De huidige commotie rond het uniforme contract waar het VASO voor vecht, en het absoluut ondermaatse tegenvoorstel van de Belgische ziekenhuizen, doet me nogmaals beseffen in welke positie we vaak gedwongen worden als ASO.

We weten allemaal dat er veel onfrisse zaken gebeuren in onze opleiding - bij de ene specialisatie al wat meer dan bij de andere - maar het is geen geheim dat er vaak misbruik wordt gemaakt van de losse contracten die door het ziekenhuis voorzien worden op gebied van maximale werkuren en wachtdiensten.

En we slikken dat, want in ons achterhoofd tellen we af tot onze vijf of zes jaar gedaan zijn en we de titel van specialist mogen aannemen. Tot onze tijd eindelijk is aangebroken. Als we daar geraken tenminste.

Want het wordt ons niet gemakkelijk gemaakt om aan de alarmbel te trekken. We worden immers opgeleid om bezig te zijn met iedereen buiten onszelf. Om verantwoordelijkheid te nemen tot in het extreme, want dat is wat het betekent om arts te zijn.

We zitten daarnaast ook in de ongemakkelijke positie dat onze rechtstreekse baas meestal ook degene is die beslist of we slagen of niet. Niet alleen dat, maar ook de mening van een supervisor kan zwaar meetellen in je opleiding en zelfs in je verdere carrière. Ieder van ons beseft dat maar al te goed. En dat maakt de drempel onvermijdelijk hoger, hoe vriendelijk een supervisor ook is en hoe veilig een werksfeer ook voelt. Het systeem dwingt voorzichtigheid af.

In een dergelijke werksfeer wordt begrenzen vaak niet in dank afgenomen. Hoe vaak heeft ieder van ons al niet de licht geërgerde woorden moeten aanhoren: "Wij hebben dat ook allemaal moeten doen", of "in mijn tijd was het nog veel zwaarder, dus je moet niet klagen".

Wat is dat toch met dat ellendige idee dat je niet aan een betere toekomst mag werken omdat jij het zelf zwaar hebt gehad? Waarom wordt een grens aangeven zo vaak verward met zwakte?

Wat is dat toch met dat ellendige idee dat je niet aan een betere toekomst mag werken omdat jij het zelf zwaar hebt gehad?

Ik kan duizend voorbeelden geven, zowel uit mijn eigen specialisatie als uit die van vrienden en collega's, waarin begrenzen moeilijk of zelfs onmogelijk wordt gemaakt. Waarin ons duidelijk wordt gemaakt dat wij verantwoordelijk zijn voor alles wat dat er op ons af komt, en dat het bovendien onze verantwoordelijkheid is om in dat alles staande te blijven.

De cijfers liegen er niet om. Burn-out onder huisartsen of specialisten in opleiding is torenhoog. En toch is de reactie van de ziekenhuizen niet om naar zichzelf te gaan kijken. Neen, dan wordt gewoon de standaard zelfzorg-PowerPoint nog eens afgestoft en wordt er gewapperd met de vinger naar onze eet- of slaapgewoontes.

Dus wanneer een voorstel tot uniform contract neerkomt op minder ondersteuning bij ziekte, standaard onbetaalde wachten, beperktere vakantiedagen en geen controle op het presteren van overuren, kan ik Vaso alleen maar gelijk geven dat dit een slag in ons gezicht is.

Dit gaat niet over het overbruggen van een paar jaar in slechte werkomstandigheden. Dit gaat niet over een langgerekte doop om de zwakken eruit te halen. Dit gaat over het opleiden van generatie na generatie artsen met de impliciete boodschap dat ze er alleen voor staan.

Deze situatie zegt dat we dit maar moeten dragen, die lange werkdagen, die zware wachten zonder recuperatie achteraf, de ellende die de job helaas soms met zich meebrengt. Blijf maar dragen, tot je emotioneel uitgeput bent, tot je achteloos wordt op het werk, tot je lichaam stop zegt.

