In deze bijdrage wil ik stilstaan bij frustratievermijdend gedrag oftewel 'moetjes-moeheid', dat mijns inziens een belangrijke rol speelt in de stijgende prevalentie van mentale- en gedragsproblemen bij kinderen en volwassenen.

In het midden van de vorige eeuw gold de ijzeren hand als pedagogische maatstaf. Er werd slechts beperkt rekening gehouden met de leefwereld van het kind, individuele talenten of kwetsbaarheden. Kinderen dienden strak de regie te volgen en wie niet horen wou, moest maar voelen. Terecht ontstond een tegenbeweging die deze aanpak in vraag stelde.

Evenwel daagt het me dat de slinger te veel is doorgeslagen. Alles moet 'leuk' en liefst 'fantastisch' zijn, frustratie is uit den boze.

Een bericht op Facebook heeft slechts bestaansrecht als het 'geliket' wordt en vriendschap is slechts de investering waard voor een 'BFF' (best friend forever).

Ik stoor me mateloos aan de staande ovatie die mijn dochter samen met het hele gezin mag ontvangen telkens zij succesvol een deeloefening afwerkt op Bingel, een online huiswerkplatform.

Kinderen dienen nochtans gedoseerd te leren dat het leven niet altijd plezant is. Studeren ís lastig. Saaie vakantiedagen horen erbij en er bestaat niet voor alles (meteen) een oplossing. Taakjes moeten ook zonder tegenprestatie uitgevoerd worden en minder zinvolle opdrachten mogen geëist.

Op die manier bouwen kinderen frustratietolerantie op en ondervinden ze dat die frustratie ook tot groei kan leiden. Dit zal hen voorbereiden op de maatschappelijke realiteit van rechten én plichten, en in het bijzonder het eigen toekomstige opvoedingsproces dat met zwoegen en zweten gepaard gaat.

Bijkomend zijn klassieke leerscholen weggevallen en vervangen door bedenkelijke surrogaten. In het kroostrijke gezin van vroeger was het oudste kind getuige van de peutergrillen van de jongste. Die laatste kon als kinderoppas van neefjes en nichtjes zelf ondervinden dat kindjes plezier én ploeteren met zich meebrengen.

Daarentegen onderhouden de alomtegenwoordige sociale media vandaag de illusie van de droomkindjes, want enkel brave snoetjes worden gedeeld. Talrijk zijn ook de 'coaches' die beweren dat met hún advies een kindje vlot zal doorslapen.

Jonge ouders - die zelf zijn opgevoed met de idee dat kindjes krijgen en het leven globaal 'leuk' moeten zijn - missen hierdoor een pedagogisch kompas.

De sociale media onderhouden vandaag de illusie van de droomkindjes

Die onverwachte lastigheid van het ouderschap - waarvoor inherent reeds minder weerstand bestaat vanuit de eigen opvoeding - kan uitmonden in conflictvermijding. Gedrag begrenzen vraagt veel energie, doch inconsistentie in wat wel dan niet aanvaard wordt, leert het kind dat het loont hardnekkig vol te houden tot behoeften bevredigd zijn. Doordrammen wordt aldus bekrachtigd en zal uiteindelijk de vereiste inspanning voor de ouder net vergroten.

Dit patroon doorbreken vergt volhouding, draagkracht en voldoende omkadering van het gezin. Wie rekent op 'quick wins' zal bedrogen uitkomen, en behoudens geïndiceerde uitzonderingen kan medicatie - zeker wanneer niet geflankeerd door psychosociale maatregelen - de aandacht afleiden van het kernprobleem.

Uiteraard mag men niet in simplificatie vervallen, maar ik maak me oprecht zorgen over een transgenerationeel patroon van 'moetjes-moeheid', waarbij frustratie-intolerantie leidt tot conflictvermijding en een stijgende prevalentie van mentale problemen bij opvoedingsfiguren én de generatie na hen.

Hoe later dit wordt gekeerd, des te moeilijker het proces naar verandering en des te groter de kans dat externe hulpverlening tot zelfs kinderpsychiatrische interventie aangewezen is.

