De coronacrisis is een medische crisis, een virologische pandemie. Daarom spelen artsen een grote rol in deze belangrijke periode in de maatschappij. Het waren vanaf het begin collega-artsen, uiteraard uit die disciplines die zich met virussen en epidemiologie bezig houden, die in grote lijnen het beleid uitstippelden dat dan door de politiek in richtlijnen gegoten werd. Deze instructies werden dan via de geëigende kanalen (tv, radio, pers, sociale media, etc.) verspreid onder de bevolking.

Daar waar in den beginne - toen het coronaverhaal nog veelal in zijn ernst onderkend werd - deze instructies eerder als aanbevelingen ervaren werden door de populatie, werd (opnieuw) op aangeven van de collega's al snel duidelijk, dat veel stringentere methodes absoluut noodzakelijk waren. Dat heeft dan alras geleid tot de lockdown, met zijn gekende implicaties die gecontroleerd worden via uitgebreide politiecontroles en eventuele bijhorende sancties.

Ook de medische wereld zelf werd getroffen. Enerzijds moest in snel tempo werk gemaakt worden van het vrijmaken en uitbreiden van de capaciteit van de intensieve zorg-afdelingen om rampscenario's zoals in Lombardije te vermijden. Anderzijds moest de lockdown, met strikte beperkingen van alle fysieke relaties, ook in de geneeskunde toegepast worden met dus algemene restricties van de niet-dringende geneeskundige interventies en consultaties.

Vanaf het begin hebben collega's zoals professor Van Ranst, tot vervelens toe uitgelegd dat het om een proces van lange adem ging, dat de ondertussen zo bekend geworden curves een stijgende fase vertonen van drie tot vier weken, dan - in het beste geval - een plateaufase van twee weken, en dan, hopelijk, een dalende fase van opnieuw een viertal weken.

Hoe kan men verwachten dat de gewone soldaten zullen blijven vechten, als de officieren aan het muiten slaan?

Als men dit toepast, komt men op een aanvaardbaar (wat heet 'aanvaardbaar', als je weet over welke aantallen opnames op intensieve zorgen, met alle complicaties van dien, en over hoeveel doden het uiteindelijk nu al gaat) niveau in de tweede helft van mei of begin juni. Dit werd vanaf het begin gezegd, en ik heb tot op heden geen enkele eminente collega-viroloog of -epidemioloog iets anders horen beweren.

Natuurlijk moet men ook rekening houden met andere factoren, zoals de financiële en economische gevolgen van dergelijke lockdownmaatregelen. Inkomsten vallen weg, bedrijven dreigen bankroet te gaan, tewerkstelling komt in het gevaar. Ook bij artsen, veelal kleine zelfstandigen, begint dit op den duur te nijpen.

Daar komt in de geneeskundige professie nog bij dat veel zogenoemd niet-dringende consultaties wel nodig zijn om een boost van pathologie na het coronatijdperk te vermijden. Als er maandenlang geen screeningsmammografies meer uitgevoerd worden - om maar één voorbeeld te noemen - dan kunnen we er van uitgaan dat er in de daarop volgende tijd meer borstkankers zullen zijn in een (vermijdbaar ver) gevorderd stadium die zullen moeten behandeld worden. De voorbeelden ter zake zijn legio, en elke specialistische discipline kan er een aantal aanwenden.

Desalniettemin, de coronacrisis blijft een medische crisis, en geen militair conflict. Bij een militair conflict zullen de generaals het beleid vastleggen, en de officieren zullen - zo hoort het toch - voorgaan in de strijd. Het kamp waarbij de officieren op eigen initiatief afwijken van de strategie die opgesteld werd door de stafchef en zijn adviseurs, en bijvoorbeeld op de vlucht slaan, is bij voorbaat de verliezende partij van de veldslag. Want hoe kan men verwachten dat de gewone soldaten zullen blijven vechten, en hun leven riskeren, als de officieren aan het muiten slaan?

Artsen hebben echter een duidelijke leidende rol in de uitstippeling en de uitvoering van het beleid

Mutatis mutandis is het medisch korps te zien als het officierenbestand bij de militairen. Artsen zijn beroepsmensen op het gebied van geneeskundige problemen. Uiteraard werken zij niet alleen, maar samen met duizenden verpleegkundigen, zorgverleners, kinesisten, etc. Artsen hebben echter een duidelijke leidende rol in de uitstippeling en de uitvoering van het beleid.