Blijf maar zorgen voor jezelf, want de ziekenhuizen zullen het zeker niet voor jou doen.

De huidige commotie rond het uniforme contract waar het VASO voor vecht, en het absoluut ondermaatse tegenvoorstel van de Belgische ziekenhuizen, doet me nogmaals beseffen in welke positie we vaak gedwongen worden als ASO. We weten allemaal dat er veel onfrisse zaken gebeuren in onze opleiding - bij de ene specialisatie al wat meer dan bij de andere - maar het is geen geheim dat er vaak misbruik wordt gemaakt van de losse contracten die door het ziekenhuis voorzien worden op gebied van maximale werkuren en wachtdiensten. En we slikken dat, want in ons achterhoofd tellen we af tot onze vijf of zes jaar gedaan zijn en we de titel van specialist mogen aannemen. Tot onze tijd eindelijk is aangebroken. Als we daar geraken tenminste. Want het wordt ons niet gemakkelijk gemaakt om aan de alarmbel te trekken. We worden immers opgeleid om bezig te zijn met iedereen buiten onszelf. Om verantwoordelijkheid te nemen tot in het extreme, want dat is wat het betekent om arts te zijn. We zitten daarnaast ook in de ongemakkelijke positie dat onze rechtstreekse baas meestal ook degene is die beslist of we slagen of niet. Niet alleen dat, maar ook de mening van een supervisor kan zwaar meetellen in je opleiding en zelfs in je verdere carrière. Ieder van ons beseft dat maar al te goed. En dat maakt de drempel onvermijdelijk hoger, hoe vriendelijk een supervisor ook is en hoe veilig een werksfeer ook voelt. Het systeem dwingt voorzichtigheid af.In een dergelijke werksfeer wordt begrenzen vaak niet in dank afgenomen. Hoe vaak heeft ieder van ons al niet de licht geërgerde woorden moeten aanhoren: "Wij hebben dat ook allemaal moeten doen", of "in mijn tijd was het nog veel zwaarder, dus je moet niet klagen". Wat is dat toch met dat ellendige idee dat je niet aan een betere toekomst mag werken omdat jij het zelf zwaar hebt gehad? Waarom wordt een grens aangeven zo vaak verward met zwakte?Ik kan duizend voorbeelden geven, zowel uit mijn eigen specialisatie als uit die van vrienden en collega's, waarin begrenzen moeilijk of zelfs onmogelijk wordt gemaakt. Waarin ons duidelijk wordt gemaakt dat wij verantwoordelijk zijn voor alles wat dat er op ons af komt, en dat het bovendien onze verantwoordelijkheid is om in dat alles staande te blijven. De cijfers liegen er niet om. Burn-out onder huisartsen of specialisten in opleiding is torenhoog. En toch is de reactie van de ziekenhuizen niet om naar zichzelf te gaan kijken. Neen, dan wordt gewoon de standaard zelfzorg-PowerPoint nog eens afgestoft en wordt er gewapperd met de vinger naar onze eet- of slaapgewoontes. Dus wanneer een voorstel tot uniform contract neerkomt op minder ondersteuning bij ziekte, standaard onbetaalde wachten, beperktere vakantiedagen en geen controle op het presteren van overuren, kan ik Vaso alleen maar gelijk geven dat dit een slag in ons gezicht is.Dit gaat niet over het overbruggen van een paar jaar in slechte werkomstandigheden. Dit gaat niet over een langgerekte doop om de zwakken eruit te halen. Dit gaat over het opleiden van generatie na generatie artsen met de impliciete boodschap dat ze er alleen voor staan. Deze situatie zegt dat we dit maar moeten dragen, die lange werkdagen, die zware wachten zonder recuperatie achteraf, de ellende die de job helaas soms met zich meebrengt. Blijf maar dragen, tot je emotioneel uitgeput bent, tot je achteloos wordt op het werk, tot je lichaam stop zegt. Blijf maar zorgen voor jezelf, want de ziekenhuizen zullen het zeker niet voor jou doen.