...

De wetenschappers maakten een systematische review en meta-analyse van cohortstudies die het verband onderzoeken tussen niet-beroepsmatige lichamelijke activiteit en verschillende chronische ziekten en sterfte bij volwassenen. De studie omvatte 196 artikelen met meer dan 30 miljoen deelnemers. De resultaten werden gepubliceerd in het British Journal of Sports Medicine. De resultaten toonden aan dat hogere niveaus van lichamelijke activiteit geassocieerd konden worden met een lager risico op alle onderzochte uitkomsten (hart- en vaatziekten, beroertes, hartfalen, kanker en specifieke kanker). Het risico op een hartinfarct kan tot 17 procent kleiner worden, het risico op kanker gemiddeld 7 procent. De sterkste associaties werden waargenomen voor sterfte door alle oorzaken en door hart- en vaatziekten, met zwakkere associaties voor de incidentie van kanker. De bevindingen ondersteunen de huidige beweegrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie, die volwassenen aanraadt om 150 tot 300 minuten per week matig intensief te bewegen. Maar ook met 75 minuten per week (elf minuten per dag) matige activiteit worden al aanzienlijke gezondheidsvoordelen behaald, stellen de onderzoekers vast. Een op de tien van de voortijdige overlijdens had voorkomen kunnen worden met slechts de helft van de aanbevolen fysieke inspanning. Weinig bewegen is dus beter dan helemaal niet bewegen, al is de gezondheidswinst groter voor wie wel de beweegrichtlijnen van de WGO haalt. De focus op beweging als deel van de dagelijkse activiteit past in het concept van de '15 minuten-stad', waar alle inwoners van de stad op minder dan vijftien minuten fietsen of wandelen toegang hebben tot winkels, kantoren, scholen, gezondheidszorg, sport, cultuur en ontspanning. Door die fysieke nabijheid van alle voorzieningen worden verplaatsingen met de fiets of te voet gestimuleerd.