...

In het kader van haar doctoraatsthesis deed Lien Desteghe (postdoctoraal onderzoekster Universiteit Hasselt en Universiteit Antwerpen) onderzoek naar de omkadering van voorkamerfibrillatie (VKF). Aan de hand van de gegevens die ze tussen 2014 en 2018 verzamelde, kan ze het beamen: rond screening naar VKF zijn er meer vragen dan antwoorden.Eén van de pijnpunten is het verdere traject dat patiënten met een positief screeningsresultaat moeten doorlopen, weet ze. Want inderdaad, als screening niet uitmondt in het behandelen van de patiënten die daar baat bij hebben, is de investering zinloos. En op dat punt blijkt het schoentje te knellen.Half november is in New England Journal of Medicine een grote pragmatische studie ( Apple Heart Study) gepubliceerd over het gebruik van de smartwatch voor VKF-screening. Iets meer dan 400.000 deelnemers met een Apple Watch rond de pols, bij wie naar eigen zeggen nooit VKF was vastgesteld, namen deel. Ze noteerden vervolgens het aantal keren dat het algoritme van de app op de smartwatch een signaal gaf dat wees op een onregelmatige hartslag, als proxy voor de diagnose VKF.Deelnemers met minstens één melding van een onregelmatige hartslag maar zonder symptomen kregen een ECG-patch, die zeven dagen gedragen werd en de diagnose van VKF al dan niet zou bevestigen. Bij de deelnemers die een ECG-patch kregen, werd de diagnose VKF door de patch bevestigd in 34% van de gevallen. Bij simultane evaluatie (met andere woorden, tijdens de periode met ECG-patch) is de positief voorspellende waarde van een onregelmatige notificatie zelfs 84%.Toen deze studie in maart van dit jaar werd voorgesteld op het congres van het American College of Cardiology, maakte ze zeer uiteenlopende reacties los. In New England Journal of Medicine geven de auteurs dan ook voorzichtig als conclusie aan dat hun resultaten de basis vormen voor nauwkeurig gecontroleerd onderzoek.Vanuit haar eigen invalshoek leest Lien Desteghe in het artikel nog iets anders. "Ongeveer 2.000 patiënten kregen met de smartwatch een melding van mogelijke VKF", zegt ze. "Maar slechts 450 patiënten hebben ook effectief de ECG-patch gedragen. Je houdt dus uiteindelijk maar weinig patiënten over als de screening niet wordt gekoppeld aan een gestructureerd zorgpad. Dat is momenteel één van de grootste problemen."Ook in België was een gelijkaardige gang van zaken te bespeuren naar aanleiding van het FibriCheck-project. Ongeveer een jaar geleden gebruikten iets meer dan 60.000 landgenoten de FibriCheck-app, een techniek waarbij men een vinger moet plaatsen op de lens van de smartphone om zijn hartslag te laten registreren. "Bijna 800 deelnemers kregen een signaal dat suggestief was voor VKF", becijfert Lien Desteghe. "Maar slechts 37% daarvan ging achteraf naar een arts, hoewel het vooropgestelde protocol dat voorschreef."De motivatie bij de bevolking om deel te nemen aan een screening of om het gepaste gevolg te geven aan een positief screeningsresultaat, is een complex gegeven. Maar volgens Lien Desteghe heeft het in het specifieke geval van VKF voor een stuk te maken met algemene onduidelijkheid, ook bij de zorgverleners.Omdat ze zelf met een aantal vragen zitten, blijft de omkadering van de stappen die de patiënt moet zetten in gebreke: "Momenteel bevelen de richtlijnen aan alleen anticoagulatie te overwegen als het elektrocardiogram VKF aantoont. Daarom weten artsen niet precies wat ze moeten doen als een patiënt met een positief screeningsresultaat op het consult komt, en het elektrocardiogram geen VKF aantoont. Of als ook het Holteronderzoek over 24 uur negatief blijkt, moet men in dat geval langetermijn-Holters of nog andere screenings-tools inzetten? En hoe lang moet men monitoren en bij welke patiënten? Moet er dagen, weken, maanden of zelfs jaren gescreend worden? Daar bestaat momenteel geen consensus over."Er zijn overigens nog meer onopgeloste vragen, zoals: lopen patiënten bij wie zeer korte episoden van VKF vastgesteld worden dezelfde risico's die we dan ook nog eens kunnen gaan voorkomen?Vanuit dat standpunt schaart de onderzoekster zich achter het idee dat men met systematische screening voorzichtig moet omspringen. "Screenen moet je doen in een populatie met een voldoende hoog risico - ook vanuit het standpunt van de kosteneffectiviteit", stemt ze in. En dat is nu net één van de zwakke punten van technologische snufjes: ze worden door het publiek vaak gretig in gebruik genomen, soms zonder voldoende bewijzen van doeltreffendheid en omkadering. En dan nog liefst door een jonge bevolking, waar de prevalentie van VKF laag is. Op naar meer gegevens dus, want het is technologie met een hoog potentieel.