Worden computers slimmer dan artsen? Volgens Nicolas Delvaux, die een van de slotsessies presenteerde op de ICT-dag van Domus Medica, moet de vraag vooral luiden: hoe krijg je mét computers vooral slimmere artsen?
...
Artificiele Intelligentie zal morgen de arts wel nog niet vervangen, denkt dokter Nicolas Delvaux, verbonden aan het Leuvense Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde. Zo stond in de media onlangs te lezen dat AI-systemen even goed diagnosen kunnen stellen als artsen - een conclusie gebaseerd op een meta-analyse. Maar de kranten gingen voorbij aan de voornaamste conclusie van die analyse: de vergelijking gebeurt aan de hand van zeer afgelijnde testcases. AI en artsen werden niet met elkaar vergelijken in echte klinische situaties. Bij AI is overigens wat uit het systeem komt ook maar zo goed als wat erin gaat. Hoe slim het systeem ook is, het resultaat is afhankelijk van de data die het voor verwerking aangeboden heeft gekregen.Toch zijn er redenen te over om te proberen goede beslissingsondersteuning in te bouwen in de software waarmee huisartsen werken - om software slimmer te maken. De medische kennis neemt exponentieel toe. Bovendien moet je alle nieuwe onderzoeksresultaten niet alleen kunnen bijhouden, je moet er een soort digest van maken. Wat is er echt betrouwbaar? En welke van de betrouwbare conclusies zijn ook toepasbaar op de patiënten in je eigen praktijk? Een gigantisch verwerkingsproces - informatica-systemen moeten helpen dat tot bij de clinicus te brengen.Ten slotte laat Delvaux een grafiek zien waaruit blijkt dat Amerikaanse huisartsen, van wie het inkomen erg van hun registratie afhangt, zondagavond bijna even intens op hun computer bezig zijn als midden op een werkdag in de week. Aberrant, vindt Delvaux. Echt slimme systemen moeten de registratielast verminderen.Er zijn al heel wat betrouwbare hulpmiddelen bij het EMD voor de arts beschikbaar. Op komst is de iGuide die moet helpen gerichter medisch beeldonderzoek aan te vragen. En een andere toepassing zal Belgische artsen hulp bieden om rationeler laboratoriumonderzoek aan te vragen. Een belangrijke bouwsteen van de beslissingsondersteuning is de medicatiebewaking, die in sommige EMD's beschikbaar is. Die wordt al veel gebruikt, en de potentiële winst is groot: naar schatting zijn één tot twee op de tien ongeplande ziekenhuisopnames gerelateerd aan medicatiefouten. Verschillende pakketten implementeren medicatiebewaking op een andere manier. Eén mogelijke benadering die verder gaat dan het puur bewaken van medicatie, is om de gegevens die zijn geregistreerd in het EMD af te toetsen aan de richtlijnen die via EBPracticenet kunnen ontsloten worden in het huisartsenpakket.Maar hoewel hij het gebruik van de medicatiebewaking zeker aanbeveelt, geeft Nicolas Delvaux aan dat je geen spectaculaire effecten moet verwachten. Uit een evaluatie blijkt dat het effect van beslissingsondersteuning en medicatiebewaking niet zo heel groot is. Om te beginnen is het zo dat artsen het zonder dergelijk systeem al behoorlijk goed doen. Maar je mag volgens hem beslissingsondersteuning niet als een element op zichzelf zien. Kwaliteit moet verzekerd worden door een geheel van elementen die goed op elkaar zijn ingespeeld. Zo kan beslissingsondersteuning ook alleen maar goed werken als gegevens correct gestructureerd in het dossier zijn ingebracht. Ten slotte heb je een goed plan voor de implementatie nodig: de artsen moeten de juiste stimuli krijgen om nieuwe systemen correct te gebruiken.Zes EMD-pakkettenOp de ICT-dag kreeg Bert Vaes, huisarts en verbonden aan het ACHG, de vraag voorgelegd wat nu het beste huisartsensoftwarepakket was. Een keuze die de huisarts zelf moet maken, vond hij. Maar die wordt wel wat makkelijker.In 2013 haalden nog 15 pakketten het eHealth-label - maar daar zijn er ondertussen al een aantal van verdwenen. Volgens dokter Vaes zal de arts in de toekomst de keuze hebben tussen een zestal pakketten van goede kwaliteit. We situeren ze zelf kort.