In deze bijdrage wil ik stilstaan bij frustratievermijdend gedrag oftewel 'moetjes-moeheid', dat mijns inziens een belangrijke rol speelt in de stijgende prevalentie van mentale- en gedragsproblemen bij kinderen en volwassenen. In het midden van de vorige eeuw gold de ijzeren hand als pedagogische maatstaf. Er werd slechts beperkt rekening gehouden met de leefwereld van het kind, individuele talenten of kwetsbaarheden. Kinderen dienden strak de regie te volgen en wie niet horen wou, moest maar voelen. Terecht ontstond een tegenbeweging die deze aanpak in vraag stelde. Evenwel daagt het me dat de slinger te veel is doorgeslagen. Alles moet 'leuk' en liefst 'fantastisch' zijn, frustratie is uit den boze. Een bericht op Facebook heeft slechts bestaansrecht als het 'geliket' wordt en vriendschap is slechts de investering waard voor een 'BFF' (best friend forever). Ik stoor me mateloos aan de staande ovatie die mijn dochter samen met het hele gezin mag ontvangen telkens zij succesvol een deeloefening afwerkt op Bingel, een online huiswerkplatform. Kinderen dienen nochtans gedoseerd te leren dat het leven niet altijd plezant is. Studeren ís lastig. Saaie vakantiedagen horen erbij en er bestaat niet voor alles (meteen) een oplossing. Taakjes moeten ook zonder tegenprestatie uitgevoerd worden en minder zinvolle opdrachten mogen geëist. Op die manier bouwen kinderen frustratietolerantie op en ondervinden ze dat die frustratie ook tot groei kan leiden. Dit zal hen voorbereiden op de maatschappelijke realiteit van rechten én plichten, en in het bijzonder het eigen toekomstige opvoedingsproces dat met zwoegen en zweten gepaard gaat. Bijkomend zijn klassieke leerscholen weggevallen en vervangen door bedenkelijke surrogaten. In het kroostrijke gezin van vroeger was het oudste kind getuige van de peutergrillen van de jongste. Die laatste kon als kinderoppas van neefjes en nichtjes zelf ondervinden dat kindjes plezier én ploeteren met zich meebrengen. Daarentegen onderhouden de alomtegenwoordige sociale media vandaag de illusie van de droomkindjes, want enkel brave snoetjes worden gedeeld. Talrijk zijn ook de 'coaches' die beweren dat met hún advies een kindje vlot zal doorslapen.Jonge ouders - die zelf zijn opgevoed met de idee dat kindjes krijgen en het leven globaal 'leuk' moeten zijn - missen hierdoor een pedagogisch kompas. Die onverwachte lastigheid van het ouderschap - waarvoor inherent reeds minder weerstand bestaat vanuit de eigen opvoeding - kan uitmonden in conflictvermijding. Gedrag begrenzen vraagt veel energie, doch inconsistentie in wat wel dan niet aanvaard wordt, leert het kind dat het loont hardnekkig vol te houden tot behoeften bevredigd zijn. Doordrammen wordt aldus bekrachtigd en zal uiteindelijk de vereiste inspanning voor de ouder net vergroten. Dit patroon doorbreken vergt volhouding, draagkracht en voldoende omkadering van het gezin. Wie rekent op 'quick wins' zal bedrogen uitkomen, en behoudens geïndiceerde uitzonderingen kan medicatie - zeker wanneer niet geflankeerd door psychosociale maatregelen - de aandacht afleiden van het kernprobleem. Uiteraard mag men niet in simplificatie vervallen, maar ik maak me oprecht zorgen over een transgenerationeel patroon van 'moetjes-moeheid', waarbij frustratie-intolerantie leidt tot conflictvermijding en een stijgende prevalentie van mentale problemen bij opvoedingsfiguren én de generatie na hen. Hoe later dit wordt gekeerd, des te moeilijker het proces naar verandering en des te groter de kans dat externe hulpverlening tot zelfs kinderpsychiatrische interventie aangewezen is.