De kogel is door de Vlaamse kerk, er komt met het nieuwe sociaal akkoord een serieuze investering in de zorg. Na het applaus van vorig jaar volgen nu de centen, zeg maar.

De Vlaamse regering wil hiervoor 14.000 nieuwe banen scheppen, goed voor een jaarlijkse investering van 1,1 miljard euro.

Een grote sprong voorwaarts, broodnodig na dertig jaar verwaarlozing van de ouderenzorg zei Bert Anciaux, tegenwoordig directeur van een woonzorgcentrum in Neder-over-Heembeek. Hij waarschuwde ook meteen: "We zijn er nog niet".

Er kwam meteen ook wat kritiek, wat niet vreemd is in een periode waarin centen verdeeld worden. In de keuken van m'n grootmoeder hing (inmiddels ruim 40 jaar geleden) een spreuk aan de muur "er is nog nooit een kok gevonden die koken kan naar alle monden". In tegenstelling tot de rest van de keuken is de spreuk nog niet gedateerd.

Zoals dat doorgaans met kritiek gaat, zit er altijd wel een grond van waarheid in. Het zou verkeerd zijn om niet naar de argumenten te luisteren en ze zomaar van tafel te vegen.

Er gaat in verhouding meer geld naar de instellingen, de 'zorgbedrijven' en veel minder naar de omkadering van de thuiszorg. Het is een gemiste kans om een reconversie op gang te brengen of te versnellen van instellingen naar een soort van kleinschalige buurtzorg. "De coronacrisis toonde aan", zo sprak Mieke Vogels in Ter Zake, "dat we beter werk maken van die reconversie want die grote instellingen brengen veel kwetsbare mensen samen en dat resulteerde in heel veel oversterfte".

We moeten, in de ambitie om het ene te promoten, opletten dat we de waarde van het andere niet ontkennen. Er zal in de toekomst wellicht een mix van verschillende woonzorgvormen nodig zijn om kwalitatieve zorg (in elke levensfase) te kunnen blijven garanderen. Dit moet mogelijk zijn in een kleinschalige formule maar ook in een 'zorgbedrijf'.

In de ambitie om het ene te promoten, moeten we opletten dat we de waarde van het andere niet ontkennen

Ik heb een allergie, meer een aversie zelfs, aan het woord zorgbedrijf. Het roept bij mij een beeld op van een soort managementcomité dat zich zelden aan het bed of zetel van de bewoner laat zien en zonder de impact op die bewoner of zorgkundige te kunnen inschatten beslissingen neemt. Ik kan verkeerd zijn, maar puur op het gevoel kies ik dan voor de stijl van Bert Anciaux.

Tijdens de eerste golf van de covid-crisis hebben we met het ziekenhuis ondersteuning geboden aan enkele woonzorgcentra. Zowel adviserend op vlak van organisatie, ziekenhuishygiëne, kwaliteit, optimaliseren van processen als met handen aan bed. De nood was hoog, op alle vlakken.

In die zin is het broodnodig dat er met dit sociaal akkoord handen aan het bed bijkomen. Er is nu toekenning van de budgetten, dat is een noodzakelijke eerste stap. De volgende stap is misschien nog de moeilijkste: het aantrekken, omscholen en behouden van voldoende, goed opgeleide mensen. Tot 2026 hebben we er jaarlijks zo'n 46.000 nodig.

We lezen overal dat mensen uit de horeca het juiste profiel hebben en dat 'mensen graag zien' belangrijk is (ik lees dat trouwens doorgaans over mensen die niet in de zorg werken). Uiteraard is 'graag zien' belangrijk, maar dat is nu toch al enkele decennia niet meer het enige wat telt. Een stevige opleiding, kritisch durven te denken, leren kijken met een klinische blik zijn minstens even belangrijke ingrediënten voor kwaliteitsvolle zorg.

Ik hoop dat er niet alleen een financiële injectie komt in de Vlaamse zorg, maar dat die injectie ook meteen een kwaliteitsvolle is. Hiervoor zal omkadering nodig zijn.

