348 expliciet verwijst naar de 'geneesheer' en dat is in het nieuwe artikel niet meer het geval. Ook voor alle duidelijkheid: zwangerschapsverlies heeft niets te maken met zwangerschapsafbreking. Dat wordt in een afzonderlijke wet geregeld.Artikel 352 van het nieuwe Strafwetboek bestraft het opzettelijk bekend maken van geheimen die een persoon uit hoofde van zijn staat of beroep zijn toevertrouwd. Hierop zijn twee uitzonderingen: als hij geroepen wordt om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en als de wet hem verplicht of toelaat die geheimen bekend te maken. Ook dit is geen nieuw misdrijf. Artikel 458 van het bestaande Strafwetboek regelt het al maar verwijst nog steeds naar 'geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers en vroedvrouwen'. Die allang verouderde opsomming verdwijnt dus. Artikel 369 van het nieuwe Strafwetboek maakt het opzettelijk aantasten van de integriteit van het lijk waardoor de nagedachtenis van de overledene werd beledigd of gekwetst, strafbaar. Dit nieuwe misdrijf wordt lijkschennis genoemd. Het bestaande Strafwetboek stelt enkel grafschennis strafbaar.Het nieuw Strafwetboek treedt pas inwerking twee jaar na de bekendmaking ervan in het Staatsblad. Die bekendmaking is nog niet gebeurd.