Vlaamse ziekenhuizen zijn massaal geaccrediteerd. Tot groot jolijt van de directies en tot ergernis van vele artsen. Vaak volgen zij maar schoorvoetend. Veel gehoorde klachten zijn dat het accreditatieproces administratief log is en veel tijd en geld verslindt. Artsen vragen zich ook af of het werkelijk tot duurzame kwaliteitsverbetering leidt.

Wetenschappelijk onderzoek treedt de twijfelaars nu bij. Met uitschieters tot 2,5 miljoen is ziekenhuisaccreditatie gewoon peperduur. Zeker als blijkt dat de impact op de klinische outcome op dit moment onbewezen is. Accreditatie leidt wel tot een betere opvolging van processen en procedures. Op zich is dat natuurlijk belangrijk. Het helpt karikaturen de wereld uit, genre de chirurg die het verkeerde been amputeert. Verder zou herhaalde accreditatie een kwaliteitscultuur ingang doen vinden. Blijft de vraag wat daarmee precies bedoeld wordt en of het de centen waard is. Het Vlaamse beleid dat ziekenhuizen aanzet tot accreditatie heeft in deze toch ook wel boter op het hoofd.

Met uitschieters tot 2,5 miljoen is ziekenhuisaccreditatie gewoon peperduur

Een andere geldverslinder is de nomenclatuurhervorming. Enkel en alleen al het werk van de wetenschappelijke teams slurpt meer dan 13 miljoen euro subsidie op. Minister Vandenbroucke vindt dat zijn geld waard. Sommige artsen denken daar anders over. Ze oordelen dat de beroepsgroep het heft meer zelf in handen had kunnen nemen.

De volgende regering kan de hervorming pas doorvoeren op voorwaarde dat de academische teams hun timing respecteren. Anders verliezen we volgens de minister weer tien jaar tijd. Het valt te vrezen dat het dat laatste wordt. Dat de studieronde tegen eind 2024 helemaal is afgewerkt, lijkt weinig waarschijnlijk. Zo mogelijk nog kleiner is de kans dat de opvolgers van De Croo I klakkeloos uitvoeren wat in de steigers staat.

Vlaamse ziekenhuizen zijn massaal geaccrediteerd. Tot groot jolijt van de directies en tot ergernis van vele artsen. Vaak volgen zij maar schoorvoetend. Veel gehoorde klachten zijn dat het accreditatieproces administratief log is en veel tijd en geld verslindt. Artsen vragen zich ook af of het werkelijk tot duurzame kwaliteitsverbetering leidt. Wetenschappelijk onderzoek treedt de twijfelaars nu bij. Met uitschieters tot 2,5 miljoen is ziekenhuisaccreditatie gewoon peperduur. Zeker als blijkt dat de impact op de klinische outcome op dit moment onbewezen is. Accreditatie leidt wel tot een betere opvolging van processen en procedures. Op zich is dat natuurlijk belangrijk. Het helpt karikaturen de wereld uit, genre de chirurg die het verkeerde been amputeert. Verder zou herhaalde accreditatie een kwaliteitscultuur ingang doen vinden. Blijft de vraag wat daarmee precies bedoeld wordt en of het de centen waard is. Het Vlaamse beleid dat ziekenhuizen aanzet tot accreditatie heeft in deze toch ook wel boter op het hoofd. Een andere geldverslinder is de nomenclatuurhervorming. Enkel en alleen al het werk van de wetenschappelijke teams slurpt meer dan 13 miljoen euro subsidie op. Minister Vandenbroucke vindt dat zijn geld waard. Sommige artsen denken daar anders over. Ze oordelen dat de beroepsgroep het heft meer zelf in handen had kunnen nemen. De volgende regering kan de hervorming pas doorvoeren op voorwaarde dat de academische teams hun timing respecteren. Anders verliezen we volgens de minister weer tien jaar tijd. Het valt te vrezen dat het dat laatste wordt. Dat de studieronde tegen eind 2024 helemaal is afgewerkt, lijkt weinig waarschijnlijk. Zo mogelijk nog kleiner is de kans dat de opvolgers van De Croo I klakkeloos uitvoeren wat in de steigers staat.