De kogel is door de Vlaamse kerk, er komt met het nieuwe sociaal akkoord een serieuze investering in de zorg. Na het applaus van vorig jaar volgen nu de centen, zeg maar.De Vlaamse regering wil hiervoor 14.000 nieuwe banen scheppen, goed voor een jaarlijkse investering van 1,1 miljard euro.Een grote sprong voorwaarts, broodnodig na dertig jaar verwaarlozing van de ouderenzorg zei Bert Anciaux, tegenwoordig directeur van een woonzorgcentrum in Neder-over-Heembeek. Hij waarschuwde ook meteen: "We zijn er nog niet".Er kwam meteen ook wat kritiek, wat niet vreemd is in een periode waarin centen verdeeld worden. In de keuken van m'n grootmoeder hing (inmiddels ruim 40 jaar geleden) een spreuk aan de muur "er is nog nooit een kok gevonden die koken kan naar alle monden". In tegenstelling tot de rest van de keuken is de spreuk nog niet gedateerd. Zoals dat doorgaans met kritiek gaat, zit er altijd wel een grond van waarheid in. Het zou verkeerd zijn om niet naar de argumenten te luisteren en ze zomaar van tafel te vegen. Er gaat in verhouding meer geld naar de instellingen, de 'zorgbedrijven' en veel minder naar de omkadering van de thuiszorg. Het is een gemiste kans om een reconversie op gang te brengen of te versnellen van instellingen naar een soort van kleinschalige buurtzorg. "De coronacrisis toonde aan", zo sprak Mieke Vogels in Ter Zake, "dat we beter werk maken van die reconversie want die grote instellingen brengen veel kwetsbare mensen samen en dat resulteerde in heel veel oversterfte". We moeten, in de ambitie om het ene te promoten, opletten dat we de waarde van het andere niet ontkennen. Er zal in de toekomst wellicht een mix van verschillende woonzorgvormen nodig zijn om kwalitatieve zorg (in elke levensfase) te kunnen blijven garanderen. Dit moet mogelijk zijn in een kleinschalige formule maar ook in een 'zorgbedrijf'.Ik heb een allergie, meer een aversie zelfs, aan het woord zorgbedrijf. Het roept bij mij een beeld op van een soort managementcomité dat zich zelden aan het bed of zetel van de bewoner laat zien en zonder de impact op die bewoner of zorgkundige te kunnen inschatten beslissingen neemt. Ik kan verkeerd zijn, maar puur op het gevoel kies ik dan voor de stijl van Bert Anciaux.Tijdens de eerste golf van de covid-crisis hebben we met het ziekenhuis ondersteuning geboden aan enkele woonzorgcentra. Zowel adviserend op vlak van organisatie, ziekenhuishygiëne, kwaliteit, optimaliseren van processen als met handen aan bed. De nood was hoog, op alle vlakken. In die zin is het broodnodig dat er met dit sociaal akkoord handen aan het bed bijkomen. Er is nu toekenning van de budgetten, dat is een noodzakelijke eerste stap. De volgende stap is misschien nog de moeilijkste: het aantrekken, omscholen en behouden van voldoende, goed opgeleide mensen. Tot 2026 hebben we er jaarlijks zo'n 46.000 nodig. We lezen overal dat mensen uit de horeca het juiste profiel hebben en dat 'mensen graag zien' belangrijk is (ik lees dat trouwens doorgaans over mensen die niet in de zorg werken). Uiteraard is 'graag zien' belangrijk, maar dat is nu toch al enkele decennia niet meer het enige wat telt. Een stevige opleiding, kritisch durven te denken, leren kijken met een klinische blik zijn minstens even belangrijke ingrediënten voor kwaliteitsvolle zorg.Ik hoop dat er niet alleen een financiële injectie komt in de Vlaamse zorg, maar dat die injectie ook meteen een kwaliteitsvolle is. Hiervoor zal omkadering nodig zijn.