...

Het sars-CoV-2, de verwekker van Covid-19, is van zoönotische origine. Onderzoek had al uitgewezen dat Chinese vleermuizen tal van virussen herbergen, die gelijken op het sars-CoV-2, en dat ze die virussen tolereren zonder extreme symptomen te vertonen. We weten echter nog niet welke dieren tolerantie hebben ontwikkeld voor coronavirussen.Studies die nagaan of coronavirussen die gelijken op het sars-CoV-2, voorouders van de huidige dieren hebben geïnfecteerd, zouden nuttig kunnen zijn om andere mogelijk gevaarlijke coronavirusreservoirs op te sporen die op de mens zouden kunnen worden overgedragen. Kennis van de mogelijke virusreservoirs is immers essentieel bij de surveillance van de epidemie.Vorsers van de Universiteit van Princeton hebben een hypothese geformuleerd: als een clade van diersoorten herhaaldelijk aan een virus is blootgesteld, zouden de eiwitten die het virus nodig heeft om in de cellen te dringen, weleens kunnen veranderen, wat de gevoeligheid of de reactie van de gastheer kan beïnvloeden.Om die hypothese te toetsen, hebben King en Singh de evolutie geanalyseerd van de ACE2-receptor (die het sars-CoV-2 gebruikt om in zoogdiercellen te dringen). Ze hoopten zo bewijzen te vinden van selectie op niveau van de binding van het ACE2 aan het stekeleiwit van het sars-CoV-2.Ze hebben ontdekt dat de aminozuursequenties van de plaatsen van de ACE2-receptor die zich binden aan het sars-CoV-2, over verloop van tijd zeer weinig zijn veranderd bij primaten en andere zoogdieren die nog niet bekend staan als gastheer van het sars-CoV-2. Daardoor zijn ze vatbaar voor de verschillende coronavirussen. Bij knaagdieren waren er echter aanwijzingen van snelle adaptieve aanpassingen van de aminozuursequentie op de plaats waar het ACE2 zich bindt aan het stekeleiwit. Al bij al wijst de studie erop dat de evolutie van primaten niet is aangedreven door infecties met SARS-achtige virussen en dat sommige knaagdieren waarschijnlijk gedurende lange tijd door SARS-achtige virussen zijn geïnfecteerd. Dat wijst er ook op dat bepaalde knaagdieren een zekere tolerantie voor of resistentie tegen infectie met soortgelijke coronavirussen hebben ontwikkeld, terwijl zoogdieren en primaten zich niet hebben aangepast, zodat ze vatbaarder zijn voor een symptomatische ziekte. "Het zou dan ook best kunnen, aldus de vorsers, dat de huidige knaagdieren asymptomatische drager zijn van SARS-achtige coronavirussen, met inbegrip van virussen die we nog niet kennen, maar gevaarlijk zouden kunnen zijn voor de mens." (referentie: PLOS Computational Biology, 18 november 2021, doi: 10.1371/journal.pcbi.1009560)