...

Als men kijkt naar de ravage die het SARS-CoV-2 op wereldvlak aanricht, lijkt het amper denkbaar dat iemand er niet gevoelig zou voor zijn. Toch is het idee dat sommige personen het virus een neus zouden kunnen zetten, niet uit de lucht gegrepen. Ongevoeligheid voor een viraal offensief is al eerder vastgesteld. Zo zijn sommige personen niet vatbaar voor infectie met het hiv-1, het meest voorkomende subtype van het hiv. Die mensen zijn homozygote drager van een mutatie in het CCR5-gen, de CCR5-delta32-mutatie. Co-receptor CCR5 voor het hiv-1 ontbreekt bij hen of is niet functioneel. Daardoor kan het hiv niet in de T-helpercellen doordringen. Een dergelijke mutatie is ook aangetoond in een enzym waarbij dragers resistent worden tegen het norovirus, een frequente oorzaak van virale gastro-enteritis. Een groep onderzoekers heeft een consortium samengesteld, met tien centra verspreid over de hele wereld, om over mogelijke resistentie tegen het SARS-CoV-2 een studie op te zetten. Onder hen ook prof. Isabelle Meyts, die als kinderarts en immunologe verbonden is aan het UZ Leuven en de KU Leuven. De onderzoekers staan stil bij de enorme spreiding in uitkomst die een infectie met het SARS-CoV-2 op bevolkingsniveau kent, gaande van asymptomatisch tot potentieel dodelijk. Het lijkt hen dan ook niet onredelijk te veronderstellen dat er een extreme situatie bestaat, waarbij het virus helemaal niets vermag. Overigens vermeldt de literatuur verschillende gezinnen waarvan alle leden de infectie opliepen, op één gezinslid na. De onderzoekers zijn meer bepaald op zoek naar personen die voor langere tijd blootgesteld waren aan een persoon met een biologisch aangetoonde infectie, maar zelf de infectie niet opliepen. Het typevoorbeeld is iemand die huis en bed deelt van een geïnfecteerde persoon, maar op dat ogenblik nooit positief testte of geen immuniteit opbouwde. Die persoon maakt deel uit van wat men een discordant koppel noemt. Het consortium is er zich van bewust dat het zoeken naar een naald in een hooiberg wordt. Mensen met een volledige resistentie tegen het SARS-CoV-2 zijn waarschijnlijk een klein groepje. Het CCR5-mutatie die ongevoelig maakt voor het hiv komt voor bij 1% van de Europese bevolking. Men denkt overigens dat ze zich beperkt tot de Scandinavische bevolking. Overigens zullen de onderzoekers op een of andere manier zekerheid moeten krijgen dat de bedpartner wel degelijk grote hoeveelheden virus uitscheidde op het ogenblik dat het nauwe contact plaatsvond. Bovendien kan vaccinatie of een eerdere infectie die ongemerkt voorbijging, resistentie nabootsen. Toch hebben de initiatiefnemers intussen 500 mogelijk geschikte kandidaten gevonden. Sinds ze half oktober hun onderzoek aankondigden in Nature Immunology, hebben zich 600 extra kandidaten aangeboden. Ze willen een populatie van 1.000 geschikte onderzoekspersonen samenstellen. Ze zullen het genoom van deze mensen vergelijken met dat van personen die wél geïnfecteerd raakten, op zoek naar relevante verschillen. Kandidaat-genen kunnen worden onderzocht bij diermodellen om na te gaan of ze wel degelijk bescherming tegen het SARS-CoV-2 bieden. De meest voor de hand liggende focus ligt bij de ace2-receptor, waarop het virus zich vastzet voor het de gastheercel binnendringt. Nu al hebben onderzoekers een zeldzame mutatie ontdekt, die leidt tot een verminderde expressie van de ace2-receptor en daardoor de gevoeligheid voor het SARS-CoV-2 kan verminderen. De studie is momenteel niet peer- reviewed. Men kan ook denken aan mutaties van TMPRSS2, een oppervlakte-enzym van de gastheercel, dat het spike-eiwit van het SARS-CoV-2 doorknipt, zodat het virus toegang tot de cel kan vinden. Maar ook dieper in de cel zal worden gezocht. Sommige personen hebben mogelijk genen die de virale replicatie dwarsbomen of zelfs het virale RNA afbreken. Daarnaast zal er worden gekeken naar het immuunsysteem: een aantal mensen hebben misschien een afweer die het virus al vanop het neusslijmvlies tot stilstand brengt. Zullen de resultaten van dit soort onderzoek helpen in de strijd tegen het SARS-CoV-2? Het voorbeeld van de hiv-epidemie snelt andermaal te hulp. Een nieuwe klasse van CCR5-inhibitoren is intussen in ontwikkeling bij de behandeling van de hiv-infectie. Daarnaast heeft men dankzij de kennis rond de CCR5-receptor personen kunnen behandelen die als hiv-patiënt leukemie hadden gekregen. Transplantatie met het beenmerg van een homozygote drager bracht niet alleen hun leukemie in remissie, maar zorgde er ook voor dat ze hiv-vrij werden.