...

De eerste release van FarmaStatus dateert van december 2019, licht Ann Van Den Broucke, apotheker bij het FAGG, toe. "Onze bedoeling was om correcte informatie te verschaffen over de onbeschikbaarheid van geneesmiddelen. De applicatie was opgebouwd uit twee onderdelen. Enerzijds voor het publiek, zodat iedereen zelf kon opzoeken welke geneesmiddelen onbeschikbaar zijn. In het tweede luik konden firma's zelf meldingen doorsturen omtrent start en stop van commercialisatie en onbeschikbaarheden, wat overigens een wettelijke verplichting is." In deze nieuwe versie verschuift de focus van onbeschikbaarheid naar beschikbaarheid van geneesmiddelen. "We beperken ons niet langer tot het publiceren van informatie over geneesmiddelentekorten, ook alle op de markt beschikbare geneesmiddelen zijn nu terug te vinden. We hebben die scope uitgebreid omdat we voordien wel eens de opmerking kregen van patiënten dat ze hun geneesmiddel niet konden terugvinden, en ervan uitgingen dat er een probleem mee was, wat dus niet klopt." Ook nieuw is dat artsen zich via het publieke deel kunnen inschrijven om op de hoogte gehouden te worden van de beschikbaarheid van een geneesmiddel of een groep geneesmiddelen, en dat via een specifieke zoekopdracht. "Dat kan onder meer op basis van de ATC-code. Denk maar aan de griepvaccins om een recent voorbeeld te noemen. Ze krijgen dan een mail zodra er een griepvaccin beschikbaar komt, wanneer er een probleem is met de beschikbaarheid of wanneer de commercialisatie stopt." Ook updates over specifieke geneesmiddelen behoren tot de mogelijkheden. "Dat is handig voor chronische patiënten die jaar in jaar uit hetzelfde middel innemen."Momenteel zijn voornamelijk de immunoglobulines kritiek onbeschikbaar. "De laatste jaren is er al zeer hard gewerkt aan het probleem van de onbeschikbaarheden", stelt apotheker Sophie Bruneel. "Er zijn ook al heel wat stappen ondernomen, onder meer de lancering van FarmaStatus. De werkgroep onbeschikbaarheden, waarin alle stakeholders betrokken zijn, is daarbij het belangrijkste instrument." De lijst met onbeschikbare geneesmiddelen is wel lang, maar niet alle vermelde producten vormen daadwerkelijk een probleem omdat er vaak een alternatief beschikbaar is (een ander geneesmiddel op basis van dezelfde actieve stof of een andere verpakkingsgrootte). Bruneel: "Wij communiceren per verpakkingsgrootte, dat wordt vaak vergeten en het vertekent het beeld enigszins. Het gaat ook niet altijd per se om een volledige stockbreuk. Firma's zijn namelijk wettelijk verplicht om het te melden zodra ze niet aan een volledige bestelling kunnen voldoen binnen de drie werkdagen. Stel dat wel de helft geleverd kan worden, dan komt die verpakking toch als onbeschikbaar in de lijst. In 2019 werd dat wettelijk vastgelegd, voordien moesten firma's pas melden na zeven werkdagen en enkel wanneer de onbeschikbaarheid langer dan 14 dagen zou duren." Uiterst belangrijk is dat de firma's correct melden, stipt Ann Van Den Broucke nog aan. "Het uiteindelijke doel is dat de voorschrijvende artsen op de hoogte zijn. Zij krijgen zicht op onze informatie via de SAM-databank, de nationale geneesmiddelendatabank die verplicht gebruikt wordt bij het elektronisch voorschrijven. Als de info op de juiste manier wordt doorgegeven en de dokter ziet dat er een onbeschikbaarheid is, kan hij een alternatief voorschrijven en komt de patiënt bij de apotheker die het juiste geneesmiddel kan afleveren. Zo voorkom je situaties waarbij pas bij de apotheker duidelijk wordt dat het geneesmiddel niet beschikbaar is, en de patiënt opnieuw de arts moet contacteren." In fine heeft de patiënt alle baat bij correcte informatie, en dat komt ook de therapietrouw ten goede.