...

In De Tijd van vrijdag 4 oktober verklaart N-VA-minister Weyts dat Vlaanderen zich niet meer braaf zal houden aan het contingent van artsen dat de Federale Planningscommissie vastlegt. "Als Vlaamse Gemeenschap zijn wij de enigen die dat naleven, terwijl de Franse Gemeenschap elk jaar mooie woorden gebruikt maar uiteindelijk een middelvinger opsteekt", klinkt het op de cover van die krant.De Vlaamse Planningscommissie, die in de steigers staat, moet volgens de aantredende regering het laatste woord hebben in het aantal artsen dat de Vlaamse universiteiten conform het beleid kunnen opleiden. De Vlaamse regering keurde al in april van dit jaar een besluit goed over die Planningscommissie. Dat gaf dat orgaan de opdracht mee te bepalen hoeveel nieuwe artsen er nodig zijn in ieder specialisme, en te bewaken dat die 'subquota' gerespecteerd worden. Het Vlaamse regeerakkoord breidt de oorspronkelijke opdracht uit.Het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg reageert in een persmededeling bezorgd op de verklaringen van Ben Weyts. De geneeskundestudenten begrijpen ten volle de frustratie over het niet-naleven van het federale artsencontingent door de Franstalige Gemeenschap. Maar het is wel nog altijd de federale overheid die blijft bepalen hoeveel artsen hun stiel zullen mogen bedrijven, want zij kent de Riziv-nummers toe. Het VGSO wijst op de rechtsonzekerheid bij studenten die afhankelijk zijn van de houding van de federale minister.Ook het Vas en het ASGB reageerden afwijzend op eventuele plannen om het federale artsencontingent los te laten. Beide syndicaten betreuren eveneens de rechtsonzekerheid van pas afgestudeerde artsen die misschien geen Rizivnummer zullen krijgen waarmee ze hun prestaties kunnen factureren aan de ziekteverzekering. Net als het VGSO vindt het ASGB dat toekomstig afgestudeerde (Vlaamse) artsen niet moeten afhangen van de goede wil van de federale gezondheidsminister om een Rizivnummer te krijgen - of, zo stelt het artsensyndicaat, van de "laksheid" van die minister.Vas vindt dat de Vlaamse partijen er zelf mee schuld aan hebben dat de Franstaligen al 21 jaar lang de federale wetten naast zich neerleggen. "Als ze straks ook deelnemen aan een federale regering moeten ze daar meer dan vroeger eisen dat de bestaande regels, vastgelegd door de federale planningscommissie voor het medisch aanbod, ook in het Franstalige landsgedeelte worden gerespecteerd", aldus het Vas. Ook het ASGB oordeelt dat de huidige Vlaamse regeringspartijen boter op het hoofd hebben wat het laten ontsporen van de situatie in Wallonië betreft."Het VGSO vraagt dat de minister van Onderwijs samen met zijn collega van Welzijn, Wouter Beke (CD&V), vooral werk zouden maken van een betere verdeling van het aantal nieuwe artsen over de verschillende specialismen - aan de hand van de subquota. Al twee decennia blijkt het moeilijk om voor bepaalde 'knelpuntspecialismen' voldoende kandidaten te vinden. Het VGSO pleit ervoor dat er een opwaardering komt van deze specialismen. Het beroep moet aantrekkelijk genoeg zijn opdat de aankomende arts ervoor zou kiezen.Ook voor Vas en ASGB blijft het bepalen en bewaken van subquota de echte uitdaging: "De Vlaamse Planningscommissie moet daarbij aandacht hebben voor knelpuntspecialisaties (..) waar er tekorten zijn, maar ook voor disciplines waar er een overaantal is", onderstreept het Vas. Het syndicaat gaat voort op het voorbeeld van de huisartsgeneeskunde als knelpuntspecialisme: "Om de ideale verdeling 40 % huisartsen 60 % specialisten te garanderen, zijn andere maatregelen nodig om het attractiever te maken dat huisartsen zich over het hele Vlaamse grondgebied zullen vestigen."Ook het ASGB onderstreept dat het optrekken van het artsencontingent zonder nog andere maatregelen alleen maar de overschotten in populaire specialismen dreigt te vergroten.Dat aso's, bezorgd over hun toekomst, vragen naar een werkloosheidsregeling, illustreert volgens dit syndicaat hoe reëel in bepaalde specialismen (gynaecologie, heelkunde,...) het gevaar van een overschot aan artsen wel is.In een recentere mededeling vat het Vas het zijn standpunt als volgt samen: "(...) er [is] geen nood (...) aan meer artsen die afstuderen. Er is nood aan een betere verdeling tussen huisartsen en andere specialisten, en tussen de specialistische disciplines onderling."Het ASGB sluit niet uit dat er toch een tekort aan artsen kan worden vastgesteld, maar ziet niet in waarom men dan de federale regels aan zijn laars zou moeten lappen: "Als er door de op te richten Vlaamse Planningscommissie zou worden vastgesteld dat er in Vlaanderen een globaal tekort aan artsen dreigt, dan is het moment gekomen om op federaal niveau een hoger aantal toekomstige Riziv-nummers te eisen."Is de mogelijkheid om zelf de regels niet te volgen, geen stok achter de deur om de federale positie te versterken? Het ASGB steunt die gedachte zeker nog niet: "Het nu ook niet respecteren van de contingenten in Vlaanderen, 'omdat de anderen dat ook niet doen', lijkt (...) heel populair, maar is zeker niet het gepaste antwoord".