De acute behandeling van de zwaar zieke patiënt, opgenomen na triage door de eerstelijnsartsen, op de isolatieafdeling of op de intensieve zorgverdieping is het exclusieve werkgebied van onze specialisten ter zake. Het beleid zelf wordt door de unaniem gesteunde 'generaals', in dit geval de virologen die supergespecialiseerd zijn in onze gemeenschappelijke vijand, het coronavirus, vastgelegd.

Buiten de directe behandeling van de zieke coronapatiënt zelf, heeft elkeen van de artsen dan ook de deontologische plicht om de maatregelen, opgelegd door de 'commando-eenheid', toe te passen en erop toe te zien dat ook elke medeburger deze opvolgt zoals het hoort. Des te meer omdat deze maatregelen er - zonder uitzondering - gekomen zijn om zo snel mogelijk de pandemie onder controle te brengen, niet om de burger te ergeren. Zodat en opdat het normale leven, in al zijn aspecten, zich zo snel mogelijk weer zou kunnen installeren. Met dus ook het heropnemen van de normale geneeskundige praktijk met onder andere een zwaartepunt in preventie.

Het is bijzonder jammer te moeten vaststellen dat sommige (hoofd)artsen blijkbaar vergeten zijn dat zij belangrijke officieren zijn in het 'anticoronaleger'

In die zin is het bijzonder jammer te moeten vaststellen dat sommige (hoofd)artsen blijkbaar vergeten zijn dat zij belangrijke officieren zijn in het 'anticoronaleger'. Zij zien zich veeleer als de commerciële directeur van een bedrijf, en worden hierin jammer genoeg gesterkt door bepaalde pseudorichtlijnen zoals bijvoorbeeld: "De hoofdgeneesheer beslist hoe de operatiecapaciteit kan ingevuld worden", waarbij uiteraard de economische belangen voorop staan. Iedereen weet echter dat bij beslissingen door managers ook veelal collateral damage opgelopen wordt. Dat de nevenschade zich in dit coronaverhaal situeert in eventuele vermijdbare doden of een "heropleven van de infectiecurve" wordt hierbij op een schandalige manier onder de mat geveegd.

Zo bijvoorbeeld vind ik in mijn vakgebied de eenzijdige beslissing van het UZ Gent om de fertiliteitskliniek te heropenen, en dit in tegenstelling tot een duidelijke richtlijn van de FOD Gezondheid, onaanvaardbaar. Het gaat hierbij inderdaad om een gezonde populatie van jonge mensen, met een laag risicoprofiel voor corona, en in die zin had ik de overheid gecontacteerd om een richtdatum te krijgen voor de heropstart, opdat wij onze patiënten zouden kunnen informeren en voorbereiden. Er kwam echter een duidelijk negatief antwoord van het ministerie met de vermelding dat we moesten wachten op schriftelijke instructies van de overheid. Een richtlijn die het universitaire centrum doodleuk naast zich neerlegde.

De directieven van de overheid moeten, na rijp beraad en na gedetailleerde analyse van allerlei consequenties, tot in detail opgevolgd worden

Uiteraard zijn we met zijn allen geïnteresseerd in een richtdatum voor het hernemen van onze normale activiteit, al dan niet met bijkomende noodzakelijke preventiemaatregelen. Het is ook het goede recht van een 'officier' (om de vergelijking verder te zetten) om zijn overste om advies te vragen. Maar aansluitend moeten de directieven van de overheid, na rijp beraad en na gedetailleerde analyse van allerlei consequenties, tot in detail opgevolgd worden.

Het is de ethische plicht van de geneesheer om hier een voorbeeldfunctie op te nemen. Gezondheidszorg is ons vak, en als wij geen voorbeeldfunctie opnemen ter zake, wie moet het dan wel nog doen? En per extensie geldt dit uiteraard nog veel meer voor leidinggevende artsen, diensthoofden, en hoofdgeneesheren. Zij zijn de 'generaals' in deze strijd, en moeten pal staan. En als we dan toch de lijn doortrekken zouden eigenlijk de universiteiten, als opleidingscentra van artsen, nog veel meer dan alle anderen een voorbeeld moeten stellen waar iedereen, arts én burger naar opkijkt.

Ethisch handelen lijkt mij in deze zoveel belangrijker dan commercieel bedrijfsmanagement.

