...

Met de komst van de artsensyndicaten was de rol van het Vlaams Geneesherenverbond (VGV) als verdediger van beroeps-belangen uitgespeeld. Op een vergadering in het kasteel van Ham (Steenokkerzeel) op 25 oktober 1970 kreeg het VGV nieuwe statuten. De vzw VGV is sindsdien een socioculturele, niet-partijgebonden vereniging voor Vlaamse artsen. Direct en indirect had het VGV een grote rol in heel wat communautaire en taalgebonden gezondheidszorgkwesties. Een eerste thema was de Vlaamse financiële achterstelling in het universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Op 12 oktober 1985 organiseerde het VGV een studiedag waar Frans Van Nieuwenhove, directeur rectorale diensten van de KU Leuven, het Vlaamse aandeel in de begroting van wetenschapsbeleid, met inbegrip van het universitair onderwijs, op iets minder dan 50% schatte - ruim minder waar Vlaanderen volgens het bevolkingsaandeel van 60% recht op zou hebben. Aansluitend vestigden ook de Vereniging van Vlaamse Professoren Leuven (VVPL) en de Leuvense Orga- nisatie van Vlaamse Assistenten en Navorsers (LOVAN) de aandacht op die financiële achterstelling. In januari 1989 werd de bevoegdheid voor het onderwijsbeleid in Vlaanderen naar de Vlaamse Gemeenschap overgeheveld. VAV-voorzitter Lieve Van Ermen: "Het VGV heeft de onrechtvaardige verdeling van de middelen voor universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek onder de aandacht gebracht. Door het objectieve studiewerk dat daaruit voortgekomen is, was de overheveling niet meer tegen te houden." Tegelijk richtte het VGV zijn pijlen op de verschillen in kostprijs van de zorg in de gewesten. Op 14 september 1989 organiseerde het VGV de persconferentie 'Waalse zieken duurder dan Vlaamse'. Hier werd cijfermateriaal voorgesteld waaruit bleek dat er een aanzienlijk verschil was in medische consumptie tussen Noord en Zuid in de klinische biologie, medische beeld- vorming, invaliditeit en beroepsziekten. De wortels van het VGV lagen in de Frontbeweging die tijdens de Eerste Wereldoorlog de dominantie van het Frans in het leger aanklaagde. De afgelopen decennia heeft het VGV vooral tegen de verengelsing van het hoger onderwijs gestreden. Toen een voorontwerp van decreet van toenmalig Vlaamse gemeenschapsminister Daniël Coens de deur daarvoor openzette, protesteerden VGV-voorzitter Robert de Beule en ondervoorzitter Robrecht Vermeulen onmiddellijk. Ook de situatie van Nederlandstalige patiënten in de Brusselse rand bleef een pijnpunt. Dringende medische hulp werd er verstrekt door de Franstalige MUG-diensten van het ziekenhuis van Tubeke of het Erasmusziekenhuis in Anderlecht. Na een incident waarbij de MUG van Tubeke te laat ter plaatse kwam door gebrek aan Nederlandse taalkennis van het personeel, pleitten VGV-leden in 2004 voor een Nederlandstalige MUG. Na een proefperiode werd die uiteindelijk in 2010 operationeel vanuit het ziekenhuis Sint-Maria Halle. Tijdens het voorzitterschap van dr. Raymond Lenaerts (1992-1996) begon het VGV zich te bezinnen over een eigen gezondheidsbeleid in Vlaanderen. Binnen het VGV bogen meerdere werkgroepen zich over het onderwerp. In 2001 organiseerde het VGV een studiedag in het Vlaams Parlement over de vraag 'Welke geneeskunde willen wij in Vlaanderen'?' Dit was de eerste in een reeks van studiedagen over de organisatie van de gezondheidszorg in Vlaanderen.