...

Curran is sociaal psycholoog en doceert aan de London School of Economics. Hij noemt zichzelf een 'herstellend perfectionist'. Het boek is een mix van wetenschappelijke inzichten en een persoonlijk verhaal over hoe Curran zelf afkickte van zijn streven naar perfectie in alles wat hij deed. Een volstrekt irrationeel streven, beseft hij nu, want perfectie is per definitie een onbereikbaar ideaal. Hij onderscheidt drie soorten perfectionisme: gericht op zichzelf, gericht naar anderen en gericht naar de samenleving. De eerste vorm van perfectionisme is te vinden in het archetype van de workaholic die de lat voor zichzelf steeds hoger legt, of van de overijverige student die niet tevreden is met minder dan 10 op 10. De tweede vorm kennen we als de veeleisende baas die van zijn ondergeschikten het onmogelijke vergt - vaak als compensatie voor zijn eigen tekortkomingen, stelt Curran. De derde vorm, het sociaal opgelegd perfectionisme, is het geloof dat iedereen van ons voortdurend verwacht dat we perfect zijn. De negatieve gevolgen van perfectionisme zijn goed gedocumenteerd. Curran citeert onderzoeken die een verband vinden tussen perfectionisme en psychische aandoeningen zoals depressie, angststoornissen, oververmoeidheid, burn-out en suïcidale gedachten. Er blijkt ook een correlatie tussen sociaal opgelegd perfectionisme en een grotere wraakzuchtigheid, laag altruïsme en vertrouwen in anderen, en lagere bereidheid zich te conformeren aan sociale normen. De stelling dat perfectionisten nodig zijn om de maatschappij vooruit te helpen, haalt Curran onderuit. Onderzoeken vonden geen verband tussen perfectionisme en betere arbeidsprestaties. Integendeel: "Alles wat perfectionisten doen om succesvol te zijn, helpt hun kansen op succes om zeep", stelt Curran. "De grootste misvatting is dat perfectionisme draait om het leveren van briljante prestaties. Perfectionisten willen via een perfect resultaat de angst beteugelen om niet goed genoeg te zijn, of om niet graag gezien te worden." Perfectionisme is dus nefast voor het mentaal welzijn, en heeft geen positief effect op prestaties. Het is dan ook onbegrijpelijk dat we ons in een 'epidemie van perfectionisme' bevinden, zoals Curran kan vaststellen aan de hand van een vragenlijst over perfectionisme die sinds 1988 aan universiteiten in Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten wordt gebruikt. De voorbije decennia blijkt bij de ondervraagde studenten vooral het sociaal opgelegd perfectionisme in opmars te zijn. Curran suggereert meerdere oorzaken daarvoor. De kiemen voor perfectionisme worden onbewust al in de kindertijd gelegd, door ouders die liefde en genegenheid afhankelijk maken van prestaties of goed gedrag. Kinderen internaliseren dat tot sociaal opgelegd perfectionisme. Naast de rol van opvoeding wijst Curran ook op de maatschappelijke dimensie. Sociaal opgelegd perfectionisme lijkt hem onvermijdelijk in een economie die op groei gericht is, en waar we omringd worden door reclameboodschappen die ons geluk beloven zolang we maar het volgende nieuwe product kopen. Curran is daarbij erg kritisch voor sociale media, die ons continu confronteert met zorgvuldig geselecteerde beelden van afgetrainde lichamen, smetteloze interieurs en outfits, paradijselijke vakantiebestemmingen en perfect georganiseerde feesten. Het scherpst is Curran voor het meritocratisme dat onderwijs en samenleving doordringt: de gedachte dat wie maar hard genoeg zijn best doet, daardoor vanzelf aan de beste scholen en in de beste jobs terechtkomt - en dus ook omgekeerd: dat wie niet aan de top zit, dat louter aan zichzelf te wijten heeft. Meritocratie is een rookgordijn waarmee de elite haar privileges aan het zicht onttrekt, stelt Curran. In het laatste deel van het boek reikt Curran oplossingen aan. Maar die zijn weinig concreet; het blijft bij algemeenheden zoals 'accepteer wie je bent'. Curran schetst een blauwdruk van een 'post-perfectionistische samenleving', maar die klinkt als een utopische wensdroom. Het slopen van de dominantie van de huidige economische orde lijkt een onuitvoerbare opgave, geeft Curran toe, maar er staat te veel op het spel om de strijd niet aan te gaan.