Wim Decleer is diensthoofd fertiliteit, algemeen diensthoofd Chirurgische Diensten en voorzitter van de ethische commissie AZ Jan Palfijn, Gent. "Deze bijdrage staat volledig onafhankelijk", schrijft hij, "voor diegenen die niet op de hoogte zijn van de betreffende klacht."

De coronacrisis is een medische crisis, een virologische pandemie. Daarom spelen artsen een grote rol in deze belangrijke periode in de maatschappij. Het waren vanaf het begin collega-artsen, uiteraard uit die disciplines die zich met virussen en epidemiologie bezig houden, die in grote lijnen het beleid uitstippelden dat dan door de politiek in richtlijnen gegoten werd. Deze instructies werden dan via de geëigende kanalen (tv, radio, pers, sociale media, etc.) verspreid onder de bevolking. Daar waar in den beginne - toen het coronaverhaal nog veelal in zijn ernst onderkend werd - deze instructies eerder als aanbevelingen ervaren werden door de populatie, werd (opnieuw) op aangeven van de collega's al snel duidelijk, dat veel stringentere methodes absoluut noodzakelijk waren. Dat heeft dan alras geleid tot de lockdown, met zijn gekende implicaties die gecontroleerd worden via uitgebreide politiecontroles en eventuele bijhorende sancties.Ook de medische wereld zelf werd getroffen. Enerzijds moest in snel tempo werk gemaakt worden van het vrijmaken en uitbreiden van de capaciteit van de intensieve zorg-afdelingen om rampscenario's zoals in Lombardije te vermijden. Anderzijds moest de lockdown, met strikte beperkingen van alle fysieke relaties, ook in de geneeskunde toegepast worden met dus algemene restricties van de niet-dringende geneeskundige interventies en consultaties. Vanaf het begin hebben collega's zoals professor Van Ranst, tot vervelens toe uitgelegd dat het om een proces van lange adem ging, dat de ondertussen zo bekend geworden curves een stijgende fase vertonen van drie tot vier weken, dan - in het beste geval - een plateaufase van twee weken, en dan, hopelijk, een dalende fase van opnieuw een viertal weken.Als men dit toepast, komt men op een aanvaardbaar (wat heet 'aanvaardbaar', als je weet over welke aantallen opnames op intensieve zorgen, met alle complicaties van dien, en over hoeveel doden het uiteindelijk nu al gaat) niveau in de tweede helft van mei of begin juni. Dit werd vanaf het begin gezegd, en ik heb tot op heden geen enkele eminente collega-viroloog of -epidemioloog iets anders horen beweren.Natuurlijk moet men ook rekening houden met andere factoren, zoals de financiële en economische gevolgen van dergelijke lockdownmaatregelen. Inkomsten vallen weg, bedrijven dreigen bankroet te gaan, tewerkstelling komt in het gevaar. Ook bij artsen, veelal kleine zelfstandigen, begint dit op den duur te nijpen. Daar komt in de geneeskundige professie nog bij dat veel zogenoemd niet-dringende consultaties wel nodig zijn om een boost van pathologie na het coronatijdperk te vermijden. Als er maandenlang geen screeningsmammografies meer uitgevoerd worden - om maar één voorbeeld te noemen - dan kunnen we er van uitgaan dat er in de daarop volgende tijd meer borstkankers zullen zijn in een (vermijdbaar ver) gevorderd stadium die zullen moeten behandeld worden. De voorbeelden ter zake zijn legio, en elke specialistische discipline kan er een aantal aanwenden.Desalniettemin, de coronacrisis blijft een medische crisis, en geen militair conflict. Bij een militair conflict zullen de generaals het beleid vastleggen, en de officieren zullen - zo hoort het toch - voorgaan in de strijd. Het kamp waarbij de officieren op eigen initiatief afwijken van de strategie die opgesteld werd door de stafchef en zijn adviseurs, en bijvoorbeeld op de vlucht slaan, is bij voorbaat de verliezende partij van de veldslag. Want hoe kan men verwachten dat de gewone soldaten zullen blijven vechten, en hun leven riskeren, als de officieren aan het muiten slaan? Mutatis mutandis is het medisch korps te zien als het officierenbestand bij de militairen. Artsen zijn beroepsmensen op het gebied van geneeskundige problemen. Uiteraard werken zij niet alleen, maar samen met duizenden verpleegkundigen, zorgverleners, kinesisten, etc. Artsen hebben echter een duidelijke leidende rol in de uitstippeling en de uitvoering van het beleid. De acute behandeling van de zwaar zieke patiënt, opgenomen na triage door de eerstelijnsartsen, op de isolatieafdeling of op de intensieve zorgverdieping is het exclusieve werkgebied van onze specialisten ter zake. Het beleid zelf wordt door de unaniem gesteunde 'generaals', in dit geval de virologen die supergespecialiseerd zijn in onze gemeenschappelijke vijand, het coronavirus, vastgelegd. Buiten de directe behandeling van de zieke coronapatiënt zelf, heeft elkeen van de artsen dan ook de deontologische plicht om de maatregelen, opgelegd door de 'commando-eenheid', toe te passen en erop toe te zien dat ook elke medeburger deze opvolgt zoals het hoort. Des te meer omdat deze maatregelen er - zonder uitzondering - gekomen zijn om zo snel mogelijk de pandemie onder controle te brengen, niet om de burger te ergeren. Zodat en opdat het normale leven, in al zijn aspecten, zich zo snel mogelijk weer zou kunnen installeren. Met dus ook het heropnemen van de normale geneeskundige praktijk met onder andere een zwaartepunt in preventie. In die zin is het bijzonder jammer te moeten vaststellen dat sommige (hoofd)artsen blijkbaar vergeten zijn dat zij belangrijke officieren zijn in het 'anticoronaleger'. Zij zien zich veeleer als de commerciële directeur van een bedrijf, en worden hierin jammer genoeg gesterkt door bepaalde pseudorichtlijnen zoals bijvoorbeeld: "De hoofdgeneesheer beslist hoe de operatiecapaciteit kan ingevuld worden", waarbij uiteraard de economische belangen voorop staan. Iedereen weet echter dat bij beslissingen door managers ook veelal collateral damage opgelopen wordt. Dat de nevenschade zich in dit coronaverhaal situeert in eventuele vermijdbare doden of een "heropleven van de infectiecurve" wordt hierbij op een schandalige manier onder de mat geveegd. Zo bijvoorbeeld vind ik in mijn vakgebied de eenzijdige beslissing van het UZ Gent om de fertiliteitskliniek te heropenen, en dit in tegenstelling tot een duidelijke richtlijn van de FOD Gezondheid, onaanvaardbaar. Het gaat hierbij inderdaad om een gezonde populatie van jonge mensen, met een laag risicoprofiel voor corona, en in die zin had ik de overheid gecontacteerd om een richtdatum te krijgen voor de heropstart, opdat wij onze patiënten zouden kunnen informeren en voorbereiden. Er kwam echter een duidelijk negatief antwoord van het ministerie met de vermelding dat we moesten wachten op schriftelijke instructies van de overheid. Een richtlijn die het universitaire centrum doodleuk naast zich neerlegde. Uiteraard zijn we met zijn allen geïnteresseerd in een richtdatum voor het hernemen van onze normale activiteit, al dan niet met bijkomende noodzakelijke preventiemaatregelen. Het is ook het goede recht van een 'officier' (om de vergelijking verder te zetten) om zijn overste om advies te vragen. Maar aansluitend moeten de directieven van de overheid, na rijp beraad en na gedetailleerde analyse van allerlei consequenties, tot in detail opgevolgd worden.Het is de ethische plicht van de geneesheer om hier een voorbeeldfunctie op te nemen. Gezondheidszorg is ons vak, en als wij geen voorbeeldfunctie opnemen ter zake, wie moet het dan wel nog doen? En per extensie geldt dit uiteraard nog veel meer voor leidinggevende artsen, diensthoofden, en hoofdgeneesheren. Zij zijn de 'generaals' in deze strijd, en moeten pal staan. En als we dan toch de lijn doortrekken zouden eigenlijk de universiteiten, als opleidingscentra van artsen, nog veel meer dan alle anderen een voorbeeld moeten stellen waar iedereen, arts én burger naar opkijkt. Ethisch handelen lijkt mij in deze zoveel belangrijker dan commercieel bedrijfsmanagement.Wim Decleer is diensthoofd fertiliteit, algemeen diensthoofd Chirurgische Diensten en voorzitter van de ethische commissie AZ Jan Palfijn, Gent. "Deze bijdrage staat volledig onafhankelijk", schrijft hij, "voor diegenen die niet op de hoogte zijn van de betreffende klacht."